Categorieën
Blik op Bolsward Bolsward Geschiedenis

Een Bolswarder leidekkerszoon werd de rijkste Amerikaan (3)

Hoe bestaat het! Een doodgewone Bolswarder jongen die nog bij Gysbert Japix in de klas zat. Die opgroeide in de schaduw van de Broerekerk, die timmerman werd, naar New York vertrok en daar, via handig manipuleren, invloedrijke connecties, malafide handel en met wat geluk, fortuin maakte. Die onder en boven de wet leefde, letterlijk en figuurlijk het fundament onder Wall Street sloeg en de feitelijke grondlegger van het hedendaags Amerikaans kapitalisme was.

Peter Stuivesant

Eind december 1646 verlaat een viertal schepen van de WIC de rede van Texel om eerst zuidwaarts en daarna westwaarts te varen, over de Atlantische oceaan. Naast handelswaar en een flink aantal soldaten bevindt zich ook een zekere Peter Stuyvesant aan boord, vergezeld van wat we nu ambtenaren zouden noemen. Opvallend is dat er veel familie van Stuyvesant, waaronder zijn vrouw, meereist. Hoe toevallig zal het zijn geweest dat Frederick op het schip Stuyvesant ontmoet? Kenden ze elkaar al van de WIC? Hoe dan ook, gedurende de reis, die maar liefst vier maanden duurde, zullen ze ongetwijfeld met elkaar kennis hebben gemaakt. Ze hadden in ieder geval één gezamenlijke herinnering: Franeker, waar Fredericks moeder was geboren en Stuyvesant had gestudeerd. Beiden Friezen, en beiden met slechts één doel voor ogen: slagen in die Nieuwe Wereld.

Fotcollectie familie Haanstra. Peter Stuyvesant wordt als Pieter geboren in het Friese dorpje Peperga, 1611-’12, als zoon van een dominee, die een warrig leven leidde. In 1629 werd hij ingeschreven als Petrus Stuijfsande aan de Universiteit van Franeker, Al snel ging hij werken bij de West-Indische Compagnie en werd in 1642 benoemd tot directeur en bevelhebber van de eilanden Aruba, Bonaire en Curaçao. Van 1646 tot 1665 was Stuyvesant in Nieuw-Amsterdam (nu New York) directeur van de kolonie Nieuw-Nederland. Hij liet veel slaafgemaakte Afrikanen overkomen via Curaçao en uit Afrika. En zelf bezat hij ook ongeveer 40 tot slaaf-gemaakten. Lang vonden we hem een held, maar tegenwoordig niet meer. Tijdens een gevecht op St. Maarten tegen de Spanjaarden verloor hij een been. (Info Fries Museum)

Peter Stuyvesant was december 1646 door de Staten-Generaal net benoemd tot directeur-generaal van Nieuw-Nederland. Er werd met smart op hem gewacht, want de toestand was daar gespannen en een leider hoogst noodzakelijk. Toch toonde Peter zich opnieuw zeer eigengereid. Ondanks smeekbeden van een aantal hoge officieren die meereisden, bleven de schepen onnodig lang afgemeerd liggen in Curaçao. Niet onmogelijk is dat Stuyvesant in die periode daar particuliere belangen liet prevaleren boven landsbelang. Curaçao was een belangrijke plaats, als tussenstation, voor de slavenhandel, waar Stuyvesant later grote belangen in zou krijgen. Bovendien was hij voorheen Directeur over Curaçao en andere Nederlandse koloniën in het Caraïbisch gebied.

Uiteindelijk beval Stuyvesant toch verder te varen. Het laatste deel van de reis was geen gemakkelijke tocht. Ziekte, ontberingen (waarbij van de 100 passagiers er 20 stierven), schermutselingen op zee en onderlinge veten bepaalden dat de menselijke ellende niet te beschrijven was.

Op 11 mei 1647 zette Frederick Philipse eindelijk voet aan wal in het land waar zijn toekomst zal blijken te liggen. De kleine vloot met Stuyvesant en Philipse legt aan bij de monding van de Hudson rivier, het nieuwe land was bereikt. Een wonderlijk leven zal zich verder afspelen voor de jongen uit Bolsward, die net 20 jaar was toen zijn grote uitdaging begon.

Frederick Philipse in een nieuwe wereld

De eerste vermelding in Nieuw-Amsterdam van ‘Philipse’ dateert van mei 1653 wanneer hij optreedt als taxateur van een huis met erf naast het pakhuis van de WIC. In 1658 werd de plaats Wiltwijck (Kingston) aan de Hudson aangevallen door Indianen. De bewoners deden een beroep op Stuyvesant en deze kwam met een aantal soldaten te hulp. Op zijn aandringen werd besloten een versterking te bouwen met zware houten palissaden en een blokhuis. In zijn rapport hierover zegt Stuyvesant dat hij de uitvoering van het werk had overlegd met “mijn timmerman Frederick Philipse”.

Frederick Philipse in Nieuw-Amsterdam in discussie met inwoners.

Frederick zal eerder, rond 1654, de palissaden hebben gelegd voor wat tegenwoordig Wall Street heet, het financiële centrum van de Verenigde Staten, op Manhattan, centraal liggend in New York. Doel was om niet alleen indianen, maar ook Fransen en Engelsen te weren.

De goede verstandhouding met Stuyvesant zal wellicht de reden zijn geweest dat Philipse in 1658 een bouwvergunning krijgt voor een van de meest gunstig gelegen percelen in Nieuw Amsterdam en wel op de hoek van het Marcktvelt en de Steenstraat, nu hoek Whitehall en Stonestreet. Dit huis  (met erf) zal de volgende 125 jaar de hoofdzetel van het Philipse imperium blijven. In 1660 wordt hij in een officieel stuk “de vroegere timmerman van de Directeur” (Stuyvesant) genoemd.

© Willem Haanstra

Hieronder deel 2 en 1: