Categorieën
Columns Humor

HILDEGONDA: ‘IK BEN EEN ROSSIGE VROUW’

Mijn echtgenote Hildegonda gaat mee in de kleurenetikettering die inmiddels een reeks van jaren in opkomst is. Haar vriendinnenkring bestaat uit zwarte vrouwen en witte vrouwen. Daar voegt Hildegonda het rossige label aan toe, want dat wil ze graag.

Hildegonda heeft sinds haar jeugd rossig – dus roodachtig – haar, een witte huid die gevoelig is voor veel zon en veel sproeten. Ze is er content mee. Ook de dameskapster is zeer te spreken over het golvende, krullende en rossige haar van mijn echtgenote. Daar is Hildegonda terecht grutsk op.

Hildegonda’s vriendin Jeanne-Gabriëlla is zwart. Zij vindt echter humor en eerlijkheid veel belangrijker. Een andere, Ingrid-Pearle, benadrukt bijna obsessief dat ze een witte vrouw is. Soms heb ik het gevoel dat Ingrid-Pearle mijn echtgenote manipuleert, want de laatste maanden appen en bellen ze veel met elkaar.

‘Vind je niet dat Ingrid-Pearle haar teveel profileert als witte vrouw?’, vraag ik. Hildegonda: ‘Ach, dat valt wel mee. In ieder geval is zij een witte vrouw en ik ben een rossige vrouw. Het is elementair dat de verscheidenheid aan kleuren van vrouwen wordt benadrukt.’

Eerst dat relativerende en vervolgens dat dwingende. Tegen dat dubbelzinnige gedrag ben ik niet bestand. Aan het einde van de avond zie ik op een van de bijzettafeltjes een nieuw zakelijk kaartje van Hildegonda liggen. Achter haar naam staat cursief: rossige vrouw.

De volgende ochtend is Hildegonda vroeg uit de veren, doet ochtendgymnastiek, maakt een smoothie en vertrekt opgewekt naar het werk. Mijn zorg is er voor de kinderen, die ik naar school breng. Bij terugkomst ben ik wederom van slag. Iedere minuut dreunt het door mijn hoofd: ik heb niet meer een echtgenote maar een rossige vrouw.

Wiebe Dooper