Diepte van boerenvaarten tussen de Elf Steden is een-vijftig, alsmede hoogte van bruggen en lengte van klúnmatten over het erf van Terpstra, Reitsma, Pietersma en Hofstra. Het Friese paard springt een dezer dagen over een hek van dezelfde hoogte.
Woorden van bestuurders zijn een-vijftig waard op radio en tv. Het mediacircus kent geen vrees. Laat staan een smet. Geen verantwoordelijkheidsbesef voor ware stilte. Nieuw Amsterdams Peil in alle samenhang gaat voor een-vijftig verloren.
We prijzen de tweedehands auto van een-vijftig. De katoenen blouse en verder alles uit de nieuwste lentemode. Vergeet niet dezelfde prijs voor stapels theedoeken en badlakens. Dat kost ook de teneur van de dagelijkse krant voor drie seizoenen en vijf elpees van discostampers.
Kinderen spelevaren, ravotten, spelen en treiteren elkander niet langer dan een-vijftig. Het speelplein raakt overvol. En de boulevards met klootjesvolk. Opa verwondert zich en geniet van pruimtabak. Hij spuwt het met een boog van een-vijftig in de goot.
Een-vijftig is het heilig woord. Genezers wijzen hierop stipt. De paashaas springt een sprong in deze lengte tot na Pinksteren. Met een zucht van deze omvang is het morgen volop herfst. Ik benijd en omhels het vallend blad. Deze hoop gaat nooit verloren.
© Wiebe Dooper
© Foto Alma Wanningen