Categorieën
Poëzie

VREEMDE EEND

Ik bemachtigde een baantje in het hospitaal.
Vier dagen werkte ik er.
Patiënten schonk ik geen ochtendthee maar trappistenbier.

Bij de Jumbo zat ik slechts anderhalf uur achter de kassa.
Arme mensen met beschuit en nasikruiden liet ik niet betalen.
De chef vuurrood en boos.

Vrijwilligerswerk in het lokaal museum duurde een week.
Door mijn onhandig toedoen viel een vitrine om.
Kostbare eeuwenoude objecten kapot en waardeloos.

Ook nog twee weken lesgegeven op een avondschool.
Als gerenommeerde docent natuurkunde van start.
Echter geen enkele orde in de klas; meer chaos.

Vorig weekeinde was ik brugwachter.
Van twee kanten liet ik bootverkeer doorvaren.
Botsend staal in het kanaal.

Mijn plek is thuis op de bank.
Lekker met de poes op schoot.
En genieten van jam op brood.

© Wiebe Dooper