Categorieën
Poëzie

IK DOOL

Voor een eeuwige straf komen de witte wieven uit het moeras.
Niemand wordt ontzien; ook al bent u twee Drentse turven hoog.

In de vorige eeuw scheepte ik eens in als lichtmatroos.
Vijf golfslagen verwijderd van het eerste eiland was ik al bootsman.

Als medewerker in een winkel met zelfbediening was ik nutteloos.
Toch was ik met het vullen van de schappen ongenaakbaar snel.

Op de elfde van de elfde schijnen de lichtjes van Sint Maarten.
De gekochte zakken drop voor de buurtjeugd, eet ik lekker zelf op.

De tijd om een zwembroek aan te trekken is weer aangebroken.
Eigenlijk is dat water niets voor mij, want vissen doen er hun behoefte in.

De volle zomermaand juli zit vol denkwerk en is om te malen.
Toch heb ik een voorkeur voor december met die man te paard en dat wijze kind in een stal.

© Wiebe Dooper