Categorieën
Cultuur Fryslân Geschiedenis Literatuur Overpeinzingen uit Koudum

Histoarysk Koudum: ‘Een Lolke Dokkum’

Zoals ik de afgelopen maanden met Koudumers rond 1889 bezig ben geweest, leefde ik begin 2023 ook al in de negentiende eeuw in Koudum. Zo noemde mijn vrouw dat, als ik mij weer terugtrok achter de computer om allerlei dingen uit te zoeken over een Koudumer jongen uit die tijd. En ja, ik leefde in zekere zin een paar weken met hem. Lolke Dokkum is zijn naam en er waren in de negentiende eeuw wel meer Koudumers met die naam. Zijn vader bijvoorbeeld en een latere halfbroer of een neef. Maar de Lolke Dokkum met wie ik mij beziggehouden heb, leefde van 1869 tot 1883. Oud is hij dus niet geworden.

Detail van de geboorteakte van Lolke Dokkum.

Waar deze Lolke Dokkum precies aan is overleden, heb ik niet kunnen achterhalen. Hij was ziek, dat weten we, maar aan welke ziekte hij leed? Neef Lolke Dokkum vraagt in september 1883 aan het eind van een brief aan de vader van de net gestorven Lolke: “Zeer gaarne zou ik wel willen, als U mij eens schreef en iets meldde van Lolkes ziekte en laatste levensdagen. Dan zou U mij ontzettend veel plezier doen.” Maar als vader daarop al per brief antwoord gegeven heeft, dan is die brief niet bewaard.

Wel zijn naast de brief van neef Lolke nog 113 andere brieven rond Lolke Dokkum (1869-1883) uit de periode 1882-1883 bewaard gebleven. In januari 1882 ging Lolke als ‘kwekeling’ naar het internaat De Klokkenberg in Nijmegen om als onderwijzer te worden opgeleid. Hij schreef zelf brieven aan zijn vader, moeder, broer en vriend, en brieven die aan hem geschreven werden zijn ook bewaard (zij het niet compleet), net als een aantal brieven die na zijn dood over hem geschreven werden.

Begin van een brief van Lolke Dokkum aan zijn ouders, geschreven 7 oktober 1882.

Deze Lolke Dokkum ging al op twaalfjarige leeftijd naar dat internaat en was een jaar jonger dan klasgenoten. Via de brieven komen we aardig wat te weten over zijn tijd op de Klokkenberg. En ook hoe het reizen van Koudum naar Nijmegen – en weer terug – ging. Dat had nogal wat voeten in de aarde. Zo kon de reis van Nijmegen naar Koudum met de trein via Arnhem naar Amsterdam en vandaar verder met de boot naar Workum. Daar moest zijn vader hem dan met paard en wagen ophalen om naar Koudum te komen. Of met de trein van Nijmegen via Arnhem naar Akkrum, verder met de stoomboot naar Sneek en via een andere boot naar Workum waar vader hem kon ophalen.

Advertentie van de stoombootdienst Sneek-Akkrum, waar Lolke wel gebruik van maakte. Leeuwarder Courant, 31-10-1882.

In de brieven vanuit Koudum naar Nijmegen worden soms specifieke gebeurtenissen over dorps- of streekgenoten genoemd. In de brieven van Nijmegen naar Koudum gaat het uiteraard vaak over het reilen en zeilen op het internaat. Lolke vraagt dan bijvoorbeeld om kleding, versnaperingen, een kammetje en wat zakgeld. Ook vertelt hij over dominees die hij ’s zondag beluistert, over zijn gezondheid (hij is regelmatig ziek), over wat hij zoal eet op De Klokkenberg, over medestudenten en over vakken die hij krijgt.

Als Lolke na de zomervakantie begin september 1883 wegens ziekte niet terugkomt in Nijmegen schrijven enkele vrienden hem. Vriend Potma schrijft dat ze net vakantie hebben gehad, maar nu alweer praten over de volgende vakantie: “De jongens (en daar onder behoor ook ik) praten nu al weer van over 16 weken. Nu ik hoop van harte, dat gij daar ook gauw weer over mee moogt praten, ook in ‘De Nar’.” De Nar is de schoolkrant en Lolke zat in de redactie daarvan. Vriend Van Gaalen schrijft: “Ook moet ik u de complimenten van Floor en Kooij doen en u melden dat de laatste met Schöttlendreier besloten hebben de ‘Nar’ voort te zetten tot uwe terugkomst.”

Die terugkomst zal niet meer gebeuren. Op 19 september 1883 komt op De Klokkenberg in Nijmegen het bericht van vader dat Lolke op sterven ligt. Maar liefst vijf klasgenoten schrijven, net als de directeur, direct een brief naar Lolke of zijn vader met daarin zinnen als “Ik zou u nog gaarne eens zien, maar dat kan niet, daarom zijt gesterkt en hebt goeden moed, want Hij zal als Hij u van deze aarde wegneemt, zeker liefderijk in zijne armen ontvangen.” Of “Ik wens vurig en ik bid het voor u van den Heer, dat ge nog weder in ons midden mag komen maar indien het niet zoo was indien de Heer u weg nam waart ge dan bereid, kondet ge tot hem vlieden en zeggen: Mijn Heer en mijn God?”

Overlijdensacte van Lolke Dokkum uit 1883.

Deze brieven zal Lolke niet meer onder ogen gehad hebben. Hij overleed, 14 jaar oud, op 20 september 1883 ’s middags om twee uur. Er zijn verschillende condoleancebrieven aan de ouders bewaard gebleven. Een daarvan is van S. van der Kooi, op dat moment onderwijzer in Wirdum, maar hij was in Koudum een van de onderwijzers van Lolke geweest:

Ik heb hem gekend, Uwen eerstgeborene, met zijn donker haar en diepe donkere oogen, met zijn stillen eenvoud en zijne buitengewone vlugheid in ‘t leeren reeds als knaap van vier à vijf jaar, zoodat hij allen vooruitstreefde zonder het zelf op te merken. Duidelijk kwam in de verloopene 9 à 10 jaren, of na mijn vertrek uit Koudum, meermalen zijn beeld mij voor de geest, en wanneer ik somtijds een buitengewoon vluggen en uitgelezen geest onder de schoolknapen aantrof, zei ik wel eens: het is een Lolke Dokkum.

‘Een Lolke Dokkum’! Jammer genoeg is er geen portret van deze Lolke Dokkum bewaard gebleven. Die moet er wel geweest zijn. In juni 1884 bedanken twee schoolvrienden van Lolke vader Dokkum voor het aan hen toegezonden portret van Lolke. Hoewel, geen foto bewaard gebleven? Er is een foto van Jaay Deinum, de moeder van Lolke, waarop ze een baby op schoot heeft. Mogelijk is dat de kleine Lolke.

Een uitgebreider stuk over deze Lolke Dokkum staat op de website van Histoarysk Koudum: https://historisch.koudum.nl/index.php/familiealbums/familiealbums-d-f-tegels/lolke-dokkum-1869-1883

© Jelle van der Meulen