Categorieën
Columns Europa Geschiedenis Politiek

POLITIEKE COLUM: DE NOODZAAK VAN STRATEGISCHE AUTONOMIE’

Een nieuw begrip zwerft door Europa: ‘strategische autonomie’.

Misschien is het idee al ouder, maar het kreeg in elk geval in Nederland grote bekendheid tijdens de coronapandemie: ‘strategische autonomie’. Het begrip duidt erop dat sommige producten, vooral grondstoffen maar ook geneesmiddelen, zo belangrijk zijn dat die niet kunnen worden overgelaten aan volledig vrije (wereld)handel.

Tijdens de coronapandemie bleek immers dat bepaalde vitale grondstoffen uit China moesten komen maar hier nooit arriveerden. Door de rigoureuze lockdowns in dat land stagneerde de uitvoer naar de handelspartners in de wereld. Ook bestond de sterke indruk dat producten – de beruchte mondkapjes, bijvoorbeeld – door China werden achtergehouden om er des te meer aan te verdienen. De Europese Commissie had de moed om de toevoer van een aantal van deze goederen aan zich te trekken en voor heel Europa te verzekeren. Dat was misschien nog wel meer van belang toen het ging over de verspreiding van vaccins. Geen wonder dat het idee van ‘strategische autonomie’ vooral in de kring van de Europese Commissie en haar aanhangers populair werd.

Het idee van strategische autonomie zweeft ergens tussen protectionisme en vrijhandel in. Zeker in de Europese Unie overheerste door de jaren heen het ideaal van de vrijhandel. Allereerst natuurlijk in het verkeer tussen de lidstaten van de Unie. De Europese Gemeenschappen waren daarvoor opgericht. Het hele rechtssysteem van de Gemeenschappen en later de Unie was gericht op volledige mededinging en op het organiseren van de wettelijke voorwaarden daarvoor.

Leest u verder via: https://www.parlement.com/column/202509/de-noodzaak-van-strategische-autonomie