Terpstra is soldaat in het Nederlandse leger. Zijn meerdere, een wat bazige sergeant, geeft hem opdracht dienst te doen als wachtpost bij een kanon. Als de sergeant gaat controleren, blijkt Terpstra verdwenen.
De sergeant gaat op zoek. Hij treft Terpstra slapend in de kazerne aan, waar hij een enorme uitbrander krijgt.
‘Blijft u maar rustig, meneer sergeant, want boos worden is niet goed voor uw hart’, zegt Terpstra.
En: ‘Mijn post heb ik niet zomaar verlaten. Ik probeerde het kanon te verplaatsen, maar dat lukte niet alleen. Dus één persoon kan dat gevaarte ook niet kan stelen. Als er meer vijanden zouden komen was ik evengoed kansloos. Daarom besloot ik rustig een tukkie doen.’
Categorieën