Categorieën
Boeken Cultuur Literatuur Overpeinzingen uit Koudum Taal

OVERPEINZINGEN UIT KOUDUM: MEESTERVERTALER KLAAS BRUINSMA

Een aantal maanden geleden alweer zaten er zomaar twee heel aardige boekjes in de brievenbus in Koudum. Ze zijn van Kees van Leeuwen, een kunstenaar uit Bolsward. Het ene is Beelden bij Gysbert, een boekje uit 2007, met afbeeldingen van acht schilderijen bij gedichten van de 17e-eeuwse Friese dichter Gysbert Japicx over de natuur. Van Leeuwen legt daarbij ook zijn werkwijze uit en hij gaat bij elk gedicht in op de betekenis en maakt er een moderne Nederlandse vertaling bij. Een heel sympathiek project!

Voorkant Beelden bij Gijsbert – Bylden by Gysbert.

Het andere is een recent, klein boekje met daarin een fabel (De fabel fan de Keeshûn en de Liuw) die Klaas Bruinsma maakte bij de expositie ‘Beelden bij Gysbert’. Van Leeuwen maakte van de fabel een Nederlandse vertaling die naast de Friese tekst opgenomen is. Het boekje is uitgegeven als herinnering aan Klaas Bruinsma, “een van de meest geleerde en markante Friezen van de vorige eeuw”, zoals Van Leeuwen schrijft.

Voorkant De fabel fan de keeshûn en de liew.

Ook is het boekje een uiting van protest tegen de manier waarop de gemeente Súdwest-Fryslân omgaat met het Gysbert Japicx Hûs in Bolsward. Of omgegaan is, want deze week werd het geboortehuis van de vermaarde Friese dichter overgedragen aan de Stichting Bolswards Historie.

Gysbert Japicx Hûs in 2022. © Jelle van der Meulen

Maar het gaat me hier om Klaas Bruinsma, die behalve Fries dichter vooral ook een meesterlijke vertaler was. Volgende maand is het alweer zeven jaar geleden dat Bruinsma overleed. Klaas Bruinsma (1931-2018) was onderwijzer en leraar Engels, maar ik bewonder hem mateloos als vertaler. Hij vertaalde proza en poëzie uit talen als het Grieks, Latijn, (Middel-) Nederlands, Duits, Engels naar het Fries. Hij kreeg twee keer de Obe Postmaprijs: in 1993 voor de vertaling van tragedies van Sofocles en in 2005 voor zijn vertaling van de Ilias en de Odyssee van Homerus.

Voorkant van de Ilias vertaald door Klaas Bruinsma.

In een korte bespreking van de Friese Ilias en Odusseia noemde ik die vertalingen een prestatie van wereldformaat. Het lijkt namelijk haast onbegonnen werk om de oorspronkelijke tekst van de welbekende klassieke werken van Homerus, geschreven in hexameters, in hetzelfde metrum in goed leesbaar Fries te vertalen. Toch lukte dat Klaas Bruinsma, al deed hij er jaren en jaren over om deze vertaalklus af te ronden.

Natuurlijk, door de vaak kunstmatige zinsbouw, door de overdreven aandoende beschrijvingen, woordkeus en beeldspraak doet de Friese vertaling van de Ilias en de Odyssee de moderne lezer best enigszins ouderwets aan. Aan de andere kant zit er een zekere lichtheid en speelsheid in de Friese tekst. Eenmaal gepakt door het metrum en de manier van vertellen leest de tekst steeds vlotter en gaan de oude verhalen leven als in een film. Dat merk je bijvoorbeeld bij het hardop voorlezen van de tekst. Hier toont meestervertaler Bruinsma zich op zijn best.

Voorkant van de Odusseia vertaald door Klaas Bruinsma.

Over de vertalingen van de toneelstukken van Sofocles schreef ik in 1991 onder andere: “de stukken lezen prettig en een enthousiaste regisseur zal met de stukken aan de slag kunnen gaan om er gave Friese toneelvoorstellingen van te maken. In de eerste plaats denk ik hierbij aan ‘Philoctetes’ dat in een traditionele of misschien meer nog in een moderne enscenering een eind-twintigste-eeuws publiek zeker zal weten te boeien.” Dat is toen niet gebeurd, maar het kan volgens mij alsnog!

Bruinsma vertaalde ook een flink aantal Middelnederlandse klassiekers in het Fries, zoals Van den vos Reynaerde of Beatrijs en de bekende ridderroman Karel ende Elegast. De laatste is het verhaal van Karel de Grote die van een engel opdracht krijgt om te gaan stelen. Geholpen door een verbannen leenman Elegast komt koning Karel er op deze manier achter dat zijn zwager Eggerik een staatsgreep gepland heeft.

Voorkant van de Friese vertaling van Karel en Elegast.

In 1994 schreef ik erover: “De vertaling leest vlot, ook door een consequent metrum, dat Bruinsma makkelijker leesbaar maakt door het aangeven van elisies. Het gepaarde rijm uit het origineel weet Bruinsma vrijwel overal zonder al te veel rijmdwang te handhaven. Een enkel ouderwets woord wordt in een noot achterin verklaard. In de inleiding geeft Bruinsma in een notendop gedegen informatie over het genre van de middeleeuwse Karelroman. Op deze moderne Friese vertaling mogen moderne Nederlandstaligen jaloers zijn.”

Ook een eind-negentiende-eeuwse Nederlandse klassieker kreeg in 1998 van Klaas Bruinsma een mooie Friese vertaling: de Mei van Herman Gorter. Gorter schreef zijn bekende lyrische gedicht van ruim vierduizend regels in de jaren 1888-1889 in Balk. Het lange gedicht gaat over Mei, een meisje dat geboren is uit de zon en de maan na de begrafenis van haar zusje April. Na een ontmoeting met de dichter in het eerste deel zwerft Mei door het Walhalla, waar ze onder andere de blinde Germaanse god Balder ontmoet, die haar afwijst. In het derde en laatste deel is Mei weer terug op de aarde, waar ze de dichter weer ontmoet. Als Juni eraan komt, graaft de dichter een graf voor Mei aan het strand.

Voorzijde van Mei-Maaie.

Er komen nogal wat zinnen met aparte zinsbouw en neologismen (een kenmerk van ‘de Tachtigers’) in voor, terwijl de inhoud soms een wat duistere filosofische en mythologische strekking heeft. Desondanks wordt de Mei vanwege de lyriek, de natuurbeschrijvingen, de melancholie, de beelden (hoewel soms voor ons in 2025 misschien wat overdreven) wel het hoogtepunt van de Tachtigers genoemd. Bruinsma maakte van Mei een uitstekend leesbare Friese vertaling. Hoe goed hij dat deed is duidelijk te zien, omdat die vertaling naast het origineel opgenomen is.

Na het overlijden van Klaas Bruinsma in oktober 2018 plaatste Utjouwerij Bornmeer een overlijdensadvertentie met een uiterst treffend citaat uit het slot van de vertaling van Ovidius’ Metamorfosen (Feroarings fan stal) door Klaas Bruinsma: “No ha ‘k in wurk folbrocht, dat Júpiters grime noch fjoergloed, noch it swurd noch de tosk fan de tiid yn steat is te slopen.”

© Jelle van der Meulen