Ingezetenen van Súdwest-Fryslân hebben te maken met het college van PvdA, CDA en FNP, dat over onvoldoende kwaliteiten beschikt om de gemeente met de grootste oppervlakte in Nederland te besturen. PvdA-wethouder Marianne Poelman is de enige die wel een voldoende scoort, ondanks haar weinig intelligente weigering in het voorjaar van 2025 in gesprek te gaan met VVD-staatssecretaris Jurgen Nobel. Daarnaast heeft Poelman veel kennis van haar belangrijkste werkveld: het sociaal domein en staat bekend als een vaardig bestuurder.
PvdA-burgemeester Jannewietske de Vries heeft nogal wat flaters op haar naam staan. In de zomer van 2019 geeft ze haar eerste bestuurlijke brevet van onvermogen aan de Snekers af ten aanzien van Garden of Dance, waaraan LC-journaliste Rixt Oenema een pittig artikel wijdt.

In november 2019 verkondigt De Vries onwaarheden tegenover twee verslaggevers van de LC als ze beweert dat in 2018 een integriteitsonderzoek heeft plaatsgevonden naar de relatie tussen CDA-wethouder Gea Wielinga en Jan Lutgendorff, een hoge ambtenaar. Een dergelijk onderzoek heeft namelijk niet plaatsgevonden. Raadpleegt u daarvoor: https://www.brekt.nl/ondanks-politiek-wangedrag-werkt-ex-wethouder-gea-wielinga-bij-het-wetterskip-integriteit-burgemeester-jannewietske-de-vries-in-het-geding/

In een uitzending van Omroep Súdwest op maandag 22 januari 2024 worden De Vries vragen gesteld over de autoluwe proef. Door de noordelijke rondweg van Sneek te nemen is ze sneller bij het stadskantoor aan de Marktstraat dan langs de Prins Hendrikkade te rijden, aldus de burgemeester. Daarmee geeft ze doelbewust een verkeerde voorstelling van zaken.

FNP-wethouder Henk de Boer op financiën is de verkeerde man op de verkeerde plaats. Hij heeft te weinig deskundigheid op dit terrein en dat is bij collegepartijen en oppositiepartijen bekend. De Boer leunt op de kennis en kunde van zijn ambtenaren. Het is bijna lachwekkend dat de FNP in Súdwest-Fryslân geen betere wethouder in deze grote regio naar voren wist te brengen.

CDA-wethouder Bauke Dam van economische zaken werkt behoorlijk hard. Hij weet in algemene zin wel wat oppervlakkigheden over deze portefeuille op te dreunen, maar daar blijft het bij. Door veel te lachen op sociale media en in gemeentelijke persberichten tracht hij het gebrek aan bestuurlijke kwaliteiten te maskeren. Juichkabouter is de terechte bijnaam voor deze wethouder.

CDA-wethouder Petra van den Akker van cultuur en jeugdzorg fungeert bij voorkeur in de schaduw en daarom staat ze voor de raadsverkiezingen van maart 2026 niet op de eerste plaats van de CDA-lijst, maar partijgenoot Dam. En daarmee wordt direct de grootste tekortkoming van Van den Akker blootgelegd: onzekerheid. Van haar hoeven verder geen spectaculaire zaken te worden verwacht. Wethouder zijn en dat blijven, is haar devies.

PvdA-wethouder Michel Rietman staat – zo vaak als mogelijk – dolgraag in de schijnwerpers. Deze narcistisch getinte wethouder heeft geen enkele zelfkritiek en reeds talrijke keren bewezen over nogal wat onkunde te beschikken. De op dit mediapodium gepresenteerde artikelen over het autoluwe beleid en – minder frequent – over de gastvrijheidseconomie zijn daar glashelder over. Rietman maakt van politiek een show en kan dat blijven doen, zolang de Leeuwarder Courant, Omrop Fryslân en GrootSneek niet van plan zijn om artikelen te presenteren die hout snijden.
Wiebe Dooper