Categorieën
Fryslân Ingezonden Juridisch Politiek

GEMEENTE LEEUWARDEN BETRAPT OP HET VERBOUWEN VAN DE VOEDSELBANK ZONDER OMGEVINGSVERGUNNING

Door Gerard Jorna

De gemeente Leeuwarden laat momenteel het pand van de Voedselbank Leeuwarden aan de Tylkedam 51 ingrijpend verbouwen zonder dat daarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd of verleend. Het gaat onder meer om constructieve aanpassingen, zoals het plaatsen van een stalen balk en interne verbouwingen. Een gemeentelijke inspecteur heeft bevestigd dat deze werkzaamheden vergunningsplichtig zijn. Daarmee staat vast dat de gemeente in overtreding is.

Het ontbreken van een omgevingsvergunning betekent dat de directe omgeving van de voedselbank niet is geïnformeerd over de verbouwplannen en geen mogelijkheid heeft gehad om zienswijzen in te dienen. Ook kon niet worden getoetst of de plannen zouden passen binnen het bestemmingsplan. Volgens de plannen ontwikkelt de voedselbank zich tot een supermarktachtig zelfbedieningsconcept. Dat  past niet onder de bestemming maatschappelijk die op dit perceel rust.

De situatie is extra problematisch omdat de gemeente een dubbele rol vervult: zij eigenaar en verhuurder van het pand zijn, maar tegelijk ook bevoegd gezag voor vergunningverlening en handhaving. Dit leidt tot een evident risico van belangenverstrengeling en roept de vraag op hoe onafhankelijk de gemeente in dit dossier kan opereren.

Omdat ik als direct omwonende direct belang heb bij naleving van het bestemmingsplan en de bouwvoorschriften, heb ik een handhavingsverzoek ingediend bij het college van B&W. Een afschrift daarvan is verzonden aan Gedeputeerde Staten van Fryslân, met het verzoek de afhandeling via interbestuurlijk toezicht nauwlettend te volgen.

Ik heb daarnaast de gemeenteraad op de hoogte gesteld. De raad heeft als taak het college van B&W te controleren en toe te zien op een zorgvuldige uitvoering van het ruimtelijk beleid. De vraag is of de raad die rol in deze kwestie ook daadwerkelijk zal oppakken.

Als de gemeente zichzelf vrijstelt van regels waar burgers streng op worden afgerekend, dan wordt de rechtsstaat uitgehold. Het gaat hier niet alleen om de vraag of een vergunning ontbreekt maar om de geloofwaardigheid van het gemeentebestuur.

Als de gemeente in haar eigen pand kan verbouwen zonder vergunning, hoe kan zij dan geloofwaardig optreden tegen burgers en ondernemers die zich niet aan de regels houden? Het negeren van de beginselplicht tot handhaving schept een gevaarlijk precedent.

Ik heb het college van B&W daarom opgeroepen om de verbouwing onmiddellijk stil te leggen zolang er geen geldige omgevingsvergunning is verleend.

Mocht dat niet gebeuren, dan verwacht ik dat Gedeputeerde Staten hun bevoegdheden gebruiken om in te grijpen. Alleen zo kan worden voorkomen dat de gemeente haar eigen gezag ondergraaft en de rechtsgelijkheid in de gemeente op het spel zet.