Categorieën
Columns

REGENDANS

Ze deden de regendans. Hoewel er geen nijpend tekort was aan hemelwater. De tuin stond er mooi groen bij, de slakken, naakt en met huisje, hadden het prima naar hun zin en vraten naar hartenlust gaten in de bladeren. Het raaigras op de velden stond er fris en sappig bij, wellicht aantrekkelijk als je een koe bent, en ook anderszins waren er geen tekenen van ernstige droogte; de boeren klaagden niet.

Toch dansten ze als gekken de dans om de regen, en niet een miezerregentje, ook geen pijpenstelen, nee het moest met bakken uit de lucht komen, met badkuipen. Bliksem en donderslagen waren ook toegestaan. Zeer gewenst zelfs. Geen mens moest zich buiten durven wagen. Maar kijkend in de lucht zagen ze lieflijke schapenwolkjes tegen een blauwe hemel. 

© Dolf Alberts

Op internet hadden ze uitgezocht hoe de rituele dans moest worden uitgevoerd, en ze deden hun even aandoenlijke als stinkende best, met wapperende handen en stuiptrekkende benen. In rondjes om een oplaaiend vuur, onderwijl de weergoden aanroepend. Nogal onkundig richtten ze hun smeekbeden hemelwaarts naar zoveel mogelijk weergoden: Enumclaw, dondergod van de Cherokee, Ehlaumel, dondergod van de Yuki-stam, Haokah, ook al zo’n donderse god, van de Sioux, de Griekse oppergod Zeus, de Romeinse dondersteen Jupiter, de Noors dondergod Thor of Donar, Illapa, weergod vanInca en de Nederlandse weergod Jan Pellenboer. Ze hoopten bij minstens één van hen gehoor te vinden, maar liefst bij allemaal. Kortom, het gebeuren had een hoog gehalte van: niet bezworen en gedanst is altijd mis. Er sprak een diepe wanhoop uit.

© Dolf Alberts

Op de aankomende vrijdag en zaterdag moest er een ongenadig tempeest losbarsten boven het stadje. De hemelsluizen moesten wijd open, gepaard gaande met zeer plaatselijke windhozen die vreemde constructies, zoals tenten, podia, plaszuilen, biertappen, spandoeken en kermistenten aan flarden rukten en weg zouden blazen naar de vergetelheid. De zuipers, pissers en kotsers erachteraan. Het hele begin van de Sneekweek moest onherstelbaar weggespoeld worden in een gewelddadige plons water. En daarna wildwater kanoën door de straten en zwemmen in ondergelopen (wijn)kelders. Opdat na zeven dagen wind- en waterhozen de zon zou doorbreken, begeleid door een schitterende regenboog, en een zevendaags periode van weldadige zonneschijn zou aanbreken.

Dolf Alberts