Categorieën
Boeken Cultuur Fryslân Kunst Overpeinzingen uit Koudum

Expositie en boek over Jan Frearks van der Bij

Sinds ik in Koudum woon, ben ik gaan beseffen dat Friesland best een grote provincie is. Ja, en dat Koudum bepaald niet centraal gelegen is. Dat geeft niet, want ik woon er met onwijs veel plezier. Maar dat betekent soms wel een uurtje rijden (met de auto, het openbaar vervoer is zeker op sommige trajecten helemaal niet te doen, al probeer ik het wel eens), bijvoorbeeld om een expositie in Drachten te zien.

Mede door corona waren we er nog niet eerder aan toegekomen om een bezoek te brengen aan Museum Dr8888. Maar wat een mooi museum is dat! Zeker met een expositie als de huidige: ‘Kracht en kleur’ met het werk van Jan Frearks van der Bij (1922-2013). Onderdeel van de expositie is onder andere de vertoning van een filmpje waarin Van der Bij zelf over zijn werk praat. Het is een genot om naar de kunstenaar zelf te luisteren, het werkt onthaastend.

Voorkant ‘Keunstner tusken berop en ropping’, uitgegeven door Wijdemeer.

En wat mooi dat het mogelijk is om nog lang van de expositie na te genieten met het prachtboek dat ter gelegenheid van de expositie verschenen is: ‘Keunstner tusken berop en ropping’. Het boek – met uiteraard veel foto’s van het veelal kleurige werk van Van der Bij – is gemaakt door Elske Schotanus en Gitte Brugman. Schotanus schrijft over het leven, Brugman over het werk van de kunstenaar. Ja, dan lees je wel eens dingen twee keer, daar waarschuwt het voorwoord al voor.

Je kunt zelfs dingen wel vier keer lezen, omdat de teksten – deels via een samenvatting – zowel in het Fries als in het Nederlands in het boek staan. Er is voor gekozen om het Fries zo veel mogelijk als eerste taal te gebruiken, “omdat Van der Bij die taal zelf ook altijd gebruikte”. Dat Fries is dan ook te horen op het vertoonde filmpje in het museum en zie je ook terug in de titels van zijn werken.

Jan van der Bij was als kunstenaar autodidact, maar hij deed op de ambachtsschool wel de opleiding tot huisschilder en daarna een opleiding aan de Avond-Vakteekenschool. Hij nam verder tekenlessen bij de Groninger kunstenaar Herman Dijkstra. Die helpt hem aan een baantje bij een drukkerij als reclametekenaar. Daarmee kon Van der Bij in de Tweede Wereldoorlog ook aan de Arbeidseinsatz ontkomen, al dook hij later in de oorlog toch onder.

Na de oorlog volgt Jan van der Bij samen met Pier Feddema één keer in de drie weken weer les in Groningen bij Herman Dijkstra. Daar leren ze Klaas Koopmans, Jaap Rusticus en Sjoerd Huizinga kennen. Met zijn vijven vormen ze de kunstenaarsgroep Yn ‘e line waarin ze elkaar een aantal jaren stimuleren en elk een eigen stijl ontwikkelen.

In de jaren vijftig exposeren ze als groep, en recensenten vergelijken hun werk met dat van de Groninger expressionisten van De Ploeg. Van der Bij wordt in kranten geprezen om zijn gloeiende kleuren (Friesch Dagblad) en krachtige donkere contouren (Friese Koerier). Hij wil geen gebruik maken van de Beeldende Kunstenaars Regeling en verdient zijn brood als reclametekenaar. Hij maakt ook boek- en stofomslagen van Friese boeken zoals de ‘Rimen en teltsjes’, wandplastieken en mozaïeken.

Mozaïek ‘De wûnderlike spiziging’ (1979) op de muur van de LEAO in Drachten.

De van huis uit gereformeerde Jan van der Bij maakte veel christelijk geïnspireerde glas-in-loodramen en mozaïeken voor christelijke scholen. Dat soort werk heeft hij hard nodig als hij in 1963 bij de drukkerij ontslagen wordt. Hij wordt tekenleraar op een middelbare school en, nadat hij in de avonduren een akte handenarbeid haalt, leraar tekenen en handenarbeid.

Door zijn baan en mozaïekopdrachten staat zijn schilderwerk op een laag pitje. Dat ontwikkelt zich pas weer na zijn vervroegde pensionering. Daartoe aangemoedigd door galerie De Vis in Harlingen schildert Jan van der Bij abstracte landschappen, portretten en dieren, enigszins in een aan het expressionisme verwante stijl, met heldere, primaire kleuren.

Zelfportret (50x40cm) van Jan Frearks van der Bij uit 1977. Illustratie uit ‘Keunstner tusken berop en ropping’.

Dat alles resulteert in een expositie in het Fries Museum ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag. Gitte Brugmans concludeert aan het eind van haar beschouwing dat Jan Frearks van der Bij zich als tekentalent heeft weten te ontwikkelen tot een schilder die – ondanks zijn wat weinig vernieuwende inslag – ruimschoots zijn plek verdient in de Friese kunsthistorie.

Hoe Van der Bij zich als schilder ontwikkelde is behalve te lezen in het heerlijk boek ‘Keunstner tusken berop en ropping’ ook te zien in het werk dat nog tot 16 april geëxposeerd wordt in Museum Dr8888. Naast de expositie in Museum Dr8888 zijn in Friesland op verschillende openbare gebouwen mozaïeken van Van der Bij te bekijken. Het museum heeft die verzameld in een folder en heeft ook een digitale mozaïektour samengesteld, waarin een aantal mozaïeken van Van der Bij getoond worden die gebaseerd zijn op Bijbelse verhalen.

© Jelle van der Meulen