Door LTO Nederland
LTO maakt zich hard voor een goede waterkwaliteit. Maar de nieuwe voorstellen die in de internetconsultatie voor lagen gaan daar niet toe leiden. Die waarschuwing geeft LTO in een reactie op de internetconsultatie over de aangepaste stikstofgebruiksnormen en de aandachtsgebieden stikstof.
Stikstofnormen
De aangepaste stikstofnormen zijn deels gebaseerd op modelberekeningen en verouderde gegevens. En houden geen rekening met de variatie in bodems, gewassen en weersomstandigheden. Vooral de lagere normen in het zuidelijk zand- en lössgebied hebben grote gevolgen: deze liggen ver onder het landbouwkundig optimale bemestingsadvies. Bovendien roepen de nieuwe normen veel vragen op. Gewassen die eerder niet-uitspoelingsgevoelig waren, zoals suikerbieten en boomkwekerijgewassen, zijn dat nu ineens wel. LTO vindt dat deze herindeling teruggedraaid moet worden. Een herindeling moet gebaseerd zijn op actuele, langjarige praktijkdata. We roepen het ministerie op om de looptijd van het 8e actieprogramma te benutten voor verder (praktijk)onderzoek naar bemesting, – en het beleid op basis van die informatie te herzien.
LTO-portefeuillehouder Bodem & Water Joris Baecke: “Boeren willen bijdragen aan verbetering van de waterkwaliteit, maar dat kan alleen met realistische normen die aansluiten op de bemestingsbehoefte van gewassen. Gebruiksnormen die daar (op basis van onvolledige data) ver onder liggen, missen draagvlak en zullen juist contraproductief uitpakken.”
Grasland
Ook benadrukt LTO het belang van voldoende stikstofruimte voor grasland. Het graslandareaal staat onder druk en lagere normen vergroten die druk, terwijl grasland aantoonbaar bijdraagt aan een stabiele waterkwaliteit. Het is noodzakelijk om gras naar zijn potentie te bemesten en te benutten. Voor een goede waterkwaliteit en om minder afhankelijk te worden van ingevoerde eiwitten. Dat is beter voor klimaat- en stikstofdoelen.
Aandachtsgebieden stikstof In de nieuwe Uitvoeringsregeling worden de voormalige nv-gebieden (nutriënten-verontreinigde gebieden) vervangen door zogenaamde ‘aandachtsgebieden stikstof’. Een belangrijk kritiekpunt op deze aandachtsgebieden, is dat het schaalniveau van de indeling te grof is. Hierdoor zijn lokale verschillen onvoldoende zichtbaar en worden sommige regio’s ten onrechte als aandachtsgebied aangemerkt. Bovendien blijft de extra korting op stikstofgebruiksnormen in deze gebieden een punt van zorg. In bepaalde regio’s kan de totale korting oplopen tot twintig procent, bovenop de in sommige gevallen al fors verlaagde normen.
LTO pleit voor een fijnmaziger gebiedsaanpak. Baecke: ‘’De aanwijzing van aandachtsgebieden moeten gebaseerd zijn op actuele, lokaal herkenbare data. Bovendien moeten ook andere factoren (zoals inlaatwater, kwel, riool-overstorten en RWZI’s) worden meegenomen. In veel gebieden spelen deze een grote rol bij de nutriëntenbelasting. Boeren hebben recht op duidelijkheid en een aanpak die klopt met de werkelijkheid in het veld.’’ LTO pleit voor een landelijke hulplijn of meldpunt zodat ondernemers duidelijkheid krijgen over de aanwijzing van gebieden en de gevolgen voor hun bedrijfsvoering.