Categorieën
Cultuur Overpeinzingen uit Koudum Súdwest

OVERPEINZING UIT KOUDUM: DORPSTONEEL

In maart 2025 zag ik min of meer bij toeval twee (Friese) toneelstukken van verschillende dorpstoneelgezelschappen. De ene was in Warns, de andere in mijn eigen dorp, Koudum. En deels ook toevallig: er waren opmerkelijk veel overeenkomsten, maar even zo goed grote verschillen tussen de voorstellingen.

Een overeenkomst was bijvoorbeeld het overtal aan vrouwelijke spelers in beide stukken. Een gegeven dat ik overigens nog herken uit de tijd dat ik schooltoneel regisseerde. Een ongetwijfeld toevallige overeenkomst was de plaats van handeling: een treinstation. Daaraan gekoppeld: een groep reizigers die geconfronteerd wordt met het gegeven dat de trein niet komt. Aardig detail ook nog: in beide stukken was één personage dat geen Fries sprak. Tot zover enkele overeenkomsten, maar groter nog waren de verschillen.

Het toneelgezelschap uit Warns.

Het toneelgezelschap uit Warns speelde De trein nei San Antonio, een traditionele westernklucht die zich afspeelt zo’n honderd jaar geleden op het stationnetje van Sante Pelota in het zuiden van Amerika. Alle clichés van zowel de klucht als de western zaten er wel in. Gelukkig werd het stuk gered door de twee mannelijke hoofdpersonages. De een, de stationschef, was de enige niet-Friestalige acteur die zijn rol overtuigend speelde, met een goed volgehouden vet Surinaams accent. De ander, een bijna stripachtig personage sprak Fries met een aanstekelijk Mexicaans accent.

Er gebeurde van alles in het toneelstuk met min of meer komische verwikkelingen rond een treinroof en een goudschat. Kostuums en een decor waarin fraai gebruik gemaakt was van spoorrails, maakten het aangenaam om naar te kijken. Zo was het al met al wel een succesvolle voorstelling in het fraaie kerkje/dorpshuis De Spylder in Warns. Maar erg uitdagend was het allemaal niet.

Poster met aankondiging toneelstuk Wer sil dat hinne.

Dat was wel anders met het toneelstuk dat de Koudumer toneelgroep Artiku een paar dagen later in dorpshuis De Klink in Koudum speelde. Koudum was er al weken op voorbereid. Wie je van Artiku ook tegenkwam, elke keer kreeg je de mededeling: het toneelstuk van 2025 is anders dan anders. Veertien dagen voor de twee voorstellingen op 21 en 22 maart ‘waarschuwde’ de Facebookpagina van Artiku nog maar eens: “dit jaar anders dan anders”. Dus de mededeling van de regisseur vlak voor aanvang dat de voorstelling dit jaar anders dan anders zou worden, was echt niet nodig geweest: dat wist iedereen in de zaal wel.

Maar het was ook zo! Geen klucht vol kolderieke taferelen, geen (hoofdrol)spelers die te veel de aandacht naar zich toe trokken, maar een echt ensemblestuk met mooie toneelbeelden en een choreografie waar het prettig naar kijken was. En met personages die allemaal een eigen verhaal hadden dat voor een flink deel door het publiek verder ingevuld kon worden. En dan ook nog met de nodige humor.

Scène uit Wer sil dat hinne. © Rob Goedhart

De voorstelling van Artiku, Wer sil dat hinne, kwam tot stand door de samenwerking met regisseur Jort Breeuwsma. Het was een van de vijf voorstellingen van het project Match, een initiatief van Stichting Visie AmateurTheater, waarbij een Fries amateurtoneelgezelschap werd gekoppeld aan een jonge regisseur. Het uitgangspunt was dat de regisseur met vernieuwende ogen ervoor zou zorgen dat de vereniging eens op een andere manier ging werken.

Dat was precies wat Jort Breeuwsma met Artiku had gedaan en zo werd uit improvisaties het stuk gemaakt. Op deze manier te werk gaan loste ook het probleem op dat de toneelgroep dit jaar bestond uit tien vrouwelijke en maar twee mannelijke acteurs.

Het decor was zeer eenvoudig en zeer effectief: twee banken op het toneel, met daarachter een stationsklok. Want het stuk ging over een groep mensen die op een Fries stationnetje – dat zou zomaar Koudum-Molkwerum kunnen zijn –  staan te wachten op een trein die niet komt. Op de vraag aan het aanwezige spoorwegpersoneel wanneer er een trein zou komen, kwam steeds hetzelfde antwoord: ‘Morgen’.

De personages waren uiteenlopend genoeg om interessant te zijn. Zo was er Roos, die wachtte tot Jeroen uit de trein zou stappen, die ze alleen nog maar via een datingsite kende. Amanda en Jadelief waren nogal spiritueel ingesteld, hoewel: de een meer dan de ander. Claudia, de enige die Nederlands sprak in het verder Friestalige gezelschap op het station, nam al wachtend nog maar eens haar papieren door. Die had vast een serieuze baan.

Toneelgroep Artiku die de voorstelling Wer sil dat hinne speelt. © Rob Goedhart

Regelmatig stalen de hippievrouwen op leeftijd de lach en een running gag was Joltsje, de oudere, waarschijnlijk licht dementerende vrouw die dekentjes breide voor arme kindertjes. En ze had een zoon. Die heette Jeroen, dus dat gaf te denken! En dan was er ook nog Joris, een jonge gast die een rugzak vol eten had, wat goed van pas kwam nu de trein maar op zich liet wachten. Joris werd er zo maar mooi door gestimuleerd een kiosk op het station te beginnen. Ook een zeer effectieve rol had Sjaan, met haar kritische commentaar.

De losse verhalen van de verschillende personages werden door de regie goed ingekaderd doordat het stuk begon en eindigde met een wat raadselachtige, of misschien zelfs wel absurdistische choreografie die soms in het stuk ook te zien was als er wat tijd overgeslagen werd. Dat maakte dat het stuk Wer sil dat hinne van Artiku dit jaar inderdaad anders dan anders was. En verrassend goed!

Programma Match Festival 10 mei in Koudum.

Zaterdag 10 mei is in De Klink in Koudum van 12 tot 21 uur het gratis toegankelijke Match Festival. Daar laten onder andere de vijf deelnemende toneelverenigingen nog eens (een deel van) hun toneelstuk zien.

© Jelle van der Meulen