Laanstra fietst naar het Leeuwarder hoofdstation en hij koopt een kaartje voor een treinreis naar Groningen. Hij heeft geen haast, rolt buiten een shagje en maakt nog een praatje met een bekende van zijn voetbalclub.
Op een bepaald moment zit Laanstra toch in de trein en overhandigt de conducteur zijn kaartje. ‘U hebt een kaartje voor de langzame trein gekocht en u zit in de sneltrein. U moet bijbetalen.’
‘Waarvoor? Wat mij betreft rijdt u wat langzamer, want ik heb alle tijd vandaag.’
Categorieën