Categorieën
Blik op Bolsward Bolsward Cultuur Geschiedenis

Een Bolswarder leidekkerszoon werd de rijkste Amerikaan (5)

Hoe bestaat het! Een doodgewone Bolswarder jongen die nog bij Gysbert Japix in de klas zat. Die opgroeide in de schaduw van de Broerekerk, die timmerman werd, naar New York vertrok en daar, via handig manipuleren, invloedrijke connecties, malafide handel en met wat geluk, fortuin maakte. Die onder en boven de wet leefde, letterlijk en figuurlijk het fundament onder Wall Street sloeg en de feitelijke grondlegger van het hedendaags Amerikaans kapitalisme was.

Frederick Philipse in een nieuwe wereld

Ondertussen had Frederick een illegale handel in slaven (slaafgemaakten) opgebouwd. Hij vervoerde over de oceanen wapentuig naar piraten op Madagaskar en keerde terug met ruimen vol slaven uit westelijk Afrika, onder ellendige omstandigheden opgesloten in een benauwde en ziekmakende omgeving benedendeks. Tot aan, zoals gezegd, 1698, toen dat hem door een nieuwe (Engelse) gouverneur verboden werd.

Ondertussen was de Bolswarder leidekkerszoon ook kerkelijk zeer actief. Zowel kerkelijk als politiek behoorde Philips, evenals zijn nageslacht, tot de zeer conservatieve stromingen. Het kerkje van Sleepy Hollow was al enige jaren eerder deels opgebouwd, maar eind 17e eeuw bemoeide Philipse zich uitdrukkelijk met kerk, bouw, en inrichting die hij zelf bekostigde. Daarbij maakte hij gebruik van slaven.

Het kerkje van het wat afgelegen dorpje Sleepy Hollow was op de volgende wijze tot stand gekomen.

Philipse bezat z.g. Manorrechten, die hoorden bij de eigenaar van een dergelijk landhuis. Die rechten brachten vele voordelen met zich mee.

‘Ik kreeg de sleutel mee van de toegangsdeur tot de kerk en mocht van alles bekijken.’ © Collectie Laura Haanstra.

De Manor gaf Philipse ook het recht een kerk te bouwen en zelf een geestelijke aan te stellen De kerk van Sleepy Hollow werd in 1697 in gebruik genomen. Het gebouw zelf schijnt echter, deels, eerder gebouwd te zijn en zeker het omringende grafveld is veel ouder. Kerk en begraafplaats zijn nog steeds in gebruik bij de zich nu American Reformed Church noemende gemeente die een rechtstreekse opvolger is van de Dutch Reformed Church. Philipse heeft bij de bouw een kleine crypte laten aanbrengen en is bij zijn overlijden in 1702 daar bijgezet.

In zijn testament staat te lezen:

‘In the name of God, Amen. I, Frederick Flipse, of ye city of New York, being in health of body and of sound and perfect memory, do make and declare this to be my last will and testament. I order my body to be interred at my burial place at ye upper mill, with such charges and in such decent manneras to my executors shall seem most convenient. I give to Frederick Flipse, my grand son, born in Barbados, ye only son of Philip, my eldest son, late deceased, ye following houses and tenements in ye city of New York, so wit….’

en dan volgt een enorme waslijst aan bezittingen die hij aan zijn kleinzoon nalaat, van huizen en landerijen tot en met plantages en slaven, vaak bij naam genoemd…  Ook andere familieleden erfden veel, heel veel.

Om tenslotte nog enig zicht te geven op de ontstane Philipse dynastie hierbij een kort overzicht van de soms ingewikkelde familieverbanden die zich rond de geboren Bolswarder vormden. Ver weg in de toen nog verre, uitdagende en meest keiharde wereld van Nieuw-Amsterdam, Nieuw-Nederland, New York en, uiteindelijk, van de Verenigde Staten van Amerika (dixit Schriek).

Aan de oever van het (opgedroogde) stuwmeer, met op de achtergrond de Manor (landgoed) van de Philipsen. © Collectie Laura Haanstra.

–Frederick Philipses oudste zoon Philip (1663-1700) huwde Maria Sparks, dochter van de gouverneur van Barbados. Adolph, de tweede zoon, bleef ongehuwd. Hij was behalve een van de belangrijkste ondernemers van New York, politicus en lange tijd voorzitter van het parlement van de kolonie New York, de Assembly. Annetje (geb. 1667) trouwde met Philip French, voorzitter van de Assembly in 1698 en burgemeester van New York in 1702. Rombout (1670-1700) overleed ongehuwd. Eva (geb.1660), het stiefkind van Philipse, trouwde met Jacobus van Cortlandt, burgemeester van New York in 1710 en 1719. Hun zoon Frederick van Cortlandt was de bouwer van de nog bestaande Van Cortlandt Manor in het reusachtige park in de Bronx. Philipse zelf hertrouwde in 1692, na het overlijden van Margareth, ook met een Van Cortlandt, nl. Catharina, de dochter van de legendarische Olaf Stevense van Cortlandt die al in 1636 als gemeen soldaat in Nieuw-Amsterdam voet aan wal zette. Pater familias van een van de oudste kooplieden- en brouwersfamilies en de eerste burgemeester van de stad nog onder Stuyvesant. Diens familie was nog tot diep in de 19e eeuw invloedrijk in Amerika. Adolph Philipse, in de wandeling Dolf genoemd, was als tweede zoon naar destijds Nederlands gebruik vernoemd naar zijn grootvader van moeders kant Adolph Hardenbroeck.–

© Willem Haanstra                           Bronnen:

                                                        Oud Archief gem. Bolsward

                                                        Kerkelijke archieven

                                                        History Hudson Valley, Philipsburg

                                                        Douwe J. van der Meer, Reduzum

                                                        Robert Schriek, genealogisk jierboek                                                          1992

De eerdere vier gepubliceerde delen: