Categorieën
Boeken Cultuur Dieren Overpeinzingen uit Koudum Súdwest

HONDERD ‘OVERPEINZINGEN UIT KOUDUM’

Op 6 maart 2022 kreeg ik een mailtje van Wiebe Dooper uit Sneek. Ik kende de naam van Wiebe Dooper al voordat mijn vrouw en ik met ons tweede hondje, Silke, eind 2016 van Noord-Holland naar Koudum verhuisden. Silke is een kruising tussen een Friese Stabij en een Wetterhoun. Geen gewone kruising; Silke is vrij klein en bruin-wit, terwijl zowel haar vader (Wetterhoun) als moeder (Stabij) zwart-wit waren.

Silke bij de Morra. © Jelle van der Meulen

In Castricum waren we op een gegeven moment aan een hond begonnen. Dat werd, half en half bij toeval, een echte Friese Stabij, die we dan ook Bijke noemden. In Castricum was dat een unieke naam. Bijke is vijftien en een half jaar oud geworden en we zijn in die jaren steeds meer liefhebbers van de Friese Stabij geworden. Daarom kochten we op een gegeven moment ook het boek De Stabij, Bijke in alle opzichten – van Wiebe Dooper!

Bijke op het strand van Castricum. © Jelle van der Meulen

Eenmaal in Súdwest-Fryslân leek het onvermijdelijk dat we deze Wiebe Dooper in het echt tegenkwamen. Zo figureerde ik op poëziebijeenkomsten die hij in de buurt organiseerde. Hij kwam ook wel naar onze galerie in Koudum, al of niet met zijn Wetterhoun. En zo kreeg ik drie en een half jaar geleden dus een mailtje:

Logo BREKT.NL

“Vorige week is BREKT.NL gestart, een nieuwe site over met name de gemeente Súdwest-Fryslân. Dit niet-commerciële initiatief kijkt verder dan gemeentegrenzen. De opzet en de invulling van de categorieën geven dat al aan. Een aantal mensen uit onze gemeente werkt al mee aan BREKT.NL. Kun jij ook af en toe een bijdrage leveren? Dat kan in de vorm van een column, een literaire beschouwing, et cetera.”

Door die uitnodiging kwam ik op het idee om een jaar lang één keer in de maand iets te schrijven over wat ik zoal tegenkwam in Koudum. Met name, dacht ik, moet het gaan over wat mij als ‘nieuwe Koudumer’ opvalt. Dat moet toch wel lukken, twaalf van die stukjes? Ik vond het ook nodig om een overkoepelende titel voor die stukjes te hebben. In eerste instantie schoot me ‘Koudumer columns’ te binnen, maar gezien Wiebes uitnodiging dat het ook literaire beschouwingen mochten zijn, leek me dat toch geen goed idee. Die stukken zouden zeker langer worden dan voor een column gebruikelijk is.

Gravure van Jan Bulthuis uit 1790 van de Hoofdstraat in Koudum, met de 18e-eeuwse voorganger van de Martinikerk.

En dus werd het ‘Overpeinzingen uit Koudum’ en het werd niet één keer in de maand, maar twee keer in de maand. Daar zat eerst geen bedoeling achter, maar ontstond vanzelf. Van het ene onderwerp kwam ik op het andere en toen ik ontdekte dat ik blijkbaar twee ‘Overpeinzingen’ per maand schreef, werd dat natuurlijk wel een uitdaging. En ik bleek na een jaar nog helemaal niet uitgeschreven te zijn. Er is zowaar over Koudum een hoop te vertellen, al geef ik eerlijk toe dat ik ‘Koudum’ er soms wel met de haren bij sleep.

Kop van de eerste ‘Overpeinzing’ door Jelle van der Meulen.

Mijn eerste ‘Overpeinzing’ op Brekt, op 29 maart 2022, heette ‘Naar Koudum’. Ik schreef daarin hoe mijn vrouw en ik – beiden niet-Friezen – in april 2016 besloten om van het Noord-Hollandse Castricum naar het Friese Koudum te verhuizen. Die verhuizing vond eind van dat jaar plaats, en ik woon nu dus negen jaar in Koudum. Met veel plezier: niet voor niets eindig ik die eerste ‘Overpeinzing uit Koudum’ met: “Want inmiddels ben ik als import-Koudumer behoorlijk trots op ons dorp geworden. En zo schrijf ik vanuit dat dorp in de zuidwesthoek van Friesland zo af en toe mijn overpeinzingen.”

In De oudste jongen staat een autobiografisch verhaal waarin Gerrit Krol Koudum bezoekt.

Op een eigen website schreef ik al jaren Nederlandstalige stukken over Friese literatuur. Dat doe ik nog wel en soms pas ik deze stukken een beetje aan om er een ‘Overpeinzing uit Koudum’ voor Brekt van te maken. Speciaal voor Brekt doe ik hopeloze pogingen om mijn dorpje Koudum een plaats te geven in de literatuur. Die plaats is zeer bescheiden, niet alleen  in de Friese, maar helemaal in de Nederlandse literatuur. Toch levert het soms ook wel aardige ontdekkingen op, zoals overpeinzingen over Gerrit Krol (juni 2022) of Jef Last (januari 2023) laten zien.

Voorkant Het eerste schip op de Newa van Jef Last waarin Koudum een rol speelt.

Hoewel ik me voorgenomen had om een jaar lang ‘Overpeinzingen uit Koudum’ te schrijven, doe ik dat nu drie en een half jaar en is dit de honderdste ‘Overpeinzing’. En er komen er nog wel een paar bij. Sinds ik af en toe wat onderzoek doe voor Histoarysk Koudum, liggen er al een aantal ‘Overpeinzingen’ op uitwerking te wachten. Zo deed ik onderzoek naar een tiental Koudumer gezinnen die in 1889 naar Argentinië emigreerden. Een eerste, inleidend, artikel verscheen in november 2024 op Brekt. Het verhaal van zeker drie gezinnen is zo interessant dat er een ‘Overpeinzing uit Koudum’ aan gewijd kan en wellicht zal worden.

Blijkbaar gebeurde of gebeurt er in Koudum genoeg om te overpeinzen. Zo zal een van de ‘Overpeinzingen’ in het nieuwe jaar ongetwijfeld gaan over de expositie van Histoarysk Koudum over ‘Een eeuw Koudumer middenstand’ die 22 januari 2026 begint.

© Jelle van der Meulen