Categorieën
Dieren Economie Geschiedenis Juridisch Nederland Protest

DE HONDENKAR VAN EEN GROENTEBOER IN HARLINGEN

Op bijgaande afbeelding staat een dogachtige hond tussen de bomen voor de kar van een Harlinger groenteboer. Honden leverden ook de trekkracht voor talrijke andere venters, zoals de bakker, de melkboer, de aardappelkoopman en de petroleumverkoper, aldus Berthus de Jong.

De hondenkar was een eenvoudig voertuig dat werd voortgetrokken door één of meerdere honden. Ze diende met name vanaf de negentiende eeuw als een betaalbaar alternatief voor paard en wagen, vooral voor diegenen die niet over de middelen beschikten om een paard te onderhouden. Hondenkarren waren bovendien klein en wendbaar en hierdoor veel handiger in gebruik in smalle stadsstraten dan grote, brede paardenkarren. 

Historicus Bernd Timmerman wijst erop dat er tussen 1850 en 1950 een enorme bevolkingsgroei was. De Nederlandse bevolking nam toe van drie naar tien miljoen. Die monden moesten gevoed worden en de de explosieve groei in de landbouw en veeteelt bracht misstanden met zich mee.

Er kwam diverse regelgeving tot stand om het gebruik van honden voor of onder de kar in te perken. Pas in 1961 kwam de Wet op Dierenbescherming tot stand, die onder meer een definitief verbod op het gebruik betekende. Het zou nog tot 1963 duren voordat de trekhond definitief verdween uit het straatbeeld. 

WD

Geraadpleegde bron:
https://www.geschiedenisvanzuidholland.nl/verhalen/verhalen/geschiedenis-hondenkar-dierenbescherming/)