Categorieën
Poëzie

WINTERTIJD

De afkoeling een drama,
kil en koud om ons heen,
ieder bevroren in zich en alleen.
’t Licht treuzelt traag aan de horizon,
duizenden wensen aan nachtplafond.
Morgen en toekomst
verhard in klare kristallen,
van dooi nooit geen sprake meer.

Nergens lief, enkel kille haat,
ieder tot vijand verklaard.

Elke verduistering een kans
om te verbeteren
in relatie tot ons geweten.
In ‘t donkerste donker
teruggeworpen op onszelf
kouwelijk om ’t hart
vurig gevoel binnen
niks wetend, onze toekomst onbekend,
denkend aan voorbije fijne dagen
vrezend voor komende macht
van kille en ijzige kou.

Toch dan plots ’t licht
in minispatjes hoop boven de kim
de extreme vorst spant zich nog beter in
’t brandend vuur te doven
ten koste van menselijkheid.

© Elsijn Eelsingh