Categorieën
Beleid Politie

Politie & Wetenschap: BRUGGENBOUWERS

Deel uitmaken en sturen van lokale samenwerkingverbanden voor veiligheid en leefbaarheid (2025). Door: A. Walberg, N. van der Kolk, R. Spithoven, Politiekunde 131

Samenvatting
Omdat lokale veiligheidsproblemen in de regel veelkoppig van aard zijn, vraagt de aanpak ervan om de betrokkenheid en inzet van veel verschillende partijen. Uit onderzoek van Hogeschool Saxion blijken de informele processen aan de samenwerkingstafel bepalend voor de vraag of lokale samenwerkingsverbanden tot collectieve actie komen, of juist verzanden in moeizame besluitvorming. De professionals in de rol van bruggenbouwers blijken hierbij de sleutel. Niet voor niets klinkt in het kader van integrale veiligheid steevast ‘samenwerking’ als oplossing. Maar daarmee ontstaat ook het dilemma van collectieve actie: waar iedereen verantwoordelijkheid draagt voor het aanpakken van een maatschappelijk probleem, ligt het risico op de loer dat niemand die verantwoordelijkheid ook echt neemt. Waar vaak gedacht wordt dat dit ondervangen kan worden met convenanten, afspraken en vergaderschema’s, wijst dit onderzoek op de cruciale inbreng van de mens aan de samenwerkingstafel. En op het gezamenlijke vermogen om verschillen te overbruggen.  

Het onderzoek werd uitgevoerd binnen drie lokale samenwerkingsverbanden in grootstedelijke wijken, die lokaal veiligheidsproblematiek beoogden aan te pakken. Politieprofessionals namen daaraan deel omdat zij in hun werk in de wijk met regelmaat op maatschappelijke problemen stuitten waar zij vanuit hun rol maar beperkt, of alleen tijdelijk iets aan konden doen. De onderzoekers volgden de ontwikkeling van deze interdisciplinaire samenwerkingsverbanden voor een periode van bijna twee jaar, verrichtten participerende observaties en hielden interviews met deelnemers.

In die samenwerkingsverbanden bestond aan de ene kant het besef dat het bestaande systeem met de huidige uitvoering van taken en verantwoordelijkheden kennelijk onvoldoende oplossing bood voor de gesignaleerde problemen. Aan de andere kant bleek het in twee van de drie casussen bijzonder lastig om gezamenlijk een aanpak te definiëren waar men onderling wel fiducie in had. In die twee samenwerkingsverbanden bestond sterk de neiging om niet te lang stil te staan bij gesignaleerde problemen, om verschillen van inzicht te vermijden en de voorkeur om desondanks snel tot actie over te gaan. Omdat het gezamenlijk doorgronden van het probleem stokte, en daarmee ook het ontwikkelen van een gezamenlijke aanpak, trokken deelnemers zich terug in het uitvoeren van hun taak zoals zij gewend waren.

Wat maakte dat slechts één samenwerkingsverband zich wist te ontwikkelen tot een effectief uitvoerend organisatie-overstijgend team? Dat blijkt het vermogen van de groep om verschillen te overbruggen en om uit alle afzonderlijke logica’s een nieuw gedeeld verhaal te smeden als basis voor concrete samenwerking. In het onderzoeksrapport wordt beschreven hoe ingewikkeld het overbruggen van verschillen is in een context waar professionals elkaar onderling nog nauwelijks kennen en elkaar nog niet noodzakelijkerwijs vertrouwen. En dat er mede om die reden nog geen voedingsbodem is ontwikkeld voor het openlijk en neutraal kunnen verkennen van afzonderlijke visies en belangen, laat staan voor het overkomen van spanning en conflict die ontstaat bij botsing daartussen. Terwijl dat wel de elementen zijn die succesvolle samenwerkingsverbanden kenmerken. In een van de drie casussen hebben wij gezien hoe het samenwerkingsverband er wel in slaagde om deze stappen te zetten, en welke omvangrijke rol daarbij was weggelegd voor de voorzitter. De onderzoekers constateerden dat deze voorzitter effectief was in het vervullen van vier bruggenbouwer-rollen: netwerken-bouwen, vertalen, coördineren en ondernemen. Daarnaast had de voorzitter het vermogen om adaptief te kunnen schakelen tussen inhoud en relatie, tussen formeel en informeel, en tussen praktisch en abstract. Dit maakte dat deze voorzitter een context vormgaf waarin deelnemende professionals gezamenlijk tot nieuwe aanpakken voor bestaande problemen konden komen.

Dit vermogen tot bruggenbouwen is wat de onderzoekers betreft de sleutel tot succesvol integraal samenwerken op lokaal niveau. In tijden waarin veel maatschappelijke problemen veelkoppig en vervlochten zijn, en integraal werken daarmee een noodzaak, is bruggenbouwen een cruciale competentie voor interdisciplinair samenwerkende professionals. In het rapport zijn aanbevelingen opgenomen voor hoe bestuurders, leidinggevenden, voorzitters en deelnemers een rol kunnen vervullen in het (sturen op) het vergroten van dat vermogen. Tegelijkertijd wordt de conclusie getrokken dat veel verschillende professionals momenteel onvoldoende zijn toegerust voor de taak die hen wacht aan de interdisciplinaire samenwerkingstafel. Hoewel interdisciplinair samenwerken in steeds meer opleidingen wordt opgenomen, wordt daarin niet geleerd hoe dat precies moet. Het is de samenwerkende professionals dus ook niet aan te rekenen dat zij moeite hebben met het vormgeven van de complexe taken die hier bij komen kijken. Het is tijd om lokaal samenwerkende professionals daar beter in toe te rusten.

Ook kunt u raadplegen: https://www.politieenwetenschap.nl/publicatie/politiekunde/2025/bruggenbouwers-417?utm_source=publicatie-alert&utm_medium=email&utm_campaign=publicatie-alert