Categorieën
Blik op Bolsward Bolsward Geschiedenis Politiek

3. Sybren van Tuinen, de eerste naoorlogse (waarnemend) burgemeester van Bolsward (deel 2)

De eerste bestuursperiode van Sybren van Tuinen zal vanaf die maandag, 16 april 1945 tot aan 16 mei 1946, het waarnemend burgemeestersambt bekleden in Bolsward. Wie de raadsnotulen uit die periode doorneemt, zal weinig spectaculairs opvallen. Elders verkondigde hij: ‘Toen ging ik besturen, zoals het distribueren van klompen en het zo rechtvaardig mogelijk verdelen van woningen…’

Meteen al na zijn aanstelling vaardigt hij bekendmakingen uit om het vastgelopen maatschappelijke leven in Bolsward weer op gang te laten komen.

Wel werd al snel duidelijk dat Van Tuinen een zeer principiële bestuurder bleek, die ook in het maatschappelijk leven van de stad handelde volgens de normen die hem heilig waren. Zo was de zondagsrust voor hem van groot belang. Dat gold niet alleen voor winkeliers en andere beroepen, ook v.w.b. de sport probeerde hij zich aan dit principe te houden. De beide plaatselijke voetbalverenigingen, de chr. v.v. Bolswardia werd pas enkele jaren later opgericht, C.A.B. en R.E.S., dienden hun wedstrijden op zaterdag te spelen, vond Van Tuinen, zonder blijvend resultaat. Diezelfde houding nam Sybren aan in 1947, toen hij benoemd werd als burgemeester van Dokkum: voetbal op zondag was vloeken in de kerk.

Aanvankelijk bestond het werk van Van Tuinen als waarnemend burgemeester uit het uitvoeren van nood- en andere verordeningen in Bolsward. Het was het militaire gezag dat die meest bepaalde. Langzamerhand ook kwam het burgerlijk bestuur op gang. Zonder dat al een gemeentelijke verkiezing had plaatsgevonden, kwam de ‘oude’ raad die door de Duitsers in 1941 buiten werking werd gesteld bijeen: op donderdag 15 november was de aloude raadzaal gevuld met een z.g. Noodraad. Deze was gebaseerd op de gemeenteraad raad die er er in 1941 was, met enige interne wisselingen binnen fracties, en bepaald door de politieke partijen van destijds.

Nadat Sybren van Tuinen een inleiding had gehouden waarin hij de oud-gemeentesecretaris Hendrik Haitsma (omgekomen in Duitsland) herdacht en de bestuurlijke situatie van de laatste jaren had geschetst, werden allereerst twee nieuwe wethouders gekozen (Van der Zee en De Jong), waarna nog enige formele verkiezingen (o.a. voor gemeentelijke commissies) volgden. De waarnemend gemeentesecretaris Douwe Sandstra notuleerde.

Eerste blad van de eerste raadsnotulen van na de oorlog. Collectie Willem Haanstra

Van Tuinen stond voor eigen overtuiging

Hij liet, waar hij ook was, immer zijn geloofsovertuiging spreken: streng gereformeerd, met een zeer conservatieve kijk op maatschappij en cultuur. In 1946 liet hij blijken hoe hij de moderne wereld om zich heen zag. Aan mede ARP-leden tekende hij een wereld met zeer verbale verbeelding. Sybren nodigde hen uit om met hem een ‘dag te verkeren in een grote stad’. Hij schreef:

‘Let dan op het woestijnkarakter van de vele straten en pleinen, op de reclames, speciaal van bioscopen, op het amusement, op de zwarte pieten. Volg een begrafenisstoet tot op het kerkhof, maak een trouwpartij mee aan de lopende band, hoor de radio schetteren, lees de sportverslagen in de pers, kijk eens rond in een kroeg, verlustig u in de lustwaranda’s der volkstuintjes, observeer de brullers en maniakken in het stadion om een stuk leer, zoek een kerk en vind die ten slotte, zoek een boom, zoek voorname rust (of Zondagsrust)’.

En over de christelijke cultuur en protestantse levensstijl:

‘Wat zijn onze feesten, kerken, huizen, interieurs en bewoners, onze omgang,herdenkingen, vrije tijd, boeken en bladen, films, concoursen en scheurkalenders menigmaal stijlloos, smakeloos. Waarlijk ook wij christenen die toch beslist een cultuurtaak hebben, verkeren in een cultuurcrisis.’

Kortom, een Van Tuinen die openlijk voor zijn overtuigingen uitkwam, taal bezigde die wenkbrauwen deed fronsen, iemand van wie je dus wist hoe hij de politiek zag en de maatschappij daarnaar wilde inrichten.

Zijn nagelaten aantekeningen over de periode van vlak voor en vlak na de oorlog in Bolsward, die hij meest van anderen vernam, zullen niet een objectieve weergave ervan zijn, maar mag enigszins te begrijpen en te verklaren zijn met het oog op de chaotische en emotionele toestand van dat moment.

© Willem Haanstra