Categorieën
Boeken Cultuur Fryslân Literatuur Overpeinzingen uit Koudum

Overpeinzingen bij de nieuwe roman van Willem Verf

(betreft herhaling, WD)

Al jarenlang schrijft de in Sneek geboren Willem Verf Friese romans waarin concrete maatschappelijke problematiek aangekaart wordt. Vaak kiest hij daarbij voor een meervoudig vertelperspectief. Ook al pakt dat de ene keer wat beter uit dan de andere keer, de boeken worden over het algemeen positief ontvangen. Het is aan te nemen dat dat ook het geval zal zijn met zijn nieuwe, in maart 2023 verschenen roman, al heb ik er wat gemengde gevoelens bij..

Helemaal op de laatste bladzijde van dat nieuwe boek, De wûndere leafde fan Emine en Einte, legt de schrijver uit dat hij het boek – op een enkel woord of zinnetje na – in het Fries heeft geschreven, hoewel de beide hoofdpersonen Engels (‘Globish’) met elkaar spreken. Dat geldt ook voor de situaties waarin er Duits gesproken wordt, of Turks of Nederlands. Die uitleg is volslagen overbodig en als die uitleg nodig zou zijn, staat die helemaal achterin ook wel op een merkwaardige plaats.

Voorkant De wúndere leafde fan Emine en Einte.

Datzelfde geldt voor de allerlaatste zin, over de songteksten die in het boek een belangrijke rol spelen: “Achter yn it boek binne fan alle acht lieten sawol de Dútske as Fryske tekstfarianten opnaam.” Tsja, een normale lezer, die het boek van begin tot eind leest, had dat zelf ook al gezien. Die neiging tot uitleggen – net als het opnemen van overbodige details – speelt de schrijver jammer genoeg wel vaker parten.

Zo zingt Emine in het Fries voor Einte een liedje over het weggaan uit Istanbul om een nieuwe start in Friesland te maken. De lezer ondergaat de ontroering die in deze passage tussen de regels door te voelen is, maar dat wordt tenietgedaan door wat erop volgt: “It bestiet dat men sa oandien is dat prikels troch it heule liif gean, dat men it op de hûd fielt en sprakeleas wurdt.” Door deze uitleg is de ontroering meteen weer weg. Dergelijke overbodige toelichtingen doen afbreuk aan de sterke opzet en de interessante thematiek van deze ’tendensroman’.

Die thematiek komt voort uit de geschiedenis van de beide hoofdpersonen. Die kennen lezers van Verfs roman Bûtenman & Bûtenfrou (2013) al, waarin ze ook de hoofdrol speelden. Deze nieuwe roman gaat verder waar het eerste boek ophield en het klopt wat de achterflap zegt, namelijk dat De wûndere leafde fan Emine en Einte prima te lezen is voor wie het eerste boek niet kent.

Voorzijde Bûtenman & Bûtenfrou.

De voorgeschiedenis – en Verf weet op uitstekende wijze die voorgeschiedenis in het nieuwe boek bij stukjes en beetjes op te dienen – is in vogelvlucht als volgt. Einte groeit op in Friesland. Onder andere door de zelfmoord van zijn moeder raakt hij op jonge leeftijd verzeild in de drugshandel. Hij zit twee jaar in de gevangenis. Als hij eruit komt, vermoordt hij zijn opdrachtgever en laat iemand anders die bij de drugscriminaliteit betrokken is daarvoor opdraaien. Hij vlucht zelf naar Istanbul waar hij Emine treft op wie hij verliefd wordt.

Emine is opgegroeid in Berlijn in een uit Turkije afkomstige familie. Tegen de zin van haar vader komt ze als zangeres van een bandje in de Berlijnse muziekscene terecht. Ze raakt zwanger van een Noorse muzikant. Die voelt er niets voor om vader te worden en vertrekt. Emine krijgt een dochter, Nergis, is niet meer welkom bij haar familie en gaat met haar baby naar Istanbul, waar ze Einte treft op wie ze verliefd wordt.

Omdat Einte niet wil dat Emine zich verbindt met iemand die niet alleen een verleden als drugscrimineel heeft, maar na zijn gevangenisstraf ook nog eens iemand – een drugsbaas – vermoord heeft, wil hij stiekem voor hun volgende afspraakje verdwijnen naar Nederland om daar in een groot anoniem hotel zelfmoord te plegen. Daar eindigt Bûtenman & Bûtenfrou en begint De wûndere leafde fan Emine en Einte.

Wat er overigens wonderlijk is aan die liefde weet ik niet, want Verf weet die liefde heel logisch en overtuigend te beschrijven. Bijna aan het eind van het boek wordt het dan ook beter verwoord via Einte: “Emine en Einte. In wûnderlik ferhaal.” Want een wonderlijk verhaal is dit wel te noemen. Het is bijvoorbeeld wonderlijk hoeveel problematiek de schrijver in het boek heeft weten te stoppen. Voorbeelden daarvan: Einte is een donkere man – hij heeft een Surinaamse vader – en wordt de niet-biologische vader van Nergis die blauwe ogen heeft. Hij tobt met nachtmerries over de moord die hij gepleegd heeft, wat hij niet met Emine kan bespreken.

Achterzijde De wúndere leafde fan Emine en Einte.

Emine heeft in Istanboel alleen nog contact met haar Berlijns-Turkse familie via een briefwisseling met haar zus Ayse die in Berlijn in een opvanghuis voor vrouwen gaat werken. Emine reist ook een keer naar Berlijn voor de diplomering van haar zus en heeft dan zowaar even contact met haar moeder. Ayse komt er later in het boek via een relatie met een collega achter dat ze lesbisch is. Die collega heeft grote problemen met een gewelddadige ex en ook Ayse raakt daarbij pijnlijk betrokken.

Het briefcontact tussen Ayse in Berlijn en Emine blijft, ook als Einte, Emine en Nergis van Istanbul naar Friesland verhuisd zijn. Ayse brengt zelfs een bezoek aan Friesland. Daar krijgt Emine ook de beschikking over een muziekstudio. Zo begint ze in het Duits liedjes te schrijven over haar geschiedenis met Einte.

Einte gaat in therapie. Tegen Emine zegt hij dat hij de nachtmerries over de zelfmoord van zijn moeder wil verwerken, maar in werkelijkheid gaat het over de moord die hij gepleegd heeft. De therapiesessies worden nogal uitgebreid beschreven. Hoe indringend de sessies ook zijn, hier remmen de uitvoerige beschrijvingen van de therapiegesprekken de spanning in het verhaal enigszins.

Het verhaal wordt afwisselend verteld door de ogen van Einte en Emine. Dat geeft een heel aardig inkijkje in de beleving van beide hoofdpersonen. De lezer weet daardoor meer dan elk van beide hoofdpersonen afzonderlijk. Dat is meestal interessant, een enkele keer doet die afwisseling wat geforceerd en kunstmatig aan. Een belangrijke gebeurtenis als de geboorte van de tweede dochter krijgen we zelfs twee keer achter elkaar te lezen. Een keer via Emine en daarna nog eens via Einte, met als flauwe hoofdstuktitel: ‘Einte belibbet de befalling (sa’t allinne hy dat kin)’.

Het kunstmatige geldt nog meer voor de hoofdstukken in cursieve letters die zo nu en dan tussen de gewone hoofdstukken in staan. Daarin vat de verteller vaak wat tijd samen. Dat levert nogal overbodig aandoende alinea’s op als: “De krystdagen binne drok foar Emine (. . .). Op it wurk fan Einte is der in nijjiersgearkomste (. . . ). Jannewaris is krekt sa wiet en sigerich as desimber. Der bart neat dat de muoite wurdich is (. . .). Yn de rin fan febrewaris komt wol it ljocht werom. (. . .). Yn maart straft de natoer harren wer mei hagelbuien, wiete snie, hurde rein en dweiltrochwiete ikkerkes.”

Oorspronkelijk in het Duits geschreven liedje dat Emine in het Fries voor Einte zingt.

Met Einte samen maakt Emine muziek bij haar liedteksten. Einte vertaalt de Duitse liedjes in het Fries. Dat lijkt even een verhaallijntje dat een beetje blijft hangen, maar dat krijgt wel degelijk nog betekenis. Emine zingt een van die Friese vertalingen een keertje voor de jongens van haar oude Berlijnse band. Die band komt weer bij elkaar en maakt een cd  van de (Duitse) liedjes. Dat resulteert ook na zoveel jaren weer in een optreden van de band in Berlijn, nu met Einte als bassist. Het succes van de cd en de band stellen Emine en Einte voor de keus: doorgaan met de band, wat met twee kleine kinderen nogal lastig is, of kiezen voor een rustiger leven in Friesland zonder de hectiek van optredens.

Het is jammer dat de schrijver zoveel, misschien wel te veel, in dit boek heeft willen stoppen. Want er is niks mis met de thematiek die hij aanroert, de problemen en de dilemma’s  van de hoofdpersonages zijn interessant genoeg. Ook het idee achter de manier van uitwerken van de thematiek is op zich boeiend. En bij vlagen laat Verf zien dat hij kan schrijven: hij wekt voldoende spanning op en weet soms ook te ontroeren. Maar misschien had hij zich iets meer moeten beperken.

© Jelle van der Meulen