Door Arend Hazekamp
Sommige vrije socialisten met een Joodse achtergrond werden gedeporteerd naar Westerbork en vervolgens naar de vernietigingskampen. Dit gold voor de uit Hoogezand-Sappemeer afkomstige Salomon Mozes (1891-1942), die zichzelf Sam Nijveen noemde.
Al op jonge leeftijd was hij actief in plaatselijke groepen, zoals de Vrij-Socialistische Vereniging, de Algemene Nederlandse Geheelonthouders Bond (ANGOB) en het mannenkoor Naar de Vrijheid.
Toen dit koor een niet-socialistisch Duits lied wilde instuderen, zegde hij uit protest zijn lidmaatschap op. Net zo fanatiek was hij later in de gelijknamige toneelclub, waar hij voorzitter van was. Ook declameerde hij niet onverdienstelijk.
De volksbibliotheek van de vrije socialisten – van openbare bibliotheken was nog geen sprake – was enige jaren bij Sam Nijveen thuis gehuisvest. Voor de scholingsbijeenkomsten stelde hij zijn woning beschikbaar, terwijl ook de VSV ook jarenlang bij hem thuis vergaderde.
Als antiparlementair socialist weigerde hij te stemmen, wat hem, als gevolg van de stemplicht, telkens een dag celstraf opleverde. Hij maakte deel uit van de exploitatiecommissie van het weekblad van de beweging, De Arbeider.

https://www.uitgeverijlouise.nl/
Nijveen was een van de drijvende krachten achter de totstandkoming van het Volksgebouw in Sappemeer in 1931. Tal van organisaties maakten gebruik van het pand met een ultramodern toneel. Er vonden veel voorstellingen plaats, waaronder die van professionele toneelgezelschappen.
Bij hem waren formulieren verkrijgbaar waarmee je je bij de kerk kon laten uitschrijven. Eind jaren twintig werd hij contactpersoon van de Vrijdenkers Radio Omroep (VRO). Deze was gelieerd aan vrijdenkersorganisatie ‘De Dageraad’.
Sam Nijveen verdiende de kost als kruidenier en als kermisexploitant met een snoep- en een viskraam. Hij werd secretaris van het Federatief Verbond van Nederlandse Kermisexploitanten. In 1941 ging deze belangengroep op in de Nederlandse Kermisvakbond.
Onder voorzitterschap van Nijveen spande deze organisatie in om kermissen weer mogelijk te maken. De exploitanten zaten zonder werk omdat de Duitsers kermissen aanvankelijk nauwelijks toestonden.
Later vroeg Nijveen een mobiele ijs- of verkoopwagen te koop als alternatief om op straat zijn geld te verdienen. Hij werd eind 1941 opgepakt door de Duitse bezetter vanwege de verspreiding van illegale blaadjes. Waar hij werd vastgehouden en wanneer hij in Kamp Westerbork aankwam, is onbekend.
Op 16 juli 1942 – met een van de eerste transporten vanuit Westerbork – werd Sam Nijveen naar Auschwitz vervoerd. Hij wist een kaart voor zijn vrouw uit de trein te werpen, die haar ook bereikte: ‘Alles goed. Als ze jou ophalen veel geld meenemen.’ Precies een maand later, op 16 augustus 1942, werd Sam om het leven gebracht.