Categorieën
Bolsward Cultuur Ethiek Fryslân Geschiedenis Godsdienst Súdwest

De wereldvreemde jeugd van Titus Brandsma (1)

‘t Is donker, druilerig en koud op die vroege ochtend van woensdag 23 februari van het jaar 1881. Het is half vijf in de ochtend en op een stelpboerderij in de oude gemeente Wonseradeel komt een jongetje ter wereld. Oegeclooster, zo wordt de boerenplaats officieel genoemd, net over de gemeentegrens ten oosten van het Friese stadje Bolsward. Het blijkt een fysiek kwetsbaar kind. Mede daarom laten de ouders, het boerenechtpaar Titus Brandsma en Tjitje Postma, het kind al dezelfde ochtend dopen. De volgende dag doet vader Titus in Witmarsum, de hoofdplaats van Wonseradeel, op het gemeentehuis aangifte van de geboorte, het vijfde kind van de Brandsma’s. De wereldse naam wordt Anno Sjoerd. Op 15 mei 2022 werd Anno Sjoerd, als Titus Brandsma, met negen anderen, door paus Franciscus heilig verklaard tijdens een mis op het Sint-Pietersplein te Rome. Een zeer bijzondere gebeurtenis in de Friese rooms-katholieke wereld.

Het gezin Brandsma

Het gezin van veehouder Brandsma zal na Anno Sjoerd er nog een jongetje bij krijgen, Hendrik (1882-1959). De vier oudsten waren de meisjes Boukje  (1873-1939), Apolonia (1874-1970), Gatske (1878-1960) en Siebrigje (1880-1939). Ze groeien op binnen een zeer gesloten gezin, waar alles van buiten het liefst ook buitengehouden werd. Het is de periode waarin het katholieke patriarchaat bezig is een inhaalstrijd te leveren om de religieus achtergestelde positie te herstellen. Die strijd is ook duidelijk bij de Brandsma’s te herkennen.

De rolverdeling was duidelijk: vader de grote regievoerder op de achtergrond, die de maatschappelijke, en vooral kerkelijke, banden onderhield, het vee verzorgde en de sjees, als verbinding tussen Oegeclooster en de buitenwereld, bestuurde, en de moeder als hoedster van gezin en erf. De moeder, Tjitje (1849-1933), zal een heel belangrijke rol spelen in het leven van de latere mysticus Titus Brandsma. Naast uiterst vroom was ze eveneens uiterst zorgzaam voor de kinderen in hun zeer beperkte wereld: de boerderij, de kerk, de school. Een heilige drie-eenheid, die het verdere leven van alle de zes kinderen zal bepalen. Van de zes gaan vijf kinderen het klooster in. Het zesde zal, min of meer door de vader opgelegd, trouwen met een boerenzoon uit Burgwerd en daarmee in 1901 het boerenbedrijf overnemen. Vader en moeder trekken zich terug in een woning aan de Kleine Dijlakker, op nummer 36, in Bolsward, schuin tegenover het kerkje dat eveneens een groot stempel heeft gedrukt op het geslacht Brandsma, de Sint Martinus.

© Willem Haanstra