Categorieën
Commentaar Cultuur Ethiek Politiek

PIETER OMTZIGT: DICTATUUR VERSUS DEMOCRATIE

Op woensdag 6 september hield Pieter Omtzigt de Binnenhoflezing:
‘Herstel van de machtbalans – Tussen de burger, de machtige overheid en het parlement’. Onderstaande tekst betreft pagina 5 uit deze lezing.

DICTATUUR VERSUS DEMOCRATIE

Laat ik kort door de bocht beginnen:
In een dictatuur controleert de regering de bevolking. Daarvoor is wel een entourage vereist die het met de dictator eens is en die hij vertrouwt. Een dictator hoeft dus niet de steun van 50% van de bevolking te hebben. Enkel een deel van de bevolking, van zijn lijfwachten en directe
veiligheidsdiensten tot zijn regering moeten hem steunen en hij moet daarop kunnen vertrouwen. Om controle uit te oefenen en te weten wie hij politiek niet kan vertrouwen, bouwt de dictator een uitgebreid veiligheidsapparaat dat burgers actief controleert. De rechtspositie
van de burger is in een dictatuur zwak, zeker wanneer het op politieke vrijheden aankomt. De bevolking wordt dus gedwongen open te zijn richting de regering.

In een democratie is het precies andersom: daar controleert de bevolking de regering en kan de bevolking ook de besluiten van de regering observeren. De bevolking kan op basis van die informatie tijdens democratische verkiezingen een geïnformeerde stem uitbrengen op een kandidaat van een partij. Dat gekozen parlementslid controleert namens hem of haar de regering en legt daarover verantwoording af.
De regering is dus, met soms een gezonde dosis tegenzin, open richting de bevolking en het parlement. En stemmingen en gedrag van parlementariërs zijn openbaar, zodat de bevolking kan zien hoe de taak uitgeoefend wordt.

Dit is natuurlijk een zwart/wit beeld: want ook in een democratie controleert de overheid haar burgers. Er vindt open controle plaats om te kijken of burgers de democratisch afgesproken regels naleven. Er staat dus een flitspaal naast de weg. Maar bij een boete kun je de foto van de flitspaal
opvragen. Ofwel, de overheid dwingt wetten, die bij meerderheid zijn vastgesteld, af. Maar je hebt tegelijk het volste recht te weten hoe de regering de overtreding geconstateerd heeft en je mag het bij
de rechter aanvechten.

En bij echte gevaren voor de staat mag en kan de overheid dat ook verhuld doen. Zo mag politie afluisteren of tappen als de rechter-commissaris hiervoor toestemming heeft gegeven aan het openbaar ministerie. Er moet sprake zijn van een verdenking van een ernstige inbreuk op de rechtsorde en het moet gaan van een misdrijf waarop een gevangenisstraf staat van vier jaar of meer. In het strafproces voor de rechter wordt streng gecontroleerd of het OM zich volledig aan de regels gehouden heeft.
Afluisteren en tappen betekent telefoongesprekken afluisteren, elektronische communicatie aftappen, zoals SMS, whatsapp, het monitoren van videogesprekken en activiteiten op internetfora. Het
betekent ook mensen op sociale media volgen.

En ook de geheime diensten, zoals de AIVD en de MIVD, staan onder toezicht: onder de Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten moeten zij de inzet van bijzondere methoden voorleggen aan de TIB (Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden) voor toetsing vooraf en houdt de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, tijdens de inzet en achteraf, toezicht. Het parlement wordt in de commissie-Stiekem vertrouwelijk geïnformeerd.

Wordt vervolgd.

De volledige lezing kunt u nalezen via:
https://storage.googleapis.com/pieter-omtzigt-website/Pieter-Omtzigt-Binnenhoflezing-06-09-202363.pdf