Ik verlang naar de kerst, een kerstboom en het kerstbrood. Ook denk ik aan de gezellige kribbe vol met beeldjes, zoals die van de net geboren Jezus, moeder Maria, de schaapjes en de grote os.
En ergens achteraan de herders die binnenkomen met goud, mirre en wierook. Jozef vertrekt plotsklaps. Hij wil een eindje verwijderd van de muffe grot ergens lekker een sigaretje roken.
In mijn gedachten zingt het kerkkoor prachtig en de dirigent slaat de maat nauwkeurig aan. Meneer pastoor is in bloedvorm. Hij preekt fantastisch en dat werkt positief door op hoge giften in de collecteschaal.
Het mijmert fijn over een warme en gezellige kerst, terwijl het niet lukken gaat met de aanstaande zomer, want die verregend als nooit tevoren. Deze voorspelling zal klimatologen en andere weergeleerden versteld doen staan.
Wiebe Dooper