De Sneker bloemist Jan Kroon (1920-2006) was in de vorige eeuw eigenaar van Wetterhounkennel fan de Snitser Mar. De door hem gefokte Abe fan de Snitser Mar was zijn bekendste Wetterhoun, die in 1962 tot Nederlands kampioen werd uitgeroepen.

Kroon vond de Wetterhoun een prachtig type hond en ‘als pup de mooiste hond die er is, het zijn net beren’, vertelde hij in de zomer van 1997. Zijn eerste Friese hond, een kruising Stabij-Wetterhoun, luisterde naar de naam Bieuwe, die hij kocht van keurmeester Andries Aukema.
Bieuwe hield de kas en het terrein van de bloemisterij vrij van katten en ongedierte. Een type hond als Bieuwe was voor veel gezinnen in arme tijden onmisbaar, aldus Kroon. Door het vangen van mollen kwam er bijvoorbeeld wat geld in het laadje.

Een enkele keer ging Kroon met ene Pieter Nijland en vergezeld van Bieuwe op bunzingjacht (murdejeien). Ergens in de omtrek van Westhem zagen ze dat een boer een bunzingklem had geplaatst met eieren erin als lokaas. De bunzing moest dit vlakbij zitten. Op een gegeven moment was Bieuwe weg en kwam met een dode haan in de bek terug, die hij had gegrepen uit de ren van de boer. ‘Dizze is moarn goed foar yn it sop’, zei Nijland. (Deze gaat morgen in de soep.)

In zijn woonplaats Sneek onderhield Kroon contact met NVSW-secretaris J.P. Otto (Nederlandse Vereniging van Stabijhounen en Wetterhounen, opgericht in 1947). Otto wilde, volgens Kroon, meer structuur in de fokkerij brengen door pups strenger te selecteren. Daar slaagde de secretaris niet in, omdat hij werd tegengewerkt door fokkers. Zij wilden per se een pup met stamboom verkopen.


Wiebe Dooper
Geraadpleegde literatuur
Wiebe Dooper. De Fryske Hûnen. Meppel, 1997.