Categorieën
Columns Humor

DOODSBEDREIGING

Ik moet iets bekennen: nog nooit ben ik met de dood bedreigd. Zelfs niet de mildere variant der doodsverwensing (middels een vreselijke ziekte of een gruwelijk ongeluk). Zo’n beetje iedereen ontvangt doodsbedreigingen, soms zelfs bij de massa. Ik niet, niks. Ik voel mij buitengesloten, botweg genegeerd. Een hevige existentiële twijfel bekruipt mij: blijkbaar heb ik geen enkele maatschappelijke relevantie.

Je hoeft tegenwoordig maar een scheet te laten of ze stromen binnen: mailtjes, berichten op de diverse asociale media, brieven met kogels, die refereren aan een nakende voltrekking van een dodelijk vonnis (volgens een eenpersoons volksgericht). Wellicht moet ik ook harder en stinkender scheten laten. Wellicht moet ik mij, na een volhardende geheelonthouding, toch ook storten op de kabaal makende fora en media. Bijvoorbeeld met teksten die een zweem dragen (of iets minder subtiel) van pedofilie, necrofilie, bestialiteit. Of, gevoeliger nog voor het volksgericht: dierenmishandeling. Niets dat zoveel deernis en vooral woede oproept als zielige diertjes, meer nog dan zielige mensen. En dat er dan (eindelijk) doodsbedreigingen volgen en daarop, van de weeromstuit, verontwaardiging van weldenkende lieden (of existentiële twijfelaars die als zodanig poseren) die via de – al dan niet asociale – media de verdediging op zich nemen, zodanig dat er een sneeuwbaleffect ontstaat van aan elkaar klevende doodsbedreigingen en verdedigingen, waarbij de mensen die het opnemen voor de doodsbedreigde ook weer doodsbedreigingen ontvangen, met daarover verontwaardiging, enzovoort. Eindeloze aandacht en bestaansbevestiging voor alle deelnemers van wat we dan een maatschappelijk debat noemen, waarvan de aanvankelijke inhoud reeds lang vergeten is.

Maar of ik mijn existentiële twijfel daarmee verhelp is twijfelachtig. Ik praktiseer geen dierenmishandeling, de dieren zijn mij ook al zo lief. Nee, ik wil wel met de dood bedreigd worden, maar dan wegens een waarachtige eigen mening. Een diep inzicht op basis van een grondige afweging van argumenten voor en tegen, dat ik aan de mensheid moet kenbaar maken. Schreeuwers, louter om maatschappelijke verontwaardiging en beroering teweeg te brengen hebben we al genoeg. Zelfs in ons parlement. Enkel effectbejag ingegeven door een eveneens diep verlangen gezien en gehoord te worden, teneinde een gruwelijk knagende existentiële twijfel om te zetten in een gevoel van maatschappelijke relevantie.

Nee, ik wil geen verzonnen mening, of een verzonnen verhaal. Al weet het gros het verschil niet tussen feit en fictie, laat staan werken van literaire aard. Mijn probleem is wellicht dat mijn meningen, zo ik die zou ventileren, te genuanceerd zijn. Nuance, roept hooguit irritatie op, maar geen woede. Nuance, daar kunnen doodsbedreigers niets mee, de plegers blinken immers niet uit in genuanceerd denken; denken op zich is al moeilijk genoeg. Toch vliegen hun ‘meningen’ ons om de oren, maar doorgaans zijn het gevoelens die een andere oorsprong hebben in het lichaam dan de hersens. Een doodsbedreiging is geen toonbeeld van nuance. Subtiel met pijltjes schieten richting een Leopard 2 tank is zinloos.  Dus ik zeg maar niets, dan maar geen doodsbedreigingen. Maar of dat nou verstandig is?

Dolf Alberts