Categorieën
Blik op Bolsward Bolsward Geschiedenis

78 Jaar geleden: ‘De Bevrijding van Bolsward’

De bevrijding van Bolsward kan officieel genoteerd staan op 2.00 uur in de vroege ochtend van maandag 16 april 1945. Het is dan een Canadese kolonel die om 02.00 uur op het stadhuis het stadsbestuur overdraagt aan de net daarvoor gearriveerde, en uit de gevangenis in Leeuwarden bevrijde, Sybren van Tuinen. Deze is een uur eerder op bijzonder vreemde wijze door de op het stadhuis aanwezige (verzets)mensen aangewezen als plaatsvervangend burgemeester. Hij werd daar in Leeuwarden, bij zijn vrijkomen uit het Huis van Bewaring, al van op de hoogte gesteld. Burgemeester Sipke de Jong, die al de oorlogsjaren de burgemeester van Bolsward is geweest, wordt onterecht en zonder opgave van redenen uit zijn functie gezet. Daarover schreef ik al in boeken en elders.

De al maanden vanuit het zuiden oprukkende geallieerde legers bereikten de provincie Friesland zo tegen half april. Al lange tijd is duidelijk dat de bevrijding nadert en de plaatselijke NBS-ers (Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten) in de stad, zo’n 100 bewapende mannen, bereidden zich al enige tijd voor op deze bevrijding. Opvallend dat zich onder de NBS-ers, met name de laatste maanden voor die bevrijding, personen begaven die met argwaan door vele oorspronkelijke verzetsmensen in Bolsward bekeken werden. ‘Eerder hadden ze niet verzetswerk gedaan en nu hingen ze de held uit’, zo vernam ik jaren geleden uit de mond van een Bolswarder die al kort na de inval van de Duitsers in de illegaliteit zat. Zelfs zag hij die nacht van de bevrijding enkele Bolswarders op het stadhuis aanwezig die tijdens die oorlogsjaren handel met de Duitsers dreven.

Boekhandelaar Klaas Falkena had een militaire opleiding gehad en nam in de loop van de oorlogsjaren, samen met Rinse Stellingwerf, het plaatselijk commando van het verzet op zich. Foto gemeentelijk archief.

Men had draaiboeken opgesteld waarin stond wat te doen als de stad weer vrij zou zijn, welke mensen opgepakt en opgesloten dienden te worden en hoe om te gaan met andere zo op het oog Duitsgezinde personen. De invloed van de al enkele jaren bestaande verzetsgroep in Bolsward op dit draaiboek was zodanig dat eventuele wraakgevoelens ondergeschikt zouden worden gemaakt aan een zo eerlijk mogelijke behandeling van deze mensen. Kaalscheren van meisjes en vrouwen was dan ook streng verboden. Op papier stond genoteerd wie opgepakt dienden te worden en daarbij ook de namen van degenen die dat zouden doen. Aandacht werd daarbij ook geschonken aan kwetsbare ouderen en kinderen.

Agent van politie Jan Schoonbeek is in de nacht van zondag 15 op maandag 16 april als enige aanwezig op het politiebureau in het stadhuis.  Hij schrijft:

‘Dienzelfden avond, omstreeks 12 uur, bevond ik mij aan het politiebureau en werd ik door de Canadezen van uit Sneek opgebeld hoe de toestand in Bolsward was en of er nog moffen waren. Ik antwoordde terug, dat de stad vrij van Duitsers was en alles veilig was. Hij deelde mij toen mede dat hij onmiddellijk een bezoek aan Bolsward kwam brengen. Dat gebeurde ook en een kwartier later waren alhier twee Canadeze wagens bij het Stadhuis. Er werden handdrukken gegeven en de vreugde was enorm. Er werden Engelsche en Hollandsche volks liederen gezongen. 16 April, bevrijd door de Canadezen.’

Maandag 16 april was ook de Kerkstraat vrolijk versierd. Foto gemeentelijk archief.

De volgende dagen was het een uitbundig feest in het oude stadje. Verrassend hoevelen nog ergens een Nederlandse vlag, een oranje wimpel of vrolijk gekleurd doek bleken te hebben, bewaard tijdens die donkere oorlogsjaren. Eveneens opvallend dat soms ook bij inwoners bij wie je vraagtekens bij hun oorlogsopstelling kon plaatsen, vlaggen vrolijk wapperden. De stad, met name de hoofdstraten, hing vol met vlaggen en wimpels, vreugde alom, maar ook intens verdriet bij heel velen. Hoewel Sneek een dag eerder, op 15 april, was bevrijd, zou het, na Bolsward, 16 april, nog enkele dagen duren voor ook Makkum (18 april) weer vrij zou zijn.

Hoe wrang, deze foto van de bevrijdingsoptocht op de Snekerpoortsbrug.
Op deze plek werd enkele dagen voor de bevrijding door een zeer ondoordachte actie van een verzetsgroep een Duitse onderofficier neergeschoten. Als te voorziene reactie werden vier personen uit huizen nabij de brug meegevoerd naar de andere kant van de stad en daar gefusilleerd. Ruurd Jorritsma, woonachtig in het witte huis op de achtergrond, wist te ontkomen. Foto gemeentelijk archief.

Dezelfde dag, de maandag van de bevrijding, werd een flink aantal Bolswarders opgepakt en, via de bewaarschool in de Kerkstraat, vooreerst opgesloten in het kerkje van Sint Martinus aan de Grote Dijlakker. Rinse Stellingwerf, die het toezicht op de gang van zaken had, ontdekte tot zijn grote schrik en verdriet dat Ulbe Rijpma, met de meesten van zijn familie Duitsgezind, zich had verhangen op het toilet. Dat veroorzaakte flinke spanning onder de daar opgesloten personen, die Stellingwerf ervan verdachten Rijpma zelf te hebben opgehangen. Een gewaarschuwde huisarts, Van Geuns, kon de gemoederen tot bedaren brengen. Velen zullen later vervoerd worden naar kamp Sondel, om daar de verdere procesgang af te wachten. De NSB-voorman in Bolsward, sigarenhandelaar Matthijs Eerdmans, Markstraat 1, was al in 1943 opgepakt wegens ontucht met minderjarige jongens.

Rinse en Johanna Stellingwerf-Leenstra in Aldlânstate in Leeuwarden in 2006. © Laura Haanstra.

Zo kon Bolsward ogenschijnlijk opgewekt een nieuwe toekomst tegemoet gaan. Wie toch nog de blik kon richten op de vreselijke jaren die achter hun lagen, zal niet kunnen ontkomen aan het herkennen van het leed dat velen ondergingen. Meer dan 75 Bolswarders, in Bolsward geboren of destijds hier woonachtig, zullen omkomen, in kampen, op zee, in gevangenschap en elders.

Tot minstens driemaal toe is de stad in de periode ’40-’45 ontkomen aan een ramp: aan het begin van de oorlog en aan het eind, toen een confrontatie dreigde tussen Duitse troepen en resp. Nederlandse en Canadese. Daarnaast was Bolsward ternauwernood ontsnapt aan het door een Duitse jager geraakte en neerstortende vliegtuig ‘The Snowgoose’. Het toestel stortte neer vlak voor de bebouwde kom, in de weilanden bij Spreeuwenstein. Alle, dan nog negen, bemanningsleden kwamen om. Dat was op 22 december 1943. Daarover schreef ik in ‘Bolsward in Oorlogstijd’ en ‘Een Sneeuwgans boven Bolsward’ al uitvoerig.

Herdenkingsmonument omgekomenen geallieerd vliegtuig The Snowgoose, 22 december 1943, nabij Groot Cnossens. Fotocollectie Dicky Bosma-Faber.

Tenslotte dat drama, op 14 april 1945, vlak voor bevrijdingsdag, toen een onverantwoorde en onbesuisde actie van de commandant van een knokploeg bij de Snekerpoort, hoek Hoog Bolwerk, leidde tot de dood van een Duitse onderofficier. Een represaille was het te voorziene gevolg: een viertal mannen, gehaald uit huizen bij deze Snekerpoort, werden meegenomen naar de westkant van de stad, bij de Marnezijl, waarna drie van hen werden gefusilleerd: Jan Rimmert de Koning, zoon Jacobus de Koning en de Tielse evacué Herman Hennekes. Een wist te ontkomen: Ruurd Jorritsma.

Oorspronkelijke plek van fusilleren drie volkomen onschuldige burgers, vlak voor bevrijdingsdag.

Ook daarover schreef ik in boeken en artikelen.

Nog steeds heel merkwaardig dat de gemeentelijke overheid, de Stichting Bolswards Historie of andere bij historische herdenkingen en gebeurtenissen actieve instanties nooit het initiatief namen om een passend monument met de namen van alle Bolswarder slachtoffers uit ’40-’45 te plaatsen op een even passende plek: in het centrum van de stad.

In ‘Bolsward in Oorlogstijd’ worden deze namen immers merendeels al genoemd.

© Willem Haanstra, april 2023                                     

Bronnen: genoemd in de boeken ‘Bolsward in Oorlogstijd’ en ‘Een Sneeuwgans boven Bolsward’.