Gedurende jarenlang onderzoek naar de geschiedenis van joodse gemeenschappen in Friesland hoorde ik enkele keren het verhaal over het onderduiken van het gezin van de joodse schoenmaker annex winkelier De Vries. Deze naam is willekeurig natuurlijk.
Op een dag komt boer Terpstra schoenen kopen voor zijn hele gezin. De Vries helpt en zegt tegen Terpstra: ‘Kan ik binnenkort wat schoendozen bij je opslaan?, want ik vertrouw de moffen niet.’ ‘Prima’, zegt Terpstra.
Een dag later komt koopman Reitsma schoenen halen die gerepareerd zijn. De Vries vraagt: ‘Kan ik spoedig in je pakhuis wat schoendozen opslaan?, want ik vertrouw de moffen niet.’ Reitsma: ‘Altijd goed.’
De Vries brengt bij beiden de schoendozen. Kort daarop duikt hij met zijn gezin onder. De oorlog verloopt.
Op een bepaalde dag denkt Terpstra: Wat zit er in die schoendozen? Mijn gezin is weer aan nieuw schoeisel toe. Reitsma denkt hetzelfde.
Wat treffen Terpstra en Reitsma in de schoendozen aan?
In de dozen bij Terpstra zitten de linkerschoenen.
Bij Reitsma zijn de rechterschoenen opgeslagen.
WD