Categorieën
Columns Juridisch Politiek

HET PRESTIGE VAN DE TWEEDE KAMER

Het staatsrecht is vaag, maar kan toch beter niet worden genegeerd.

Door Bert van den Braak op Parlement.com

Het Nederlandse staatsrecht is vaak in nevelen gehuld en een staatsrechtelijk vraagstuk is vooral een leuke studeerkamerkwestie voor staatsrechtgeleerden, maar niet voor politici. Die uitspraken deed toenmalig premier Dries van Agt in de jaren zeventig. En: hij had een punt. Het staatsrecht is in belangrijke mate ongeschreven en gebaseerd op conventies en daarmee vatbaar voor discussie1). Niettemin kan het in acht nemen van ‘conventies’ verkeerde beeldvorming voorkomen.

Er zijn best zekerheden te vinden in de Grondwet en in daarvan afgeleide organieke wetten. De gang die een wetsvoorstel moet maken alvorens het wet wordt, is bijvoorbeeld helder beschreven. Dat geldt ook voor kiesstelsel en het benoemen en ontslaan van ministers. Maar niet alles ligt vast.

De regel dat een kabinet moet aftreden als het niet langer het vertrouwen van de Tweede Kamer heeft, is bijvoorbeeld niet vastgelegd. En uit de grondwetsgeschiedenis weten we dat stemoverdracht (een Kamerlid dat namens een fractiegenoot stemt) niet is toegestaan. Toch gebeurt het stelselmatig, namelijk via fractiegewijze stemmingen. Dat kan zelfs als het quorum niet aanwezig is. 

Leest u verder via: https://www.parlement.com/column/202509/het-prestige-van-de-tweede-kamer