De provincies Utrecht en Gelderland raken zo langzamerhand van de leg door de aanwezigheid van de wolf. Eerst is er vorige week een boze wolf die een Stabijhoun grijpt en kort daarop wordt een zesjarig jochie meegesleurd door een andere wolf. Intussen wordt aan een specifiek exemplaar de naam Bram gegeven. Straks melden zich gegadigden bij de Dierenbescherming om met wolven te knuffelen.
De NOS schrijft bij de aanval op het zesjarig jongetje dat het vermoedelijk om een wolf ging. Als de dag van morgen langer duurt dan de huidige, is dat volgens deze zender, vrijwel zeker ook vermoedelijk. Bij deze publieke zendgemachtigde is alles mogelijk namelijk. Hilarisch en tegelijk verontrustend natuurlijk dat de NOS geen hoog inhoudelijk niveau heeft in vraagstukken rondom de wolf.
De uitbreiding van de wolvenroedels gaat gewoon door. In de loop van 2026 gaan eenjarige mannetjeswolven op zoek naar een biotoop om daar vervolgens een roedel te stichten. Dit is een geheel natuurlijk proces. De centrale vraag is wat het beleid van de Nederlandse overheid wordt, indien aanvallen van wolven blijven doorgaan en het wachten is op een dodelijk slachtoffer. Dan slaat het sentiment in onze brave polderland snel om.
Leidinggevenden bij Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en tal van (dieren) organisaties moeten zich dan nog maar eens achter de oren krabben over de goedwillende maar veelal naïeve uitlatingen over de aanwezigheid van de wolf in de Nederlandse natuur.
De wolf heeft het voorzien op schapen, runderen, paarden, moeflons
en beetje bij beetje ook op honden en kinderen, die de wolf voor wild aanziet. De wolf beschikt over een gezonde natuurlijke code, maar die geeft geen ethische beoordeling door. Deze is voorbehouden aan de mens.
Nuchter en realistisch geanalyseerd gaat de positie van de wolf in ons polderland veranderen. En die houdt in: dat naarmate meer mensen worden aangevallen, en eventueel gedood, de wolf zal worden afgeschoten. Een groep fanatieke voorstanders van dit indrukwekkende dier zal zich daarbij neer moeten leggen.
Wiebe Dooper