Categorieën
Dieren Natuur en milieu Overpeinzingen uit Koudum

De zeearenden van Koudum

In de periode dat mijn vrouw en ik van Noord-Holland naar Koudum verhuisden, kwamen van de andere kant, vanuit Duitsland namelijk, twee zeearenden naar Koudum gevlogen. Nog niet als echtpaar, want de vogels vonden elkaar ergens in de bosjes aan de Fluessen tegenover vakantiepark De Kuilart. En wat hebben de zeearenden van Koudum het goed gedaan dit jaar! Dat mogen we inmiddels gerust zeggen, nu gebleken is dat het zeearendenpaar in het Koudumer Boskje maar liefst drie jongen heeft grootgebracht. Geen unicum, maar wel bijzonder.

Het gebied waarin de zeearenden in Koudum hun nest – zo’n tweeëneenhalve meter in doorsnee – hebben, wordt beheerd door It Fryske Gea. Het gebied is streng verboden en wordt zelfs niet betreden door de mensen van It Fryske Gea zelf, om de rust te bewaren die deze vogels nodig hebben. Met een verrekijker zijn de zeearenden wel te zien en met een goede camera met telelens ook te fotograferen of te filmen vanaf de parkeerplaats bij het aquaduct van Galamadammen. Daar verzamelen zich tijdens het broedseizoen vrijwel elke dag wel vogelliefhebbers die fotograferen en filmpjes maken. Ze houden tegelijk in de gaten of niemand het in zijn hoofd haalt om het gebied van het nest te betreden.

Dat betekent ook dat er vanaf die afstand, zo’n driehonderd meter, niet echt ín het nest gekeken kan worden. Eieren kun je dus niet in het nest zien, wel bijvoorbeeld dat er gebroed wordt. Dat een eerste kuiken rond 7 april 2022 uit het ei is gekropen, was door kenners aan het gedrag van de ouders af te lezen en op 11 april waren er twee witte kopjes boven de nestrand te zien. Pas een week later bleek dat er drie jongen in het nest zaten. Die groeiden voorspoedig op, maar bij vliegoefeningen op het nest vloog of viel een van de drie jongen op 16 juni iets te vroeg uit het nest.

Albert Draaijer, de Koudumer fotograaf die het zeearendennest in Koudum het meest intensief volgt, was er vanaf het begin van overtuigd dat de ouders het uit het nest gevallen jong wel van voedsel bleven voorzien nu het op de grond zat. Maar het jong was sinds 16 juni niet meer gezien, daarom was het bericht van Draaijer van half juli een bevrijding voor de liefhebbers van de zeearend: “Alle drie jonge zeearenden zijn springlevend. Ik heb ze vanmiddag kunnen filmen in het weiland nabij het fietspad. Twee jongen werden bevoorraad door een van de ouders en verderop zat er ook een jong nabij een hek en dat kreeg tien minuten later ook een prooi van een van de ouders. Kortom etenstijd in het weiland. Eindelijk is er duidelijkheid, de familie is nog mooi compleet. Een wauw gevoel.”

Nest van zeearenden bij Koudum, eind mei 2022. © Albert Draaijer

Het zeearendenpaar bij Koudum is een goed voorbeeld van het succes van deze grootste roofvogel van Noord-Europa, die ook wel ‘vliegende deur’ wordt genoemd vanwege zijn vleugelspanwijdte van twee tot tweeëneenhalve meter. Oorspronkelijk kwam de zeearend in heel Europa voor, maar aan het einde van de negentiende eeuw waren zeearenden in veel Europese landen bijna verdwenen, met name doordat ze bejaagd werden. Wat er aan zeearenden in Europa over was, kreeg de nekslag door het gebruik van pesticiden. Door de inperking van pesticiden aan het eind van de vorige eeuw, begon de bijna geheel verdwenen populatie zeearenden in Europa zich langzaam te herstellen.

Zeearenden kwamen in Nederland in de 20e eeuw helemaal niet meer voor. Aan het eind van die eeuw werden er plannen gemaakt om deze vogel te herintroduceren in ons land. Maar voordat deze plannen doorgezet werden, kwam de zeearend in het begin van de 21e eeuw, mede onder invloed van de toename van het aantal zeearenden in Duitsland, uit zichzelf naar ons land. In 2006 broedde er in de Oostvaardersplassen voor het eerst weer een paartje zeearenden in Nederland en kreeg jongen.

Na het eerste succesvolle paar groeide het aantal broedparen in Nederland jaarlijks, met een record in 2022: 24 nesten werden er dit jaar door de werkgroep Zeearend Nederland geteld, waarvan er 15 succesvol jongen kregen. In totaal vlogen er 23 jongen van de zeearenden uit het nest, waarvan ongeveer een kwart in Friesland: in de Alde Feanen (2), Makkummerwaard (1) en Koudum (3). Er zijn nu 150 tot 200 zeearenden in Nederland.

De zeearenden in Koudum komen vrijwel zeker ook oorspronkelijk uit Duitsland en nestelen hier sinds 2017. In de eerste twee jaren van hun verblijf in Koudum leidde dat niet tot broedsucces. In 2019 was er sprake van één jong, in 2020 waren er twee jongen en vorig jaar bracht het Koudumer zeearendenpaar weer één jong groot. En nu dus het uitzonderlijke aantal van drie jongen die in goede gezondheid het nest verlaten hebben, al was dat dus best nog spannend nadat een van de drie uit het nest gevallen was. Of uit het nest gewerkt door zijn twee zusjes, denken sommigen.

De zeearend heeft een waterrijk gebied nodig en hoge bomen om in te nestelen. Dat eerste is in Nederland wel te vinden en als dat waterrijke gebied genoeg voedsel heeft – vis, maar ook eenden, meerkoeten en ganzen – dat is dat een kolfje naar de hand van de zeearend. Die hoge bomen zijn nog wel een dingetje. Door de te lage waterstand in weidegebieden zijn er weinig weidevogels meer, zoals grutto en kievit. Om de weinige kuikens van die vogels te beschermen, is het plan om in Friesland hoge bomen in het landschap te kappen, zodat roofvogels geen uitvalsbasis meer hebben om kuikens van weidevogels te pakken. Dat zou wel eens een bedreiging voor nestmogelijkheden van de zeearend kunnen zijn.

Galerie Lytse Skientme in Koudum.

Dat is helaas niet de enige bedreiging voor de zeearenden in Nederland.  Er liggen meer gevaren op de loer: een enkele keer wordt een zeearend gedood door de wieken van een windmolen en de laatste jaren zijn enkele jongen op het nest overleden omdat ze besmet waren met de vogelgriep. Volwassen vogels lijken daar gelukkig wel beter tegen bestand. Maar, zonder de bedreigingen te bagatelliseren, het gaat weet behoorlijk goed met de zeearenden in Nederland. En Koudum is maar wat ‘grutsk’ op zijn zeearendenpaar.

© Jelle van der Meulen