Categorieën
Poëzie

DORP

Wie nooit alleen reed urenlang

door duisternis en mist in januari

met in haar nek de ringslang angst

zag nooit het woord genade.


Een witte boom. Een dier van dons.

Een kilometerpaal met cijfers.

Wegwijzers. Bijna grijpbaar soms

een versregel. De glans van vijvers.


Het plein van dit vergeten dorp

door tuig van Rome ingenomen.

Een legerkamp. Een vesting op de rots.

Winter. Niemand wil hier wonen.

Aleidis Dierick (1932-2022)

Meer poëzie van deze Vlaamse dichteres kunt u lezen via:
https://www.lezenswaard.be/view/3181/dierick-aleidis

Categorieën
Poëzie

WINTERKERSTKAARTEN

palet van emoties en sferen
kou buiten, warmte binnen
fakkelhaard en gloeiramen
veiligheid alom, samen
alles in besneeuwde oorden
met boom en dampchocomok […]

Categorieën
Poëzie

HERINNERING

Moeder, weet je nog hoe vroeger
Toen ik klein was, wij tezaam
Iedre nacht een liedje, moeder,
Zongen voor het raam?

Moe gespeeld en moe gesprongen, […]

Categorieën
Poëzie

SOTTO VOCE

Zoveel soorten van verdriet,
ik noem ze niet.
Maar één, het afstand doen en scheiden.
En niet het snijden doet zo'n pijn,
maar het afgesneden zijn. […]

Categorieën
Poëzie

WALVIS


In een fantasie waan ik me gelukkig als walvis.
Haal een wit voetje bij de hamerhaai en knipoog
naar een onbekende school vissen.

Op het witte strand rol ik eens uit. Dan werp […]

Categorieën
Poëzie

VLEUGELLICHT

vers idee snijdt diep
met vleugels gestegen
boven land en zee
hemelhoog
geeft ruimte en adem
nooit koude dood […]

Categorieën
Poëzie

HERFST

Nooit ben ik meer in mijn gedachten groot,
steeds zeldner denk ik dat mijn werklijk wezen
zich tonen zal en durven te genezen
van de steeds naderende duidelijker dood. […]

Categorieën
Poëzie

DE GELATENE

Ik open het raam en laat het najaar binnen,
Het onuitsprekelijke, het van weleer
En van altijd. Als ik één ding begeer
Is het: dit tot het laatst beminnen. […]

Categorieën
Poëzie

WINTERDANS

duister knipt dagen kort
roodt neuzen
blauwt vingers […]

Categorieën
Poëzie

HET KIND EN IK

Ik zou een dag uit vissen,
ik voelde mij moedeloos.
Ik maakte tussen de lissen
met de hand een wak in het kroos. […]