Categorieën
Interviews Sneek Verhalen

Schelte Anema uit Sneek is een verwoed toerzeiler

Op enkele tientallen meters van de Laatste Stuiver ligt in de Zwette de zeilboot van Schelte Anema, Swette genaamd. Het gaat om een authentieke Beulakermeerkruiser, die in circa 1932 werd gebouwd bij scheepswerf Huisman in Vollenhove. De Sneeker werd in 1974 de trotse eigenaar.

Met de Beulakermeerkruiser werd natuurlijk veel gezeild op de meren in Noordwest-Overijssel, maar volgens Anema ook met een lichte bries op het IJsselmeer. Hij vertelt dat er voor 1940 veel meer van dit soort schepen werden gebouwd. Ook zeilden er houten Sneekermeerkruisers, gebouwd door jachtwerf Kuipers, en later ook stalen zeilschepen onder deze naam, gebouwd op de werf van Moedt in Oppenhuizen. 

 

De Laatste Stuiver over de Zwette of Leeuwarder Trekvaart rond 1890. De foto is van Jakob Gzn. de Vries, collectie Van der Zee, Tresoar. Vooraan de Looxmagracht Friso, sleepboot van kapitein Y.W. van der Werf met erachter een houten praam.

Feniks

In ons gesprek wordt al snel duidelijk dat Anema gehecht is aan Swette. Bij aanschaf heet de boot Feniks, genoemd naar de mythische vogel uit de Egyptische oudheid, die uit zijn eigen as herrees. Dat was ook het geval met deze Beulakermeerkruiser, omdat het vaartuig in 1972 op de Terhernster pier in het Sneekermeer strandde en zwaar beschadigd raakte. Ondanks de beschadigingen nam Anema de boot voor een kleine prijs over, omdat hij wist dat dit type schip over uitstekende zeilkwaliteiten beschikte. ‘De kajuit was eraf, maar vrienden plaatsten eikenhouten ribben in het schip om het evenwicht wederom te herstellen’, licht Anema toe. 

Toertochten

Anema, een fervent toerzeiler, is jaarlijks diverse keren te vinden langs de boorden van het Sneekermeer of de Goëngarijpsterpoelen, waar hij op een rustige gunstige plek aanlegt of voor anker gaat. Vervolgens leest hij meestal uit Chassidische Vertellingen, zijn favoriete boek waarvan Martin Buber de auteur is. 

Anema’s favoriete boek.

Een of twee keer per jaar maakt hij een langere tocht met Swette. Er wordt dan bijvoorbeeld over Heegermeer en Fluessen tot aan Galamadammen gezeild, vervolgens over de Luts via Balk naar het Slotermeer en dan naar Woudsend en de Koevordermeer om dan langs de Brekken en de Broeresloot terug te gaan naar Sneek.

Trek naar zee

Anema had al op jonge leeftijd een brede belangstelling voor alles wat met water te maken had. Toen hij ergens in 1957 een interessante film over de kustvaart zag, besloot de Sneeker met zijn studie aan de hts in Leeuwarden te stoppen en koos voor het zeemanschap. Op 13 augustus van dat jaar monsterde hij aan als lichtmatroos op de Edison, een kustvaarder van 500 ton die lag aangemeerd in IJmuiden.

Kustvaarder Edison.

Tot mei 1958 verbleef de jonge zeeman op de Edison. Tijdens de zeereis klom hij op van lichtmatroos tot radiotelegrafist.

Vervolgens ging Anema weer naar de hts in Leeuwarden, waar hij in het derde leerjaar als stagiaire werkte bij onder meer Landustrie en Hoogovens. Na afronding van de hts koos hij voor een tweede zeereis op Kroonborg, een coaster van de Groninger reder Wagenborg. Anema was als machinist echter constant zeeziek, waardoor een loopbaan als zeeman er verder niet inzat.

Kroonborg op een afbeelding uit 1954.

Zeilen zit in het bloed

Toen Anema aan de hts studeerde, werd hij in 1958 eigenaar van een 16m2. Hij weet zich te herinneren dat in deze tijd nog vee over de Zwette naar Leeuwarden werd gevaren naar de veemarkt, die traditiegetrouw op vrijdag plaatsvond. Op een bepaald moment werkte hij in vaste dienst bij Landustrie. Om 08.00 uur ving de werktijd aan. Als het kon, was de Sneeker daarvoor al met een kameraad aan het zeilen op de Geeuw richting IJlst en werden er enkele kruisrakken gemaakt. 

Toen Anema’s twee zoons opgroeiden, bouwde hij een grote accu in Swette en twee elektrische motortjes achter het schip. De zeilboot werd dan elk weekend een stil varende motorboot. Het gezin Anema voer dan met het gemotoriseerde schip vanaf de Zwette naar IJlst en langs Jutrijp en over de Swarte en Witte Brekken naar Sneek. Het was een aangenaam tochtje van vier uren.

Swette in jachthaven De Watervriend te Uitwellingerga.

Dat Swette zolang meegaat is een kwestie van goed onderhoud. Tot een jaar of wat geleden stond de zeilboot in de lak, maar toen zich kleine lekkages voordeden, bewerkte Anema het schip met epoxie. Hij zette daarop Swette in verf van een solide merk, ‘dat droogt namelijk sneller dan blanke lak’, zegt Anema.

De Sneeker heeft nooit een enkel moment gedacht om Swette te verkopen. Dat hoort niet zo.

Wiebe Dooper