Categorieën
Blik op Bolsward Bolsward Geschiedenis

Femme Kerker, Bolswarder stadstype met trieste geschiedenis

Ze zijn van alle tijden, de stads- en dorpstypen. Zo ook in Bolsward. Ze vallen op, krijgen dikwijls een bijnaam (zie mijn boek ‘Bolsward in Namen’, waarin honderden genoemd worden) en blijven soms generaties lang bekend onder die bijnaam. Uiterlijke kenmerken, hun motoriek, de wijze van spreken, de woonplek, hun herkomst, alle soms gebruikt als bijnaam. Het lijken vaak scheldwoorden, maar hoeven zeker niet zo bedoeld te zijn. De woorden vormen een algemeen begrip van de persoon, maar bij de soms bittere persoonlijke geschiedenis wordt meest niet stilgestaan. Daarom is het wellicht goed om, kort, die geschiedenis te memoreren. In dit geval van de destijds zeer bekende Bolserter Femme Kerker, meest bekend onder de naam Fimme. Een stadsfiguur zonder bijnaam!

Kerker werd geboren in 1894 in Bolsward en overleed in deze stad in 1973. Zijn ouders, Wijbe Kerker en Durkje Dijkstra, respectievelijk geboren in Bolsward en Balk, waar ze in 1886 ook trouwden, kregen zes kinderen, waarvan de oudste, Johannes, al enkele maanden na zijn geboorte overleed. Van Durkje Dijkstra valt op dat zij in Balk als geboortejaar 1854  kent, maar in het bevolkingsregister van Bolsward staat 1861 vermeld. In 1887 kwam er weer een Johannes, waarna in 1890 Luitzen, waarover straks meer. De enige dochter, Luutske, was van 1892 en zal later trouwen met Pier de Haan, van Menaldum. Zij overlijdt in 1966. Daarna zag dus Femme in 1894 het levenslicht.

Jacob, meest Jappie genoemd, sloot de rij, en ook over hem zo meer.

Femme groeide  op in vaak bittere armoe. Hij kwam al jong met de politie in aanraking, meest na betrapt te zijn op diefstal. Zijn vader was hem voor 1900 op dit pad al voorgegaan, ook met betrekking tot diefstal. Enkele veroordelingen volgden, waardoor de jonge Femme soms maanden opgesloten zat in Leeuwarden.

Hij blijkt later overigens bijna nooit zonder, laagbetaald, werk te zitten, pakte van alles aan, van sjouwerman en koeiendrijver tot steenbikker. Ook stond Femme bekend als bescheiden en ook sociaal. Samen met zijn broertje Jappie was hij actief op de Friese kaatsvelden. Ook bezocht hij in Bolsward later menig kaatspartij.

Opvallend is het volgende. Hoewel de familie Kerker in Bolsward behoorde tot de minder bedeelden, is de naam van Femme in de dagboeken van hoofdagent Arjen van de Hauw niet te lezen in de lijsten waarop de honderden namen (300!) van Bolswarders staan die Winterhulp kregen. Wel die van Luutske, onder de naam van P. de Haan.

Voorzijde ‘Bolsward in Oorlogstijd’, door Willem Haanstra.

Stichting Winterhulp Nederland, dat de sociale zorg voor de minder bedeelden moest overnemen van de overheid en kerkelijke organisaties, was een oorspronkelijk nationaalsocialistische instantie (zie ook ‘Bolsward in Oorlogstijd’), die na een optimistisch begin in Bolsward tot bestuurlijke en burgerlijke onenigheid leidde.

Tot aan de oorlogstijd was het gedrag van Femme tamelijk onopvallend. Erna veranderde Femme in een maatschappelijke en geestelijke zwalker, zijn weg maar moeizaam kunnen vindend. Zijn lievelingsplaats in de stad bleek de Suuppost, een brug in het centrum van de stad, te zijn. Met vaste groepen stadgenoten om hem heen luisterde hij naar hun verhalen, maar zelf sprak hij weinig. In de kroeg meende hij troost te kunnen vinden voor zijn weggestopte gevoelens. Een alcoholverslaving bleek het gevolg. En dat had zeker een reden.

Die oorlogstijd was voor de familie een ingrijpend gezinsdrama. Maar liefst twee van Femmes broers overleefden die tijd niet. Beiden kwamen om als wreed gevolg van die oorlog.

Op 22 mei 1890 werd de een na oudste broer van Femme geboren, Luitzen. Wie de archieven over hem raadpleegt, leest iets merkwaardigs: hij hoeft niet op te komen als dienstplichtige. De reden daarvan, zo lezen we, was ‘broederdienst’. Toentertijd gold dat je niet dienstplichtig was,wanneer je een oudere broer had die wel de dienstplicht had vervuld. Dat was in dit geval zijn oudste broer Johannes. Johannes overleed al op 33-jarige leeftijd in Franeker, waar hij woonde met zijn vrouw Hendrika Smid. Toch treedt Luitzen al op 7 oktober 1909 (19 jaar!) als vrijwilliger toe als koloniaal reserve binnen het KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger). Na vele omzwervingen belandt Luitzen tijdens de oorlog, als dan al gepensioneerd militair, op Java. Na de Slag in de Javazee (27 februari 1942), waarna de Japanners Indië bezetten na het KNIL te hebben verslagen, wordt ook Luitzen als oud-militair gevangen genomen. Hij wordt op 22 april 1942 geïnterneerd, net als alle Nederlandse ambtenaren op Java. Luitzen komt terecht op Midden-Java, in een kamp nabij de plaats Salatiga. Daar zal hij op 23 juni 1942 na vreselijke ontberingen overlijden. Hij is dan 52 jaar oud.

Het interneringskamp nabij Salatiga op midden Java, waar Luitzen door ontberingen om het leven kwam.

De jongste zoon in het gezin van Wijbe en Durkje, Jacob (Jappie), was vier jaar jonger dan Femme, van1898. Ook hij werd tijdens de oorlog, zoals zovelen, opgeroepen om in Duitsland tewerkgesteld te worden. Hij meldde zich inderdaad aan, want hij zocht wel, maar vond niet een plek om onder te duiken in Bolsward. Lang hield hij het daar in Duitsland niet vol. Hij vluchtte en wilde terug naar Bolsward. Vlakbij het plaatsje Lahde, in Duitsland, werd hij echter op die vlucht, neergeschoten. Het was een jaar voor de bevrijding.

Jappie Kerker, vlak voor de oorlog. Fotoarchief Douwe de Wit, met dank aan Tonnie Siemonsma voor de bewerking van de foto.

Dit tweede oorlogsdrama had vreselijke gevolgen voor de familie Kerker, waarvan slechts Femme en Luutske, beiden wonend in Bolsward, nog in leven waren. Ook vader Wijbe en moeder Durkje waren al enige tijd eerder overleden. Femme is dit dramatische verlies nooit weer te boven gekomen. Na Luitzen verloor hij ook nog zijn jongere broer Jappie als gevolg van oorlogsgeweld!

Hem restte, zo meende hij, niets anders dan troost proberen te vinden in de drank. Zijn wijze van gedrag in die naoorlogse jaren maakten hem tot een opvallend stadsfiguur, door ieder gekend als Fimme Kerker, de zonderling op de brug en in de kroeg. Maar waarom hij dit gedrag vertoonde, was niet tot nauwelijks bekend.

© Willem Haanstra                                        

Geraadpleegde bronnen:

Archief Douwe de Wit;
Diverse oorlogsarchieven;
Willem Haanstra: ‘Bolsward in Oorlogstijd’.