Door Rob Goedhart
Het volgende stuk is geschreven door iemand die pas 14 jaar in Fryslân woont. Dus als de echte Friezen hun schouders en/of neus erover ophalen dan snap ik dat. Maar toch…
Op 30 augustus beslist de Fryske Nasjonale Party (FNP) of zij mee gaat doen aan de landelijke Tweede Kamerverkiezingen eind oktober.

Er zijn – onder andere in de Leeuwarder Courant – hierover al een aantal kritische noten gekraakt. Wat heeft zo’n regionale partij te zoeken in de smeltkroes van Den Haag? “Aandacht voor de regio”, klinkt het meteen. En dan niet alleen voor Fryslân, maar ook voor andere regio’s waar de Kamerleden van de FNP dan het woord zouden doen.
Kamerleden? Meervoud? Jazeker. Ik lees dat de FNP streeft naar twee zetels. Maar haalbaar?
Voor twee zetels moeten ongeveer 140.000 kiezers op de FNP stemmen. Hoeveel precies is afhankelijk van hoeveel mensen gaan stemmen. Maar als voorbeeld: bij de Tweede Kamerverkiezing in 2021 werden 10.422.852 geldige stemmen uitgebracht. Het aantal stemmen voor één zetel was 10.422.852 : 150 zetels = 69.485. (Bron: Kiesraad).
Nou, dat kan makkelijk – zou je zeggen – want in Friesland wonen ongeveer 660.000 mensen. Dus daar zijn vast wel 70.000 van te vinden die op de FNP willen stemmen. (En misschien zijn er buiten Fryslân ook nog wel wat stemmers op de FNP te vinden.)
Toch is het zinvol om dan eens te kijken hoeveel stemmen er waren bij de verkiezingen, die er toe doen voor Friezen: die voor de Provinciale Staten van Fryslân. Daar zou de FNP als een van de grootsten naar voren moeten komen, toch?
Maar dan blijkt het volgende.
2011 | 2015 | 2019 | 2023 | Gem | |
FNP | 27.288 | 25.027 | 23.662 | 27.298 | 25.819 |
Hoe doet de FNP het bij die provinciale verkiezingen in vergelijking met de andere partijen?
Dat kun je zien in het volgende staatje.
2011 | 2015 | 2109 | 2023 | |
BBB | 28% | |||
CDA | 18% | 21% | 17% | 9% |
CU | 6% | 7% | 7% | 5% |
D66 | 4% | 7% | 4% | 3% |
FNP | 9% | 9% | 8% | 8% |
Forum | 13% | 4% | ||
GL | 5% | 4% | 8% | 7% |
PvdA | 24% | 15% | 13% | 11% |
PvdD | 3% | 3% | 3% | |
PVV | 8% | 9% | 6% | 4% |
SP | 8% | 11% | 5% | 3% |
VVD | 14% | 11% | 9% | 7% |
Bron: Allecijfers.nl
Wat opvalt is dat de FNP redelijk stabiel is op 8% à 9%. Maar dus niet uitkomt boven (gemiddeld) ongeveer 26.000 stemmen per verkiezing. Bij lange na niet genoeg voor één zetel in de Tweede Kamer. Twee zetels is al helemaal te ver gezocht.
Wonder
Wat zou er gebeuren als er zich een wonder voordoet en de FNP wèl één zetel haalt?

Ik ben acht jaar beleidsmedewerker bij de Consumentenbond in Den Haag geweest. Regelmatig heb ik Kamerleden bezocht om zaken te bepleiten. Zo’n Kamerlid was dan zo aardig om je te ontvangen maar had niet of nauwelijks tijd om naar je te luisteren. Want dan ging de bel voor een vergadering in de grote zaal of hij of zij moest snel weer door naar een andere afspraak; waaronder tal van zogenoemde Commissievergaderingen. Daar overleggen de Tweede Kamerleden – meestal uuuuuren – met ministers voordat ze er over gaan praten en stemmen in de plenaire zaal.
Vaak moeten Tweede Kamerleden zich in zeer verschillende onderwerpen verdiepen. Zelfs bij de grotere partijen. Zo zat ik een keer ’s morgens met VVD-er Helma Lodders te praten over persoonlijke financiën en moest zij ’s middags in debat over varkens.
Je moet dus over heel veel zaken een mening hebben; want je wordt geacht daarover te stemmen. Over zorg, klimaat, woningbouw, defensie (zenden we militairen uit naar oorlogsgebieden?), infrastructuur, buitenlandse zaken, sport, economie, etcetera, etcetera, etcetera.
Als éénpitter is het gewoon onmogelijk om dat allemaal bij te houden.
Vanaf 2019 ben 4 jaar ik beleidsadviseur van Statenlid Theun Wiersma geweest. Ook met één zetel.

Bij de provincie is het aantal onderwerpen waar je iets van moet vinden vele malen minder dan in ‘Den Haag’. Een provincie heeft taken gekregen van het rijk en geld om dat uit te voeren. De provincie mag maar over een beperkt aantal onderwerpen zelf beslissen. Toch was het daar al verdraaid lastig om al die onderdelen te behappen.
In Fryslân is het zodanig (goed) geregeld dat een Statenlid één à twee fractiemedewerkers kan inzetten (betaald door de provincie). Dat is plezierig, want een Statenlid is – in principe – maar één dag in de week actief.
Een Tweede Kamerlid is – ook weer in principe – de gehele week met het werk bezig. Kan dus veel zelf doen, maar moet ook veel hebben van bijdragen door fractiemedewerkers. Daarvoor krijgt een partij met één zetel maar een beperkte hoeveelheid geld. Kortom: als éénpitter kun je moeilijk een deuk in een pakje boter schoppen.
Soepboer, de lijsttrekker voor de FNP en (wel wat heel gemakkelijk, vind ik) overgestapt vanuit NSC, heeft zo’n een-pitterschap niet meegemaakt, want hij kwam in een vrij grote fractie met 19 collega Kamerleden en een daarbij behorend budget voor ondersteunend personeel.

Advies
Als ik het zou mogen zeggen dan zou ik de FNP-ers aanraden om niet zelf mee te doen aan de Tweede Kamerverkiezingen. Dit ook om stemmers op de FNP niet teleur te stellen als zij zien dat hun stem op de FNP helemaal niet of nauwelijks ertoe doet.
Beter is het om met een aantal mensen te infiltreren in de bestaande partijen, die er wel toe gaan doen. Of zorgen voor een goede lobbyist, die snapt hoe de hazen lopen in Den Haag en weet wanneer hij of zij iets bij een parlementslid ‘in moet schieten’.
Zo kun je de Friese belangen beter voor het oog brengen. Of je dan tegen de Lelylijn moet zijn vraag ik me ernstig af. Maar dat terzijde. En misschien een onderwerp voor een volgende blog.