Rob Goedhart uit Koudum heeft een behoorlijke kennis van de Nederlandse politiek. Hij geeft uitgebreide antwoorden op vragen die hem werden gesteld. ‘Alles overziende kun je haast niet spreken van links of rechts’, zegt Goedhart.
- In hoeverre volg jij de politieke peilingen? En wat kun je daarover zeggen?
Ik volg de peilingen. En ook de duidingen, die diverse mensen in de talkshows te berde brengen. Ik ben wel benieuwd naar de feitelijke uitslag.

Uit dit staatje blijkt hoeveel er veranderde in 2023. Zelfs in aanloop naar die TK-verkiezingen toe. Mede omdat in begin 2023 er Provinciale Staten-verkiezingen waren, waarbij de BBB de grootste werd.

Tot en met die verkiezingen van 2023 waren er (schijnbare) ‘messiassen’, waar mensen op konden stemmen, omdat die politici het ‘wel eens anders zouden gaan doen dan de gevestigde politiek’. Uiteraard Pim Fortuyn, later Thierry Baudet met Forum voor Democratie en Caroline van der Plas met BBB. Pieter Omtzigt leek dat te gaan doen met NSC. En voor mensen, die niets met NSC hadden, maar toch de gevestigde orde de rug toe wilden keren, bracht de PVV soelaas. Het was jarenlang ‘not done’ in bepaalde groepen om te zeggen dat men wel iets voor Wilders voelde. Dát zag je terug in de peilingen. Maar op de dag van de verkiezingen werd duidelijk: de PVV had meer stemmers gekregen dan verwacht. Ik ken mensen, die toegaven (die keer) op de PVV te hebben gestemd, waarvan ik het niet had verwacht.

De PVV zal nu ongetwijfeld een vaste groep over houden, maar ook kiezers verliezen, die beseffen dat een stem op de PVV een verloren stem zal zijn. Want om alles voor het zeggen te hebben (wat Wilders wil) moet de PVV 76 zetels gaan halen. Die kans is nihil. En de kans dat de andere partijen (nog een keer) met de PVV gaan regeren, stel ik gemakshalve ook maar op nihil.

2. Het politieke landschap in Nederland lijkt sterk verdeeld in links versus rechts. In hoeverre vind je dat al dan niet een juiste omschrijving?
Lastige vraag. Traditioneel zijn er partijen, die de problemen proberen op te lossen voor de mensen ‘die het wat lastig vinden om mee te komen’. (Dus de grote hand van de overheid: links.) En er zijn partijen die de mogelijkheden van met name ondernemers en ondernemende mensen willen ondersteunen. (Liefst met zo weinig mogelijke bemoeienis van de overheid: rechts.) En partijen met een dubbele focus: opkomen voor de ‘armoedigen’ vanuit religieuze gronden, maar ook voor de ondernemers (Vaak MKB: midden dus.)

Een lichte studie van de kabinetten sinds de Tweede Wereldoorlog leert dat het eerste kabinet bestond uit mensen van allerlei partijen en zelfs partijloos. [1] Daarna hebben heel lang de christelijke partijen het voor het zeggen gehad. Aanvankelijk af en toe met de PvdA. Vanaf de jaren 60 met de VVD. In de jaren ’70 krijgt de PvdA even de overhand. Maar vervolgens gaan de ‘christenen’ blijkbaar toch liever verder met de VVD. In de jaren ’90 hielden PvdA, VVD én D66 het CDA buiten de boot. Begin van deze eeuw regeerden CDA en VVD even met LPF en na korte tijd weer met elkaar. Uiteindelijk ging CDA in zee met PvdA (en Christen Unie). Maar daarna trokken CDA en VVD weer naar elkaar. Daarna ontstond een kabinet van VVD en PvdA. Dat hield best lang stand (2012-2017) In 2017 hielp D66, de VVD en het CDA aan een meerderheid. In 2022 was de Christen Unie erbij nodig om tot een meerderheid te komen.
Alles overziende kun je haast niet spreken van links of rechts. Blijkbaar kon de middenpartij (CDA) het zowel vinden met de focus op ‘mensen die het lastig hebben in het leven’ als op ‘de economisch ingestelde’. Maar de partijen met focus op een van deze beide aspecten konden het ook goed met elkaar vinden bij tijd en wijle. Heel lang waren 2 partijen voldoende om de meerderheid te krijgen. [2] Langzaam ging dat van drie naar vier.

Uiteindelijk was het kabinet van 2023 wel heel erg revolutionair. Buiten de VVD geen partij die ooit bestuursverantwoordelijkheid had gehad. En eigenlijk was ook niet duidelijk voor wie die nieuwe partijen nu eigenlijk op kwamen. Niet het ‘sociale’ aspect kwam bij NSC naar voren, maar ‘rechtstatelijkheid’. De Burger kreeg bij B-B-B eigenlijk geen plek. Zeker niet als het belang van ‘boer’ en ‘burger’ ging schuren. En voor de PVV ging het er alleen om om asielzoekers te weren.
[1] https://www.rijksoverheid.nl/regering/over-de-regering/kabinetten-sinds-1945
[2] Daarbij schaar ik de tijd dat KVP, ARP en CHU naast elkaar bestonden, maar wel in een kabinet zaten, als een tijd van het CDA.

3. Welke thema’s mis jij tot op heden in de campagnes van de politieke partijen? En hoe kan dat beter?
Ik mis de focus op de mensen, die het echt moeilijk hebben in onze samenleving. Ikzelf heb die situatie niet of nauwelijks meegemaakt, heb het altijd goed gehad, zelfs als het financieel wat minder ging. Maar ik was dan ondernemend genoeg om weer vooruit te komen. In Nederland heeft vrijwel iedereen een natje en een droogje. Maar ik kan me wel indenken dat – als je het al zeer beperkt hebt en je de weg naar voren of boven niet zo goed weet – je welzijn toch wat beperkt is en dat kan heel vervelend voelen.
Ik was laatst in Tanzania. Daar hebben de mensen maar beperkte middelen (voor zover ik het kon inschatten). Wij zeggen dan ‘ze hebben niets’, maar dat is niet waar. Ze staan ’s morgens op, leven hun leven en gaan ’s avonds weer naar bed. Velen zitten in het zelfde schuitje. Somber? Welnee. Hakuna Matata: ‘Geen zorgen, wees blij.’ En dat waren ze. Armoede is dus relatief en afhankelijk van je omgeving.

4. Hoe verklaar jij de opkomst van CDA-lijsttrekker Henri Bontenbal?
In tijden van opportunisme en populisme zijn er mensen die zich daar niet prettig bij voelen en op zoek gaan naar een baken en houvast. Dat moet dan geen schreeuwer zijn. En mag termen gebruiken als ‘Rust, ruimte en regelmaat’. Ik zag de paarse kabinetten in de 90-er jaren als het begin van de ondergang van het CDA. Door opkomst van Fortuyn én het ineens inzetten van een wat saaie Balkenende (uit de Zeeuwse klei getrokken) kreeg het CDA weer een boost. Feitelijk zien we nu weer hetzelfde gebeuren. Met (vanuit het CDA en een deel van de bevolking gezien) de juiste man op de juiste plaats en op het juiste moment. Gewoon iemand van ‘niet lullen, maar poetsen’. Althans, zo komt Bontenbal over.
5. Je hebt duidelijk gemaakt dat FNP-lijsttrekker Aant Jelle Soepboer nauwelijks kans maakt op 1 zetel. Maar hij zet Fryslân toch op de kaart! Graag je commentaar.
Juist dát is het probleem. Hij zet inderdaad Fryslân op de kaart. Maar wat hebben de mensen buiten Fryslân daaraan? Dus, die gaan niet op hem stemmen. Misschien een aantal vrienden en kennissen rondom de mensen van buiten Fryslân die op de lijst staan. Maar op de lijst van FNP staan er van de 50 maar 13, die van buiten Fryslân komen.

Ik heb in mijn bijdrage al aangegeven dat gebleken is dat juist de plek waar de FNP een deuk in een pak boter zou moeten kunnen schoppen – de provinsje Fryslân – slechts zo’n 8% tot 9% van de kiezers op de FNP stemt. Daar haal je dus de 70.000 stemmen (voor 1 zetel in de Tweede Kamer) niet mee. Om alleen op basis van de stemmen uit Fryslân de Tweede Kamer in te kunnen zou een kwart tot een-derde van Fryske kiezers op de FNP moeten stemmen. Dát zie ik niet snel gebeuren.
Zet de FNP ‘de regio’ op de kaart, zoals men zelf zegt? Dat zou je moeten vragen aan de mensen die in regio’s wonen. Wat is dat: een regio? Iets als Twente? Of de Achterhoek? Zeeland? Dat zijn hele andere gebieden dan Fryslân met heel andere kansen en problematieken. (Bijvoorbeeld doordat ze aan een buitenland grenzen).
Het begint al met communicatie. Als je een taal spreekt, die maar in een beperkt deel van Nederland begrepen wordt (‘Stim foar de regio’) dan is het maar de vraag of, en, zo ja hoe dat beklijft buiten de Fryske grenzen?
Ik blijf dus bij mijn visie dat de FNP het niet gaat redden. Maar ik laat me graag verrassen op 29 oktober.
Ook kunt u nog raadplegen:
6. Vind jij dat Friese vraagstukken genoeg aandacht krijgen in de Haagse politiek? En hoe kan dit eventueel beter, volgens jou?
Fryslân neemt geografisch een bijzondere plek in in Nederland. Ergens links bovenin op de kaart. Geen ‘buitenland’ aan de buitengrens; alleen maar zee. En zolang de mensen, die daar wonen, zich stilhouden en niet klagen, is er niets aan de hand, volgens Den Haag. Als dan ook nog eens in Fryslân de houding ten opzichte van ‘Ollanders’ zo is, dat men die in Fryslân liever niet ziet komen, dan is het logisch dat Den Haag zich niet druk maakt om dat stukje Nederland.

In mijn eerdere bijdrage heb ik al aangegeven dat je binnen bestaande politieke partijen een Frysk smaldeel zou moeten ‘invaren’ om iets voor Fryslân te bereiken. En je zou daar goede argumenten moeten aandragen voor meer oog voor Fryslân. Zoals….. (?) Of een goede lobbyclub in Den Haag stationeren.
Maar ook dan: waarvoor? Burgemeester Sybrand Buma van Leeuwarden heeft onlangs een pamflet geschreven: ‘Fries Geluk’, als reactie op het rapport van het Fries Planbureau uit 2018, waarin de Friese paradox beschreven werd: er wordt hier minder verdiend maar de mensen zijn over het algemeen wel gelukkiger dan in andere delen van Nederland. Op dat rapport is een vervolg gekomen: ‘Geluk onder druk’. Ik heb het pamflet (nog) niet gelezen, maar wel het artikel met Buma in de LC. Hij vindt dat er in Fryslân keuzes gemaakt moeten worden. Meer economie. Maar hij komt niet verder dan het te hebben over ‘water, bodem en circulariteit’. En wat callcenters in Leeuwarden.

Ikzelf heb wel eens gedacht aan het maken van een plek (of diverse plekken), waar slimme dingen worden bedacht en waar vandaan heel veel digitaal en online gewerkt kan worden: een soort Sillicon Valley. Maar dan zul je wel moeten accepteren, dat de mensen, die daar gaan werken, ook gemakkelijk ‘even’ naar het buitenland moeten kunnen. En misschien is dat buitenland ook al de Randstad. Om daar te komen is nu een mijl-op-zeven. Ik kom zo terug op de Lelylijn.
Verder zul je een (beperkt) deel van de landbouwgronden op moeten offeren voor meer woningen en bedrijfsgebouwen. Maar ja, als Buma eerst de weidsheid van het Fryske platteland ophemelt, schopt hij feitelijk zijn latere oproep alweer onderuit. Daar zal iets (echt niet veel) van moeten verdwijnen.
Je zult Fryslân ook in de winter aantrekkelijker moeten maken. Nu gaat de boel vanaf november tot maart/april op slot. Toen ik beleidsadviseur was van een Statenlid in Fryslân (2019 – 2023) werd ‘een jaar-rond toerisme’ in discussie gebracht. Daar is nooit iets uit gekomen.

7. Ondanks dreigend zetelverlies voor de VVD op 29 oktober, kan de partij een coalitie van GroenLinks-PvdA, CDA en D66 aan een meerderheid helpen. Hoe zie jij deze politieke situatie?
Dat zou wel eens de nodige rust kunnen brengen. Allen partijen met ruime bestuurservaring. En genoodzaakt om compromissen te sluiten en ‘ergens in het midden uit te komen’.
8. Wat is jouw standpunt als het nieuwe kabinet de Lelylijn wil aanleggen?
Helemaal prima voor Fryslân. Niet meer voor mij, want ik vrees dat als de eerste treinen gaan rijden mijn as al verstrooid zal zijn.

Van oudsher is er economische bedrijvigheid ontstaan langs water en spoorlijnen. Je kunt – door zo’n snelle verbinding met de Randstad – mensen naar Fryslân halen waarvan een deel van het gezin overdag in Fryslân (ver-)blijft en een deel elders in Nederland. Plus dat de Lelylijn (zoals het plan was) een aansluiting geeft naar Duitsland e.v. Dus: wil je de economie in Fryslân stimuleren zou de spa eigenlijk al de grond in gestoken moeten zijn.
9. Op welke wijze dient het nieuwe kabinet meer specifieke aandacht te geven aan Súdwest-Fryslân, de grootste gemeente van Nederland?

Súdwest-Fryslân mag dan de grootste gemeente qua oppervlakte zijn (land en heel veel water), maar qua inwoners is het maar een gemiddelde gemeente (op plek 40 van de 273 gemeentes). [1] Ik heb dus geen argumenten waarom een (nieuw) kabinet nu juist iets speciaals zou moeten doen voor Súdwest. De gemeente is een onderdeel van heel Fryslân, waarvoor geldt dat – als ‘de Friezen’ daarvoor open staan – het rijk de economie wel kan stimuleren; in de eerste plaats door een betere openbaar vervoerverbinding van Fryslân met de rest van Nederland en daarbuiten.
(1) https://allecijfers.nl/ranglijst/grootste-en-kleinste-gemeenten-in-inwoners-in-nederland
Wiebe Dooper