Mijnenjager Zr.Ms. Makkum meerde afgelopen dagen aan in de haven van Makkum. ‘Het is binnen de marine een oude traditie om schepen te vernoemen naar steden. (…) Mijnenjagers, en vroeger de mijnenvegers, worden veelal vernoemd naar middelgrote of kleine steden’, aldus het ministerie van Defensie.
Interessant is dat ook wordt vermeld dat Makkum in de Middeleeuwen
‘Poort naar de Zuiderzee’ werd genoemd. Dit had als achtergrond dat er twee sluizen waren en eigendom van een in de omtrek gelegen klooster. Door de aanwezigheid van de sluizen slaagde Makkum erin een handelscentrum van betekenis te worden ‘met een strategische positie’.
De bloeitijd lag voor Makkum in de Gouden Eeuw: vanaf de zeventiende tot in de achttiende eeuw. In de daaropvolgende eeuw ging de positie van achteruit door het verzanden van de Zuiderzee en ‘het groter worden van de schepen, waardoor de haven van Makkum niet meer bereikt kon worden’.
Wiebe Dooper
Geraadpleegde bron:
https://www.defensie.nl/organisatie/marine/eenheden/schepen/zr-ms-makkum