Door J.Th.J. van den Berg
De VVD heeft zich lelijk vastgereden in de modder.
Toen Mark Rutte als premier in de zomer van 2023 een einde maakte aan zijn vierde kabinet, zal hij niet hebben bevroed dat zijn partij er twee jaar later zo beroerd zou voorstaan als nu het geval is. Het kan zijn dat de verkiezingsdebatten daar nog verandering in aanbrengen, maar dat is niet erg waarschijnlijk. De VVD heeft zich immers, zo te zien, volledig in de modder vastgereden. Het is niet eens meer ondenkbaar dat zij op 29 oktober eindigt met een aantal zetels (tussen 10 en 15) dat P.J. Oud al haalde in de jaren vijftig, maar dan wel in een Tweede Kamer van honderd zetels.
De geschiedenis bracht de VVD hoogte- en dieptepunten, zoals bij zo veel partijen. Vanaf 2002 kreeg de VVD reëel last van een partij rechts van haar. Vanaf 2007 werd Geert Wilders, oud-Kamerlid van de VVD, de meest geduchte concurrent op rechts. Nu zijn de rampzalige cijfers nog niet meer dan opiniepeilingen. Maar, de partij lijdt er ernstig onder in de campagne voor 29 oktober.
Rutte had in 2023 alle aanleiding om niet langer voort te gaan met zijn vierde kabinet, omdat het gedoemd was tot improductiviteit. Vooral de klimaatkwestie en de oplossing van de stikstofproblemen verlamden het kabinet. Het vraagstuk van de asielmigratie leek juist wèl toe te groeien naar een oplossing, totdat Rutte zelf een breuk forceerde. Zijn bedoeling zal allicht zijn geweest dit tot een mooi verkiezingsitem te maken voor de VVD. Bij de klimaatpolitiek leek een breuk geen winst te kunnen opbrengen. Dat bleek de eerste enorme misrekening: de VVD verloor tien zetels; het was de PVV die van de crisis profiteerde en steeg naar 37 zetels.
Leest u verder via: https://www.parlement.com/column/202510/vijf-misrekeningen-van-de-vvd