Categorieën
Boeken Cultuur Geschiedenis Literatuur Overpeinzingen uit Koudum

Koudum in de literatuur: J.E. Schut – Galama, of de bevrijding van Vriesland (1833)

De historische avonturenroman Galama, of de bevrijding van Vriesland van J.E. Schut uit 1833 wordt door literatuurbeschouwers afgedaan als een tweederangs roman – of erger. Nog in 2003 begint Kees Thomassen een artikel in het Nieuw Letterkundig Magazijn over het handschrift van de 19e-eeuwse schrijver en criticus E.J. Potgieter (1808-1875) met de zin: “Wie kent nog J.E. Schut, schrijver van Galama, of de Bevrijding van Vriesland? Dat de man na een dodelijke recensie van Potgieter nog een pen op het papier durfde te zetten mag een wonder heten.”

Buste van E.J. Potgieter in zijn geboortestad Zwolle.

De hoofdpersoon in Galama, of de bevrijding van Vriesland is ‘de jeugdige Galama’ – een voornaam krijgt hij niet – en hij studeert aan de vooravond van de Tachtigjarige Oorlog in Brussel. Zijn vader, Hartman Galama, raadt hem aan daar weg te gaan vanwege de gevaarlijke situatie en wordt zelf met de graven Egmond en Hoorne en andere edelen gevangengenomen en niet veel later onthoofd. De jonge Galama, hoewel katholiek, sluit zich aan bij de opstandelingen tegen Spanje.

Zo beleeft hij tal van avonturen als hopman in dienst van Willem de Zwijger, de Prins van Oranje. Enkele jaren later, als Galama terug is in Friesland, helpt hij mee om de Noordelijke Nederlanden te bevrijden uit de Spaanse overheersing. Ook op het gebied van de liefde zijn er nogal wat perikelen. Galama wordt hopeloos verliefd op Klara, een Spaanse jonkvrouw die uiteraard geacht wordt met een ander te trouwen en bovendien lijkt het erop dat de vader van Klara de beul is die de vader van Galama onthoofdde.

Koudum speelt zijn bescheiden rolletje in dit verhaal. Tegen het eind van het boek is Galama in Cornjum bij de grietman Martena. Hij denkt erover om eens naar Koudum te reizen, want Klara verblijft daar op het kasteel van de graaf van Westergo en hij is nog steeds verliefd op haar, ook al is zij nu bij de graaf. Op een winterdag gaat Galama naar Koudum en zo begint hoofdstuk XV, het laatste hoofdstuk van Galama, of de bevrijding van Vriesland:

Het begin van hoofdstuk 15 waarin de hoofdpersoon te paard naar Koudum gaat.

“In het meer noordelijke gedeelte van het Graafschap Westergoo ligt het welvarende dorp Koudum, en niet verre van daar, op een’ der in Vriesland veelvuldige terpen, het kasteel, met een heerlijk uitzigt op de rondom en lager gelegene vrugtbare landouwen.” Hoe levendig Schut de omstreken van Koudum in de tweede helft van de 16e eeuw verder ook beschrijft, enige betrouwbaarheid kunnen we niet verwachten van deze romanschrijver, ook over ‘Koudum’ niet.

Het begin van het citaat over Koudum verraadt dat al. Het vroegere graafschap Westergo kwam ruwweg overeen met het westen van de huidige provincie Friesland en dan ligt Koudum toch echt in het zuidelijk deel daarvan. Niet voor niets deed een actiegroep in 2010 bij de voorbereidingen voor de nieuwe gemeente Súdwest-Fryslân serieuze pogingen om de naam Súdwestergo te kiezen voor de fusiegemeente. Bovendien was er in de 16e eeuw al een tijdje geen sprake meer van een graafschap Westergo, laat staan dat de graaf van Westergo zijn domicilie zou hebben gehad in een kasteel bij Koudum. En terpen in de buurt van Koudum?

Westergo, kaart van Jacob Aertz. Colom, 1635.

Maar Koudum blijkt in de historische roman van J.E. Schut dus een grafelijk kasteel op een terp te bezitten, waar Klara als gravin verblijft met Bernardino de graaf. Want Klara is de reden van het bezoek van Galama aan Koudum. En Galama blijkt juist naar Koudum te zijn gekomen op de dag van een grote schaatswedstrijd. En als Galama verneemt dat Klara de prijs van die wedstrijd zal uitreiken, wil hij meedoen. Die schaatswedstrijd wint hij natuurlijk en Galama wordt op het kasteel uitgenodigd. Dan blijkt dat Klara niet de vrouw van de graaf is, maar diens zus. Zo worden aan het eind van deze roman misverstanden opgelost en komt alles natuurlijk toch goed.

Overigens vond Potgieter in zijn vernietigende recensie de bladzijden over het schaatsenrijden – die zich dus in Koudum zouden hebben afgespeeld – het minst slechte aan deze historische roman: “Mogt hij verlangend zijn te weten, wat wij in den Galama het best gevonden hebben, het is het tafereel van het schaatsrijden, bl. 286-298, waaruit wij ons verpligt zouden houden, eene proeve mede te deelen, zoo het geheele boek niet beneden het middelmatige ware.”

Tekening van Jacobus Stellingwerf van Galamastate uit 1722. Afbeelding afkomstig van website Histoarysk Koudum.

Tot slot nog wat feitjes die J.E. Schut in 1833 blijkbaar niet kende. Koudum kende in de zestiende eeuw twee ‘kasteelachtige’ gebouwen, Galamastate en Epemastate. Schut kent de benaming ‘state’ voor dergelijke landhuizen in Friesland niet. Ook Martenastate in Kornjum, waar Galama na zijn terugkomst naar Friesland verblijft, wordt door Schut het ‘kasteel’ genoemd van (Doecke van) Martena, één van de belangrijkste leiders van de geuzen.

Galamastate in Koudum was in de zestiende eeuw in het bezit van de familie Galama. Hartman (ook wel Hermannus) van Galama (1533-1568) was een van de achttien Nederlandse edelen die op 1 juni 1568 in Brussel werden onthoofd, vier dagen voor de onthoofding van de graven Egmond en Horne. De Spanjaarden richtten de moordpartij op de edelen der Lage Landen aan als vergelding voor het verliezen van de slag bij Heiligerlee op 23 mei 1568, die gezien wordt als de start van de Tachtigjarige Oorlog.

Achttien edelen onthoofd te Brussel in 1568. Tekening van Frans Hogenberg, Rijksmuseum.

Die Hartman Galama moet de vader zijn van de hoofdpersoon in Galama, of de bevrijding van Vriesland. Maar voor zover bekend had deze Hartman geen kinderen. Ook Seerp van Galama, een broer van Hartman werd naar Brussel ontboden, maar hij verkoos niet te gaan en vocht zo mee in de door de opstandelingen verloren Slag bij Jemmingen op 21 juli 1568. Potgieter beklaagt zich er in zijn recensie over dat Schut die Seerp van Galama en zijn dappere daden in de Slag bij Jemmingen helemaal niet noemt.

Van Hartman (van) Galama weten we het niet, maar van Seerp van Galama wordt gezegd dat hij op Galamastate in Koudum geboren is, op 25 oktober 1528.

© Jelle van der Meulen