Omdat de ratten binnen staren
belegt mijn moeder buiten brood.
Mijn vader slaat de vliegen dood
die op de keukentafel paren.
Een jongetje met glaswolharen
– de porseleinen rug ontbloot –
aanvaardt daar de genadestoot
van hem die in me is gevaren
en sinds die middag in me huist,
al houdt hij zich angstvallig schuil
onder het staartbeen dat me stut:
Een wilde met gebalde vuist
die blind van woede aan de zuil
van een ontwijde tempel schudt.
Catharina Blaauwendraad
Foto © Els Brouwer