Persbericht op Liwwadders.nl
Een kwartet lichtpunten in een donkere stad
Het was geen dynamische tijd tussen 1830 en 1850. De eerste decennia van het Koninkrijk der Nederlanden werden gekenmerkt door de zogenaamde jansaliegeest. De Nederlanders waren niet erg ondernemingslustig en in het waterrijke land wilden maar weinigen een lange reis met de trekschuit maken. In dat Nederland durfde de provincie Vriesland, zoals de spelling toen was, een groot gebouw voor de rechtspraak in Leeuwarden tot stand te brengen. De stad Leeuwarden werkte niet van harte mee.
Rik Jongbloed heeft de perikelen rondom de bouw van het Paleis van Justitie onderzocht en er een boek over geschreven. Dat ligt vanaf half februari in de winkels.
De aanleiding voor dit onderzoek was zijn vondst van fraaie tekeningen op de website van Tresoar. Ze maakten hem nieuwsgierig naar de achtergrond. Vervolgens las hij in het Rijksarchief gearchiveerde brieven van de provincie Vriesland. Vriesland, de spelling was toen met een v, vatte de taak serieus op, een provinciaal gerechtshof te willen bouwen om zo tegemoet te komen aan de wens van koning Willem I. Dit ondanks de erbarmelijke financiële situatie van toen. De koning bleek nauwelijks in staat voor rijkssteun te kunnen zorgen, want hij liet in 1840 Nederland achter met de grootste staatsschuld van heel Europa.
In dit donkere gesternte lieten vier sterren in Leeuwarden hun licht schijnen op de armoedige en veelal onfrisse toestand in de stad tijdens de jaren veertig van de negentiende eeuw.
Het eerste lichtpunt is Wopke Eekhoff, de eerste stadarchivaris van Nederland, die niet alleen op fraaie wijze de geschiedschrijving van het Leeuwarden tot 1846 heeft geboekstaafd, ook wist hij als connaisseur welke kunstschatten, taaluitingen en historische figuren beschreven moesten worden om zo ons cultureel erfgoed veilig te stellen. Hij voelde aan dat dit later door liefhebbers van kunst en historie gewaardeerd zou worden.
Ten tweede noem ik Lucas Pieters Roodbaard die na de ontmanteling van de stadswallen zes tot zeven bolwerken van de stad tot een wandelparadijs omtoverde, waar de Leeuwarders dankbaar gebruik van maakten.
De derde is misschien wel het bekendst: Thomas Romein. De architect die in Friesland en met name in Leeuwarden, neoclassicistische bouwwerken heeft nagelaten. Het boek besteedt veel aandacht aan hem.
Tenslotte noem ik Arie Christiaan Kros, over wie veel minder bekend is, maar die voor de totstandkoming van het Paleis van Justitie, van doorslaggevende betekenis is geweest. Rik Jongbloed schrijft in zijn boek dat het gebouw niet zozeer dankzij Romein is gerealiseerd. Het was namelijk Kros, de hoofdingenieur Waterstaat vanaf 1842, die met een zekere mate van opportunisme de directie over alle werkzaamheden voerde: wilskrachtig, enthousiast en volhardend. Zijn werk leidde tot controverses en heeft schade aangebracht. Wel voldeed hij aan de wens van met name gouverneur Van Sytzama en Gedeputeerde Staten van Vriesland, die dit Paleis lieten bouwen. Wel moet worden opgemerkt dat Thomas Romein graag in de schoenen van Kros had willen staan.
De vier genoemde sterren komen aan bod in dit boek. Voor hen gold geen jansaliegeest.
Ook kunt u raadplegen: https://www.liwwadders.nl/rik-jongbloed-en-vier-sterren-die-hun-licht-lieten-schijnen-op-de-armoedige-en-veelal-onfrisse-toestand-in-de-stad-leeuwarden/