Categorieën
Boeken Cultuur Fryslân Literatuur Overpeinzingen uit Koudum

KOOS TIEMERSMA-KOADE READ (2024)

Het nieuwe boek van Koos Tiemersma, Koade Read, heb ik weer met het allergrootste plezier gelezen. En dat bepaald niet alleen omdat het boek (ook) als e-book verschenen is, helaas een zeldzaamheid voor Friese boeken. Tiemersma is er weer in geslaagd om het leven van een aantal mensen in een klein Fries dorp op zo’n licht ironische manier te beschrijven dat de lezer telkens weer meegenomen wordt in ogenschijnlijk heel gewone zaken en dagelijkse beslommeringen.

Daarbij is het een goede keus geweest om een actueel probleem, de komst van een windmolenpark, als een soort stuwende kracht in de dorpsgemeenschap te laten functioneren. De dynamiek van een klein dorpje kan op die manier zichtbaar gemaakt worden en lekker uitvergroot. In het klein heb ik daar in Koudum iets van kunnen meemaken, waar een flink deel van de inwoners zich het afgelopen jaar keerde tegen de plannen van de supermarkt om de winkelstraat te verlaten.

Consternatie in Koudum over het vertrek van Poiesz Supermarkt uit de dorpskern. Artikel Balkster Courant, 19 mei 2023.

Koade Read, het twaalfde boek van deze Friese schrijver, ligt in het verlengde van zijn roman Einum (2012) waarvoor hij in 2015 de Gysbert Japicxpriis kreeg. Fierum, het (fictieve) dorp waar het in Koade Read om gaat, ligt bijna tegen Einum aan in het noordwesten van Friesland. De nieuwe roman is net als Einum opgebouwd uit hoofdstukken waarin telkens een andere dorpeling de hoofdpersoon is. Een verschil is wel dat Koade Read minder lijkt op een verzameling losse verhalen en van het begin af aan meer een doorlopend verhaal vertelt.

Koos Tiemersma ontvangt uit handen van gedeputeerde Sietske Poepjes de Gysbert Japicxpriis. © Jelle van der Meulen

Was het in Einum nog een klein vogeltje dat voor opschudding in het dorp zorgde, Fierum krijgt te maken met de komst van een windmolenpark. En behalve dat windmolenpark is er nog een rode draad die alle hoofdstukken met elkaar verbindt: Goffe Conradi, de nieuwe postbode met zijn elektrische scooter. Die is, zo zegt de schrijver zelf ook, ‘de perfecte voorbijganger, een buitenstaander die de harten verwarmt.’

Voorzijde Einum, door Koos Tiemersma.

Het boek bestaat uit 18 hoofdstukken en telkens worden drie hoofdstukken voorafgegaan door een bijna cryptisch twitterbericht van Goffe Conradi. De postbode duikt ook zelf in elk hoofdstuk even op, steeds onderweg met post naar de mensen in Fierum of Einum waar hij ook de post bezorgt. Op die manier verbindt de postbode de Fierumers met elkaar, maar ook met Einum. Overigens is dat verbinden bijna cynisch, want net als de rest van Nederland is ook Fierum politiek (en sociaal) behoorlijk gepolariseerd, wat versterkt wordt door de plannen voor de windmolens. Die licht cynische, ironische trekjes zijn van het soort humor dat Tiemersma wel vertrouwd is.

Omslag De ynfaller uit 2022 van Koos Tiemersma.

De meeste inwoners van het dorpje zijn tegen de komst van de windmolens in hun ‘achtertuin’. Slechts een enkele vooruitstrevende GroenLinkser en een paar grote boeren die dik geld aan de molens op hun grond gaan verdienen, zijn voorstanders. De meeste Fierumers staan dan ook achter de actiegroep Koade Read (Code Rood) en een voorlichtingsbijeenkomst van de gemeente kan niet anders dan fout aflopen. Niet voor niets merkt de gemeenteambtenaar aan het begin van de avond al op: “De sfear is stikelich, guon stoarje wantrouwend nei it skerm; nee, de Fierumer gesellichheid stiet fan ’e jûn op sterk wetter.”

Deze roman van Tiemersma snijdt het actuele probleem van de energietransitie aan en hoe men daar met alle emoties tegenaan kijkt. Toch is het niet alleen de controverse over het windmolenpark dat voor spanning in deze heerlijke roman zorgt. Tiemersma weet de personages met zorg uit te kiezen en verschillende lagen van de dorpsbevolking te laten vertegenwoordigen. Die personages en hun onderlinge relatie tekent de auteur vervolgens geweldig uit.

Voorzijde De mjitte van Koos Tiemersma uit 2008.

Neem bijvoorbeeld het gezin van meubelstoffeerder Meindert Schrama, diens vrouw Frouk en hun dochter Renske en zoon Douwe-Jan. Alle vier zijn ze een keer hoofdpersoon van een hoofdstuk. Meindert is penningmeester van Pleatslik Belang (en van de vogelwacht en van de kaatsclub) en in een vergadering van Pleatslik Belang zie je de onderlinge verhoudingen tussen de drie totaal verschillende bestuursleden. Het gaat in de vergadering bepaald niet zoals Meindert verwacht had: “De nuânse, it berekkenjende, wylst Fierum meikoarten gjin Fierum mear is; hy kin der net by dat Auke [de secretaris] en Trui [de voorzitter] alles wat him dierber is ferkwânselje wolle, mei drûge eagen noch wol, krekt as docht it der net ta wat der mei it lânskip fan syn berte en dêrmei syn identiteit útfretten wurdt, en dat om in hantsjefol luzige rotsinten.”

Maar ook thuis loopt het niet zoals Meindert graag zou willen. Toen dochter Renske klein was, had Meindert een heel goede relatie met haar, maar dat verandert naarmate de wereld van de tienerdochter groter wordt en dat van hem kleiner. De bijna 18-jarige Douwe-Jan gaat ook steeds meer zijn eigen gang en zelfs het criminele pad op. Als Frouk en Meindert op een avond ruzie maken, over stiekeme praktijken van Meindert en de criminele activiteiten van Douwe-Jan, komt dochter Renske huilend naar beneden. En dan eindigt het hoofdstuk van Frouk Schrama met de zin: “En sa steane se dêr, trije minsken út in húshâlden dy’t net mear by steat binne en kom elkoar yn ‘e mjitte, bestjurre yn in stilte dy’t net mear te oerbrêgjen is.”

Zoals ik al aanstipte, is Tiemersma een meester in het beschrijven van de dynamiek in dat kleine Friese dorp. Want behalve de komst van een windmolenpark is er meer aan de hand in Fierum. Zo beschrijft Tiemersma bijvoorbeeld de ergernis van de eigenaar van snackbar It Hoekje, vanwege de toestemming die het dorpshuis gekregen heeft om ook snacks te verkopen: “(…) in foarm fan tsjinstferliening dy’t op fûle protesten fan Kees Krul, de eigener fan snackbar It Hoekje, rekkenje kin, it grutste striidpunt yn Fierum, teminsten oant no ta.”

Voorzijde It liet fan de ibis van Koos Tiemersma uit 2006.

Al vaker heb ik de stijl van Tiemersma geprezen en ook dit boek leest weer zo plezierig dankzij die stijl, met prachtige beschrijvingen en rake observaties. Zomaar een voorbeeldje – uit het hoofdstuk van Lomme Veenstra, de beheerder van de Facebookgroep van Fierum & Fierder – waarin met een paar zinnen een hoop gezegd wordt: “De takomst lei noch iepen, de útbou wie nedich mei it each op it krijen fan bern. Dy’t net kamen, dy’t bleaune wêr’t se wiene, yn it beskûl fan dreamen dy’t wilens allang ferflein binne.” Bijna even achteloos is ook weer de beeldspraak die regelmatig en raak opduikt, zoals in de beschrijving van Kees Krul “mei stimbannen dêr’t de Titanic oan optakele wurde kin”.

Een aardige toegift is in feite het achttiende en laatste hoofdstuk, met als titel ‘Goffe Conradi’. Het is tekenend voor het vakmanschap van een schrijver als Tiemersma dat hij de fraaie beschrijving van de omgeving waarin het dorpje Fierum ligt pas aan het begin van het laatste hoofdstuk plaatst:

“Hjir komt it ferhaal fan Fierum ta in ein, oer in doarp yn it noarden, op in keale flakte, foarme troch in see dy’t frij spul hie en dit lânskip opboude, it iene flues nei it oare achterlittend, op it ritme fan eb en floed. Doe kamen de muontsen, like skier as it lân dat se wûnen op ’e see. De klaai luts har yn it bloed, it graven yn har motoryk. Diken waarden dellein en ophege. It opkommend wetter waard betwongen, it lân ferkavele en beboud. Ut it kleaster wei waarden tsjerken stifte, lykas hjir, op in terp. Nee, gjin katedraal, mar in godshûs mei in gearstalde toer, heech yn ’e skouders.”

Debuutroman De Ljedder van Koos Tiemersma uit 2002, eerste druk uitgegeven door de Friese Pers Boekerij in Leeuwarden.

En ondanks de titel is niet alleen Goffe de hoofdpersoon van dit laatste hoofdstuk. Ook de schrijver zelf – “in pierlala dy’t it prima slagge en bliuw sa goed as ûnsichtber. Griis kopke, meager postuer, ûnbestimd glimke dat fan alles betsjutte koe” – treedt daarin op de voorgrond en die speelt daarin openlijk een spel van de werkelijkheid en de verbeelding. Dat doet hij onder andere door Goffe het manuscript van het boek te laten lezen en die zich te laten afvragen of hij wel zo nadrukkelijk als hoofdpersonage van dat laatste hoofdstuk zou moeten fungeren.

Het maakt eens te meer duidelijk dat de schrijver Koos Tiemersma weet hoe het spel van fictie en werkelijkheid op niveau gespeeld kan worden.

© Jelle van der Meulen