Categorieën
Blik op Bolsward Bolsward Geschiedenis Politiek

De tien laatste burgemeesters van Bolsward: 2. Sipke de Jong, burgemeester in oorlogstijd (deel 2)

De pijn van het onbegrepen ontslag binnen de familie De Jong bleek groot en zou jarenlang blijven hangen. Ook onder vele Bolswarders heerste onbegrip. Bolsward, dat vooral dankzij het plaatselijke politiekorps en deze burgemeester gevrijwaard bleef van een Duitsgezinde eerste bestuurder van de stad, was tijdens de eerste periode na het vertrek van de bezetter vooral een bestuurlijke chaos, net als dikwijls elders in het land. Het hoogste bestuursorgaan, een gemeenteraad, zou pas later in functie hersteld worden. Burgers wantrouwden elkaar, scheidslijnen daartussen werden bepaald door religie en onbewezen aannames over de vaak vermeende houding tegenover de bezetter, het plegen van zwarte handel en ander ongerief. De maatschappelijke verhoudingen binnen een kleine stad zochten naar een passend evenwicht, een zoektocht die nog lang zou duren.

Voorkant boek ‘Bolsward in Oorlogstijd’. De foto van de opgeblazen Blauwpoortsbrug werd destijds gemaakt door Arie Buikstra. Collectie Willem Haanstra

Bericht uit familie De Jong

Na het verschijnen van mijn boek ‘Bolsward in Oorlogstijd’ in 2007 kreeg ik een telefoontje van een nazaat van Sipke de Jong. Tijdens een lang gesprek bedankte ze me dat ik nu eens feitelijk had weergegeven wat de moeilijke positie van haar vader was geweest. Deze periode had diepe wonden geslagen binnen de familie, die niet door de tijd waren geheeld. Ze zaten al die jaren met tal van vragen over de wijze waarop De Jong meteen na de oorlog werd geschorst en daarna ontslagen, zonder dat duidelijk was waarom. Ze bedankte me dat de familie nu recht werd gedaan, zo voelde ze dat. Ik gaf aan dat ik zoveel mogelijk uit ben gegaan van historische gegevens en op basis daarvan tot de conclusie ben gekomen dat dat ontslag geen feitelijke grond had. Nadien, tot aan zijn onverwachte overlijden op 14 april 1949, is hem geen recht gedaan en is een diepe pijn over deze onbegrepen daad Sipke de Jong blijven kwellen, waarmee zijn gezondheid (hij had al zeer lange tijd chronische maagklachten) snel achteruit ging en zeker zijn dood bespoedigde.

Stadsbestuur in oorlogsjaren

Om niet teveel in herhaling te vallen over de wijze waarop Sipke de Jong zich in de volgende vijf oorlogsjaren manifesteerde als burgemeester, verwijs ik naar mijn boek ‘Bolsward in Oorlogstijd’ uit 2007. Het is daarbij goed om te weten dat tijdens de Duitse bezetting er geen democratisch gekozen gemeenteraad was en de burgemeester als marionet diende te functioneren van de Duitsers en aan deze bezetter ook verantwoording diende af te leggen. Gelukkig was het in Bolsward zo, dat toch met enige regelmaat niet alleen de beide voormalige wethouders, maar ook de buiten werking gestelde gemeenteraad bijeenkwamen op de burgemeesterskamer om de actualiteit door te nemen en, indien gewenst, advies te geven aan de burgemeester en soms de politie. Mede daarom ook was het van groot belang voor De Jong om in goed contact te blijven met het plaatselijke politiekorps. Dat stond immers met beide benen in de plaatselijke realiteit. Dat korps, ik beschreef dat al dikwijls elders, heeft overigens een relatief voortreffelijke rol gespeeld in die, zeker ook voor de burgemeester als persoon en bestuurder, ongewisse en levensgevaarlijke periode.

De dreiging van het vervangen van deze burgemeester door een NSB-burgemeester in Bolsward was zeer groot. Een enkele misstap van De Jong had die eerste oorlogsjaren het vervangen van hem door de Bolswarder NSB-leider Matthijs Eerdmans betekend. Het afschermen van Sipke de Jong door de plaatselijke politie, hoe moeilijk en riskant soms ook, heeft de stad behoed voor deze fanatiek-Duitsgezinde sigarenhandelaar aan de Marktstraat 1.

In het voorjaar van 1943 was de rol van Eerdmans echter uitgespeeld. Er bleek aanleiding om scherp het gedrag van Eerdmans in de gaten te houden, want er kwamen verontrustende signalen binnen op het bureau. De plaatselijke politie hield het gedrag van Matthijs Eerdmans scherp in de gaten en betrapte hem op zeker moment op het plegen van ontucht met minderjarige jongens. Hij zat in Groningen daarna een aantal jaren gevangenisstraf uit en daarmee was de gevaarlijke rol van Eerdmans uitgespeeld.

Arjen van der Hauw, destijds hoofdagent van politie in Bolsward, schreef daar uitgebreid over in zijn dagboeken, die ik ontving via zijn zoon Tjerk van der Hauw, destijds Breda.

Links Catrinus, midden Arjen, rechts Jelle van der Hauw. Collectie Willem Haanstra en met dank aan familie Van der Hauw.

Verraad en onderduiken

In het laatst van de oorlog komt De Jong steeds meer in het nauw. Verraad door NSB-gezinden in Bolsward (zusters en Jacob Rijpma, c.s.), zorgt er voor dat zijn woning aan de Nieuwe Turfkade door de Duitsers wordt binnengevallen. Er wordt allerlei bezwarend materiaal gevonden, waaronder lijsten met namen van Bolswarders die geldelijke steun hadden verleend aan arme gezinnen waarvan de kostwinners in Assen tewerkgesteld waren. Dit verlenen van hulp aan die gezinnen was een idee van De Jong zelf. Die geldelijke steun werd verleend door een flink aantal Bolswarders dat op die lijsten stond. Dezen werden meteen gearresteerd, waaronder pastoor Staal, hetgeen in katholieke kring flinke beroering teweeg bracht.

Sipke de Jong kreeg een seintje van de politie en vlucht, waar leden van zijn familie al eerder elders, meest bij familie), een veilig onderkomen hadden gezocht.

Turfkade 10, met de stadhuistoren op de achtergrond, het woonhuis fam. De Jong in oorlogstijd waar de Duitse bezetter een inval deed. © Willem Haanstra

Dan belt Sipke de Jong, ondergedoken bij exportslachter Bolta aan het Plantsoen, met de Commissaris Van Harinxma thoe Slooten. Deze laat via Hoek, de kabinetschef, de Duitse leiding in Friesland weten wat er in Bolsward gebeurt. Onmiddellijk wordt de burgemeesterswoning op last van de Duitse leiding in Leeuwarden verlaten, want de Friese leiding van de bezetter duldt geen invallen bij burgemeesters zonder toestemming van de provinciale leiding!

Later zal De Jong nog een aantal malen onderduiken, o.a. bij zijn zus in Sneek en bij de vader van de bekende priester, schrijver en cultuurhistoricus Frits van der Meer, Antonius van der Meer, aan de Kleine Dijlakker 16. Deze Antonius was oud-wethouder voor de RKSP in de stad en kon goed overweg met De Jong.

De plek waar Sipke de Jong ondergedoken zat, de tuinkant van de woning aan de Kleine Dijlakker 16 in Bolsward. © Willem Haanstra

De twee Bolswarders die noodgedwongen intensief samen dienden te werken in de oorlogsperiode, Sipke de Jong, de burgemeester, en Arjen van der Hauw, vanaf 1943 de leidinggevende van het gemeentelijke politiekorps, waren tegelijk twee sterk uiteenlopende figuren.

De een (Van der Hauw), diep gereformeerd, de ander (De Jong) overtuigd katholiek, twee stromingen die in het Bolsward van die tijd voortdurend met elkaar overhoop lagen. Van der Hauw, wiens sympathie lag bij de minder bedeelden in de stad, De Jong die ontvankelijk was voor de gunst van de maatschappelijke bovenlaag. Van der Hauw, een gereformeerde bourgondiër, De Jong, een sobere katholiek met sterke afkeer van drankgebruik.

© Willem Haanstra

Eerder verscheen:
https://www.brekt.nl/de-tien-laatste-burgemeesters-van-bolsward-2-sipke-de-jong-burgemeester-in-oorlogstijd-deel-1/