Categorieën
Boeken Cultuur Fryslân Literatuur Overpeinzingen uit Koudum

De biografie van Jeanne Bieruma Oosting (1)

Het was november 2021 en we reden in de auto naar museum Belvedère in Oranjewoud. Daar komen we, sinds we in Koudum wonen zo’n twee keer per jaar. Mijn vrouw en ik voor het museum en onze hond voor de wandeling in het park rond het museum. Daarvóór kwamen we er vanuit Noord-Holland slechts sporadisch. In mijn blijkbaar gefantaseerde herinnering waren we op weg naar een expositie waarop werk van Jeanne Bieruma Oosting te zien was, maar dat klopt niet, want het werk van Oosting zag ik in werkelijkheid pas in 2022 in Belvédère.

Maar wat we wel degelijk hoorden, al rijdend van Koudum naar Oranjewoud, was een interview met Jolande Withuis over haar biografie van Jeanne Bieruma Oosting die als titel heeft: Geen tijd te verliezen. Jeanne Bieruma Oosting 1898-1994. Deze biografie schafte ik me pas onlangs aan, als e-boek, en las ik meteen ontzettend geboeid en in een paar dagen tijd. Het is een opzienbarend leven dat daarin beschreven wordt, een leven dat begint in een Fries aristocratisch-patricisch, zeg maar gerust een zeer bevoorrecht, rijk milieu en zich voortzette op een landgoed met veertig kamers in de Gelderse Achterhoek bij Lochem.

Logo expositie ‘De zomer van Jeanne’.

Als ze 17 is – het is dan 1915 – mag ze van haar ouders zowaar naar een kostschool in Bloemendaal, voor hooguit een jaar is de bedoeling. Wekelijks hoogtepunt zijn de tekenlessen van de Haarlemse kunstenaar Frits Grabijn bij wie ze ook nog twee keer in de week privéles neemt. In de jaren daarna moet ze veel moeite doen om her en der schilderlessen te kunnen volgen, want haar ouders zien daar niets in. Met veel moeite krijgt ze als ze 21 is toestemming om schilderlessen te volgen bij de gerenommeerde schilder Albert Roelofs in Den Haag.

Als Roelofs twee jaar later overlijdt, slaagt ze erin om in Den Haag te blijven en bij anderen schilderles te nemen en lid te worden van verschillende kunstgenootschappen. Haar rebelsheid blijkt uit het feit dat ze niet alleen ingaat tegen de wil van haar ouders, maar ook tegen die van haar docenten. Als ze net 24 is heeft ze haar eerste expositie en vanaf dat moment exposeert ze bijna jaarlijks. Aan het eind van de jaren twintig hangt er, dankzij haar lidmaatschap van de kunstenaarsgroep ‘De Onafhankelijken’, werk van haar in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Ondanks het feit dat ze nog steeds financieel afhankelijk is van haar ouders, heeft ze zich tegen hun wil toch ontwikkeld tot kunstenaar. En dat was, gezien haar afkomst en de tijd waarin Jeanne Bieruma Oosting leefde, eigenlijk wel een klein wonder.

Aankondiging lezing Jolande Withuis.

De biografie begint met het intrigerende verhaal van de ontmoeting in 1990 van Jolanda Withuis met de dan 92-jarige kunstenares, het verhaal dat ze ook in het radio-interview vertelde. Ter gelegenheid van haar promotie mocht Withuis van vriendinnen iets moois uitzoeken en ze wilde graag een schilderij van Oosting. Ze mocht in het Amsterdamse atelier van Oosting komen kijken, maar kreeg ook een preek over haar heen: hoe was het mogelijk dat zij als wetenschapper ook nog getrouwd was met een man? “U kunt toch geen twee heren dienen?” herinnert Withuis zich de verontwaardiging van Bieruma Oosting en ze begint 25 jaar later de inleiding van haar biografie met dit verhaal.

Galerie Lytse Skientme Koudum.

In die inleiding schetst ze ook nog eens de toch weer verbijsterende geschiedenis van de vrouwenemancipatie. Oeps, was het echt pas 1957 dat getrouwde vrouwen in Nederland ‘handelingsbekwaam’ werden? Mijn moeder was dat de eerste jaren van mijn leven dus niet. De werksituatie van – vooral gehuwde – vrouwen werd gedurende de eerste helft van de twintigste eeuw – waarin Jeanne Bieruma Oosting opgroeide – steeds slechter. Zo werd de niet buitenshuis werkende, levenslang voltijds zorgende ‘moeder-de-vrouw’ het model voor het goede, ‘normale’ vrouwenleven. Het is niet zo gek dat de rebelse kunstenares zich tegen deze opvattingen verzette en het is best een prestatie dat het haar gelukt is de kunstenaar te worden die ze wilde zijn.

© Jelle van der Meulen