Categorieën
Columns Politiek

WAT TOE DOEN MET EEN KABINETSCRISIS?

(tekst: J.Th.J. van den Berg op Parlement.com)

Dat wij over zoiets als ‘demissionaire kabinetten’ spreken is toe te schrijven aan de evenredige vertegenwoordiging die de relatie tussen verkiezingen en kabinetsvorming steeds nauwer heeft gemaakt. Het begin ligt in 1922, toen de gewoonte is ontstaan dat op de dag van de verkiezingen een zittend kabinet zijn ontslag indiende.

Daartoe bestond geen grondwettelijke verplichting, de Grondwet legt nauwelijks enige relatie tussen Kamerverkiezingen en kabinetsvorming. In dat jaar was de premier, de katholiek Ruijs de Beerenbrouck i, ook niet van plan om ontslag in te dienen, want zijn meerderheid was alleen maar sterker geworden. Maar, de antipapistische koningin Wilhelmina en de protestantse politieke leiders vonden een katholieke premier eigenlijk maar niks en verzonnen allerlei staatsrechtelijke smoezen om Ruijs alsnog tot ontslag te dwingen. Veel helpen deed het niet: hij nam weliswaar ontslag, maar keerde na de formatie onder druk van de katholieke Kamerfractie weer terug.

Leest u verder via: Wat te doen met een kabinetscrisis? – Parlement.com