Categorieën
Blik op Bolsward Bolsward Cultuur Geschiedenis

Vijf eeuwen oude tinnen stadskannen sieren stadhuis Bolsward

Ze vallen niet op, de eeuwenoude stadskannen, uitgevoerd in tin, waar onderdoor de bezoekers van de voormalige raadzaal in het Bolswarder stadhuis gaan om deze zaal te bewonderen. Natuurlijk kende ik deze bijzondere kannen waaruit bij speciale gelegenheden de plaatselijke vroedschap in vroeger eeuwen plechtig haar wijn schonk. Boven in het door Jacob Gysbert vervaardigde portaal, als toegangspoort tot die raadzaal, is zelfs een speciale ruimte voor deze kannen gereserveerd, in nissen op de kroonlijst. Mijn diepere aandacht ervoor werd echter gestimuleerd tijdens een ontmoeting met vertegenwoordigers van het Rijksmuseum.

Ze kwamen het bruikleen inspecteren dat de gemeente Bolsward in 1976 in leen had gekregen van het Rijksmuseum, een reusachtig schilderij van Wybrand de Geest, waarop (hoogstwaarschijnlijk) afgebeeld Sophia Anna van Pipenpoy (lange tijd foutief vermeld tijdens rondleidingen en in gidsjes als Albertine Agnes: zie Willem Haanstra, ‘De Beul van Bolsward’, 2012). Het was een zeer deskundige delegatie, die het stadhuis kwam bezoeken: kunsthistorica dr. Yvette Bruijnen, restauratrice Ige Verslype en de Amerikaanse kunsthistorica Margareth Iacono. Een delegatie van de Leeuwarder Courant was ook aanwezig, verslaggever en fotograaf, evenals Omrop Fryslân.

Sophia Anna werd grondig geïnspecteerd, breeduit liggend in de burgemeesterskamer. Daarna: koffie. En toen wilden de dames graag het stadhuis nader bekijken; ze waren hier nou toch. En wat verliep die rondgang prettig. Ze wisten interessante, en soms ook voor mij nieuwe, informatie over bepaalde onderdelen van het monumentale stadhuis te delen. Ik herinner me de grote aandacht die ze besteedden aan het schilderij in de Vierschaar, Salomons Oordeel, waarvan ze onomwonden aangaven dat het hoognodig gerestaureerd moest worden: langer uitstellen zal gigantische kosten met zich meebrengen, oordeelde Ige Verslype. Ik maakte braaf aantekeningen, die ik later die week onderbracht in het archief.

Zo ook betraden we de raadzaal.

De buitenkant van het stadhuis is van een zeer uitbundig maniërisme, binnen, in het gebouw is de inrichting veel soberder. De raadzaal is daar dan weer een uitzondering op: een indrukwekkend portaal, puur maniëristisch vakwerk van Jacob Gysberts, evenals onderdelen van de indrukwekkende schouw. En aan de zoldering fraaie consoles aan de uiteinden van de moerbalken, fascinerend. Maar ineens ging de aandacht uit naar wat zich boven in het portaal bevond: vier tinnen schenkkannen, al (deels?)  in gemeentelijk bezit voordat het stadhuis gerealiseerd was. Yvette gaf college, zo bleek. We moesten gaan zitten en zij vertelde over de geschiedenis van tinnen stadskannen, het gebruik ervan, en dat ook het Rijksmuseum een of twee in zijn bezit had (van een is niet precies duidelijk hoe het feitelijk zit). Na de ‘lezing’ was mijn belangstelling gewekt voor de Bolswarder kannen. Op het moment dat ik dit artikel schrijf, zijn er nog drie aanwezig. Een wordt, al ongewoon lange tijd, gerestaureerd. Vragen mijnerzijds aan directeur-bestuurder Pascal Arts leveren weinig tot geen duidelijkheid op.

Het indrukwekkende toegangsportaal naar de Bolswarder raadzaal, met bovenin de vier tinnen stadskannen. © Tonnie Siemonsma

Oorspronkelijk werd dit soort kannen, vanaf eind middeleeuwen, gebruikt voor plechtigheden waarbij er wijn uit geschonken werd. Soms ook gedronken (drinkkan, niet die van Bolsward). Ook zijn er nog die nooit als schenkkan, maar meer voor de sier, werden gebruikt. De oudste kannen passen in de gotische stijl van het laatst van de middeleeuwen. De overgang naar meer renaissancistische vormgeving vond aan het eind van de vijftiende eeuw plaats. Niet veel later zullen de Bolswarder kannen vervaardigd en in gebruik genomen zijn. Opvallend is dat sommige elementen van twee kannen duidelijk gotische kenmerken vertonen, maar ook in elkaar ‘overlopen’: ze kunnen dus niet als duidelijk zelfstandige kannen worden gezien. Deze kannen zijn hoogstwaarschijnlijk, gelet op vorm en fantasie, van begin 16e eeuw, dus van ver voor de bouw van het ‘nieuwe’ stadhuis (rond 1615). De slanke vorm duidt het gotische aspect aan, de versieringen aan de bovenzijde wijzen op een geleidelijke overgang naar het iets uitbundiger renaissancistische ervan.

Van de Bolswarder kannen kunnen we aannemen dat deze, voordat ze als sierkannen in gebruik werden genomen, als schenkkannen gediend zullen hebben. Opmerkelijk is de bekroning op de vier Bolswarder kannen. Twee hebben een pyramidevormige dekselbekroning, twee afwijkingen daarvan, waardoor deze waarschijnlijk in de zeventiende eeuw zijn gerestaureerd.

De hoogte van de vazen is 77 cm. Als merkteken dragen zij, naast een hamer, de initialen B. A. Waarschijnlijk hebben we hier te maken met de vervaardiger van de kannen. Ik kan er echter geen namen van tinnegieters aan vastkoppelen.

In een aantal Nederlandse steden, waaronder Amersfoort, Enkhuizen, Maastricht (18!) en Schoonhoven, zijn deze tinnen kannen nog te bewonderen, in tal van andere zijn ze verdwenen: aangetast door de tin pest of  verkocht, met name in de 19e eeuw.

Die van Bolsward behoren ongetwijfeld tot de oudste stadskannen van Nederland. Deze kennen een slanke vorm, waarin een vloeiende overgang van hals naar romp zichtbaar is en enkele zelfstandige elementen die al duiden op invloeden van de vroegrenaissance.

Bolsward, stadhuis verscheen in 2000, dit boekje werd samengesteld door de toen al overleden H.A.M. Andela, J. Keuvelaar en W. Haanstra. Deze uitgave werd ook gebruikt voor het schrijven van dit artikel.

Kortom, deze onopvallende, maar al eeuwenlang tot de vaste onderdelen van het Bolswarder stadhuis behorende pronkstukken in de raadzaal verdienen de volle aandacht. Ingetogenheid kan, zo blijkt, in het uiterst uitbundige stadhuis van de Gysbertstêd Bolsert ware parels verborgen houden. Iets meer aandacht bij de beschrijvingen van het stadhuis zou deze historische kannen de plek kunnen geven die ze vanuit cultuurhistorisch opzicht meer dan verdienen.

© Willem Haanstra

Geraadpleegde bronnen:

Yvette Bruijnen; ‘De tinnen stadskannen in Nederland’, mondelinge mededelingen.

D.F. Lunsingh Scheurleer, Oudheidkundig jaarboek 1944.

‘Het oude tinnegietersbedrijf’, dr. A Wassenbergh, Vrije Fries 1943.

H.A.M. Andela, Jan Keuvelaar en Willem Haanstra, ‘Bolsward, stadhuis’, mei 2000.