Leeuwarden, 12 september 2025
Gerard Jorna
De gemeente Leeuwarden heeft op 11 september 2025 officieel de ontvangst bevestigd van mijn handhavingsverzoek inzake de verbouwing van de Voedselbank aan de Tylkedam 51.
Uit deze ontvangstbevestiging kan worden opgemaakt dat de gemeente hals over de kop alsnog en met terugwerkende kracht als eigenaar van het pand een omgevingsvergunning heeft aangevraagd bij zichzelf en die per omgaande aan zichzelf heeft verleend.
De doorlooptijd van de aanvraag van een omgevingsvergunning is meestal 8 weken, maar deze aanvraag en verlening van de omgevingsvergunning was, gerekend vanaf het indienen van mijn handhavingsverzoek binnen drie dagen gepiept!
“Wij maken u er op attent dat er inmiddels een omgevingsvergunning is aangevraagd en deze inmiddels is verleend en eerdaags wordt gepubliceerd. Nu er een omgevingsvergunning is verleend is geen sprake meer van een overtreding. Dit betekent dat een verzoek om handhaving conform vigerende jurisprudentie zou moeten worden afgewezen. Tegen de afgifte van een omgevingsvergunning staat voor een belanghebbende echter wel de mogelijkheid van bezwaar open. Wellicht kan dit voor u meespelen bij het al dan niet doorzetten van dit handhavingsverzoek, vandaar dat wij dit vermelden”
Dit betekent dat de gemeente erkent dat de verbouwing is gestart vóórdat een geldige omgevingsvergunning aanwezig was. Daarmee bevestigt zij feitelijk de kern van mijn eerdere melding: er is gebouwd in strijd met artikel 2.1 lid 1 sub a Omgevingswet.
Opvallend is bovendien dat de gemeente mij in die ontvangstbevestiging heeft verzocht mijn eerder per e-mail ingediende handhavingsverzoek nogmaals schriftelijk te bevestigen, uitsluitend om er een handtekening onder te zetten.
“Een verzoek tot handhaving is een aanvraag om een beschikking te nemen (artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, verder ‘Awb’) De gemeente Leeuwarden heeft de elektronische weg niet opengesteld voor het indienen van handhavingsverzoeken (artikel 2:15 van de Awb) Uw aanvraag voldoet in dit geval niet aan de wettelijke indieningsvereisten. Een verzoek om handhaving moet schriftelijk worden ingediend, voorzien van naam, adres, dagtekening en handtekening van de indiener”
De gemeente beroept zich hiermee op formele eisen uit de Algemene wet bestuursrecht, maar deze extra stap contrasteert scherp met de snelheid en onzorgvuldigheid waarmee zij zichzelf achteraf een vergunning heeft verleend terwijl de verbouwing al gaande is.
In de ontvangstbevestiging wordt ook mijn belang als direct omwonende van de voedselbank ter discussie gesteld. Dit terwijl ik in het oorspronkelijke verzoek mijn belang al uitvoerig had beschreven. De afstand van circa 25 meter van mijn woonadres tot de voedselbank laat niets aan duidelijkheid te wensen over wat betreft het belang dat ik heb.
“Een aanvraag om een beschikking te nemen kan bovendien alleen door een belanghebbende worden ingediend. Onder de Awb wordt als belanghebbende aangemerkt: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. In de rechtspraak is dit verder uitgewerkt. Er dient sprake te zijn van een objectief, persoonlijk, eigen, rechtstreeks en actueel belang (de zogenaamde OPERA criteria). Het komt er op neer dat een belanghebbende feitelijke gevolgen van enige betekenis moet ondervinden van een activiteit of een besluit”.
Het valt op dat de gemeente mij wijst op de op de wettelijke voorschriften en de rechtspraak die voor mij gelden terwijl diezelfde gemeente met betrekking tot de verbouwing van de voedselbank zich niets gelegen laat liggen aan de aan de voor haar geldende wettelijke bepalingen en voorschriften. Het handelen van de gemeente kan niet anders worden aangemerkt als onrechtmatig.
De voorgenomen functiewijziging en de reeds uitgevoerde werkzaamheden hebben gevolgen voor alle direct omwonenden van het pand Tylkedam 51, inclusief mijzelf.
Ook zij hebben een rechtstreeks, persoonlijk en objectief belang bij naleving van het bestemmingsplan en de bouwvoorschriften door de gemeente Leeuwarden.
De gemeente vergeet te vermelden dat bij een zogenaamde “buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA)” de verplichting tot participatie voor de aanvrager bestaat, in dit geval dus de gemeente. Het is een verplichting om de omgeving bij de plannen te betrekken en meningen in te winnen over het voorgenomen initiatief.
Dat gaat zeker op voor het plan om in het pand waarin de voedselbank is gevestigd en waarop een maatschappelijke bestemming rust een zelfbedieningswinkel te exploiteren.
De situatie blijft zorgwekkend, omdat:
• de gemeente eigenaar en verhuurder van het pand is, én
• als bevoegd gezag verantwoordelijk is voor vergunningverlening en handhaving.
Dit dubbele belang roept ernstige vragen op over onafhankelijkheid en naleving van de beginselplicht tot handhaving.
Ik roep het college van burgemeester en wethouders opnieuw op om volledige openheid te geven over de gevolgde procedure en om toe te lichten hoe het kan dat een gemeentelijk project zonder voorafgaande vergunning is gestart. De gemeenteraad heeft de plicht het college hierover te controleren. Mocht de gemeente geen duidelijke verantwoording afleggen, dan verwacht ik dat Gedeputeerde Staten gebruikmaken van hun interbestuurlijk toezicht om in te grijpen. Daarom heb ik de provincie geïnformeerd over de reactie van de gemeente van 11 september jl.
Alle inwoners van Leeuwarden moeten erop kunnen vertrouwen dat de gemeente zich aan dezelfde regels houdt als haar burgers. Het tegenovergestelde zou het gezag en de rechtsgelijkheid ernstig ondermijnen.
Eerder verscheen: